Nieuwe natuur rond de Raamsloop
Patrijzen krijgen nieuwe kansen
 
Juli 2019


Wim Walen en Piet Peijs in het groen van het Patrijzenproject

Wie het riviertje De Reusel en daarna De Raamsloop vanuit Lage Mierde en daarna Hulsel, terug naar de oorsprong volgt, komt net voorbij Hulsel, bij de grens met Reusel en Bladel, een stukje bijzondere natuur tegen. Enkele jaren terug leek dit nog een vergeten gebied, waar de akkerdistel de omliggende boeren tot wanhoop dreef en waar de begroeiing niets bij droeg om iets extra’s te bieden.
De Natuur- en (weide)vogelvereniging Reusel-De Mierden zag het met lede ogen aan en ze zagen dat er kansen lagen. Ze gingen in gesprek met de gemeente, Brabants Landschap en waterschap en nu is er een stukje nieuwe natuur ontstaan, waar vogels zoals de patrijs weer nieuwe kansen krijgen.
De halmen van het opgeschoten koren wuiven en de blauwe, gele en rode bloemen in de meters brede bloemenrand zijn een lust voor het oog. Tussen de percelen met koren zijn diverse vlakken met verschraald grasland en de overgang met meerdere stukje bos is geleidelijk doordat aangeplante struiken er voor een overgang zorgen. Diverse kleine zangvogels zingen hun lied en een fazanthaan laat zich horen.
Tussen een korenveld en een stuk grasland is een strook zwart gelaten, om patrijzen de mogelijkheid van een zandbad te geven. Twee mannen lopen er voorzichtig langs, turend om niets te verstoren.
“Het is nu zes jaar terug dat we begonnen zijn om dit gebied opnieuw mee in te richten,”  zegt Piet Peijs (58). Hij stond 23 jaar terug zelf aan de wieg van Natuur- en (weide)vogelvereniging Reusel-De Mierden en zag dat de natuur om hem heen het zwaar had. In diverse werkgroepen werkt de vereniging nu aan de bescherming van weidevogels en uilen, en in dit gebied tussen Hulsel en Reusel aan de patrijs.
,,De patrijs is een inheemse vogel die veel op de grond zit en die hier vroeger in grote getale voor kwam,” vult Wim Walen (67) aan. “Het beestje kreeg het steeds moeilijker doordat er nauwelijks nog leven in de bovenste laag van de landbouwgronden zit en er een tekort is aan schuilmogelijkheden. Ze eten zaden, maar als ze jongen hebben, soms wel een toom van 20, dan hebben ze insecten nodig. Maar dan moeten die er wel zijn.
De leden van de Natuur- en (weide)vogelvereniging sloegen de handen ineen en met zestien vrijwilligers gingen ze aan de slag. “We hebben voor meer variatie gezorgd, alleen in de bloemenrand alleen al groeien nu tientallen soorten bloemen, die  diverse insecten aantrekken,” wijst Peijs. Achter de kleurrijke bloemenrand zie je meerdere stroken met koren en er zijn enkele stukken waar met de techniek van ‘kapstokken’ een verdicht stukje begroeiing is gecreëerd (omgehaalde wilgen die levend blijven en die aan de bovenkant op diverse plekken uitschieten). In de stroken grasland groeien veel verschillende planten. “We zorgen er voor dat ze niet allen tegelijk gemaaid worden. Als je dat doet haal je alle schuilmogelijkheden weg. We zorgen er ook voor dat het maaisel opgeruimd wordt om de bodem schraal te houden.”
De vrijwilligers kregen het van het Waterschap gedaan dat het beekje de Rouwenbochtloop er ging meanderen en ook de gemeente Reusel-De Mierden erkent het belang van verbeterd beheer.
Peijs daarover: “We krijgen hier nu veel mensen op bezoek en eind augustus willen we zelf enkele rondleidingen gaan verzorgen om de iedereen te laten zien wat er ontstaan is. (Voor datum zie de website van de vereniging).
Maar hoeveel patrijzen zitten er nu?
“Twintig jaar terug zaten er nog erg veel, tien jaar terug waren ze bijna allemaal verdwenen,” legt Peijs uit. “Nu zitten er weer een aantal koppels, maar belangrijker: ze hebben de kans om zich verder te ontwikkelen. De dieren moeten natuurlijk ook opboksen tegen de natuurlijke predatoren, zoals vos, bunzing en roofvogels. Dat is de natuur. Daarnaast zijn we ook met de jagersvereniging in gesprek. De patrijs staat weliswaar al jaren op de rode lijst, maar het is ook jammer als de fazanten en hazen achter onze rug het loodje leggen.”