Bijzondere graven in De Mierden

ED januari 2014

 

‘We verstopten ons want wee wilden ons zusje niet alleen achter laten’

Sofia Lawalata stille getuige van woonoord Lage Mierde..

 

Netty Lawalata is nu 85 jaar, haar gelaat is getekend. Op de plaats waar ze meer dan acht jaar woonde, in woonoord Lage Mierde, liet ze een belangrijk deel van haar leven achter. Ze kreeg in totaal negen kinderen, waarvan het grootste deel in Lage Mierde geboren werd. Een van die kinderen was haar dochter Sofie die er ook overleed en er nog steeds begraven ligt. Elk jaar rijdt ze samen met een van haar kinderen vanuit haar woonplaats in Noord Holland naar Lage Mierde om even bij dit graf te staan. Zodra ze er is, wil ze ook weer weg. Lage Mierde is voor haar een dierbare herinnering, maar ook een pijnlijke. Haar overige kinderen kijken er een stuk luchtiger tegenaan.

Andries en Sara Lawalata zijn ook twee kinderen van Netty. Zij werden nog in Indonesië op de Molukken geboren en bleven tot hun veertiende en vijftiende op Kamp Lage Mierde wonen. Ze gingen met de bus naar school en na schooltijd speelden ze in de bossen rond het kamp. Toen ze in 1963  naar Noord Holland moesten vertrekken, verstopten ze zich, want ze wilden niet mee: ze zouden dan hun begraven zusje achter moeten laten. Nu weten ze, net als hun moeder, dat de geschiedenis zo moest verlopen.

 

Op het kerkhof van Lage Mierde staan naast het graf van Sofie Lawalata (18-12-1956 -  4-8-1957)ook nog de graven van Marthinus Maelissa en Hermanus Melkianus. Ook hun families zijn al jaren uit Lage Mierde vertrokken, ook zij bleven als eenzame getuigen van het woonoord achter.

 

 

Kindje op moeders schoot

 

Hooge Mierde – Voor Anneke van den Borne, geboren op 3 augustus 1938, zag het leven er anders uit dan haar ouders Frans en Drieka van den Borne zich voorgesteld hadden. Als tweede in een gezin dat later twaalf kinderen voortbracht, overleed ze in 1940 aan kinkhoest en stuipen. Ze werd rechts van de kerk begraven waar in die tijd enkel de kinderengraven lagen. Die verdwenen een voor een, maar omdat moeder Drieka lang in leven bleef, bleef ook dit kindergraf bestaan.

Op haar 98-ste overleed Drieka na een mooi leven, maar één schaduw nam ze mee uit het leven: ‘groot Annie’ (later kreeg een zusje opnieuw die naam) was nooit meer bij haar.

Haar elf nog levende broers en zussen sloegen kort voro de begrafenis van moeder de handen ineen en ze kregen toestemming om zelf het graf van hun zus op te graven. Jaqueline, de oudste uit het gezin, herinnert zich nog het gave skelet dat aangetroffen werd in het zeventig jaar oude graf.

“We waren allen zeer ontroerd. De botten van ons zusje hebben we in de schort van moeder gedaan en zo samen met haar opnieuw begraven. Hierdoor is voor ons de cirkel rond. Ons Groot Annie is terug in de oorsprong waar het leven ooit voor haar begon: in moeders schoot.”

Het kruisje van Annie’s graf kreeg en ander plaatsje op het kerkhof, waar het als een klein monument blijft staan. Op de grafsteen van Frans en Drieka van den Borne staat Annie inmiddels bijgeschreven.