November 2022

Jarenlang maakte Reuselnaar Harrie Coppens (74) fietsreizen over de hele wereld. Hij legde daarbij niet alleen vele kilometers af, maar verkende ook zijn grenzen. Door zijn avonturen te vertellen wilde hij graag anderen inspireren om dat ook te doen. Maar nu hij de gevreesde ziekte ALS onder de leden heeft, is terugkijken op die mooie reizen het enige wat hij nog kan doen. In een serie verhalen neemt hij de lezer mee terug naar zijn avonturen.

deel 20 Nepal en de Himalaya (2015)



De Annapurna ofwel het Annapurna circuit, is een route die voor veel bergwandelaars als de ultieme uitdaging geldt. Het voert je door fascinerende berglandschappen, een pelgrimsstad en over een 5400 meter hoge bergpas. Ook de diepste kloof ter wereld en meerdere warmwaterbronnen bieden adembenemende vergezichten.
In de zomer van 2015 trek ik er samen met vier anderen op uit om – als begin- de Annapurna te fietsen. Samen met Edwin, Roel, Idde en Jan gaan we een mooie uitdaging aan. De route die we voor ogen hebben loopt rond de bergen Annapurna 1 (8091 mtr), annapurna 2 (7939), Annapurna 4 (755) en de Gangapurna (7555 mtr). Naast de diepste kloof (Kali Gadaki met 1200 mtr) vinden we hier ook het hoogste bergmeer, Tilicho Lake op 4919 mtr.
Jim, die de tocht voorbereid heeft, kan door een blessure nog steeds niet mee, maar we maken dankbaar gebruik van zijn inspanningen.  
Omdat het in dit gebied verplicht is om een gids mee te nemen, hebben we vanuti Nederland al contacten gelegd met Ngima Guru, een sportieve sherpa van 31 jaar.
We starten in Kathmandu om daar de benodigde stempel en vergunningen te regelen en nemen meteen de tijd om de oude stad te bezoeken. Er zijn veel met houtsnijwerk versierde gebouwen, met name tempels, alleen heeft een recente aardbeving er veel beschadigd.
Als we de eerste dag beginnen met fietsen hebben we de verharde weg al achter ons gelaten. De weg ligt bovendien bezaaid met stenen en zit vol gaten, ook gaat het al meteen steil naar beneden. Al snel kruist een riviertje ons pad en om met droge voeten de overkant te bereiken doen we even schoenen en sokken uit. Als we het riviertje overgestoken zijn begint de weg verder te stijgen. Het wordt al snel zo steil dat fietsen niet meer gaat, waarna we proberen de fietsen omhoog te duwen. Maar omdat het ook nog begint te regenen wordt de weg glad, wat ook niet meewerkt. Ik had er vooraf rekening mee gehouden dat we veel zouden moeten lopen, daarvoor heb ik een extra binnenband meegenomen, waardoor ik de fiets makkelijker kan dragen. Het werkt wonderwel goed.
Hielden we bij het eerste riviertje onze voeten nog droog, daarna passeren we er zoveel dat ik de tel kwijt raak en het neemt teveel tijd in beslag om telkens de schoenen aan en uit te doen: daarom gaan we maar gewoon met natte voeten verder. In het plaatsje Bhulbule is een controlepost waar we een stempel krijgen als bewijs dat we er geweest zijn.
We fietsen over een 60 mtr lange hangbrug over de Marsyandi rivier en na 10 uur fietsen (over 27 km) komen we bij een volgende overnachtingsplek aan. De volgende dag rijden we door bosrijk gebied met mooie hoge watervallen. Er liggen veel rotsen op de weg die af en toe met gevaarlijke punten omhoogsteken. Hierdoor moeten we zelfs bij de afdalingen lopen!!
Onderweg zien we simpele dorpjes en terrasvormige veldjes waar rijst verbouwd wordt. Na 6 uur zwoegen komen we in Minang aan, waar we overnachten.
De volgende dag komen we bij een punt waar een waterval over de weg stroomt. De stroming is zo sterk dat we er niet doorheen kunnen fietsen, maar ook lopen is bepaald niet eenvoudig. We moeten alle zeilen bijzetten om niet met het water meegesleurd te worden. Idde raakt hier in de problemen doordat hij tegen een rotswand staat en niet verder kan. We zien het pas als wij het water voorbij zijn en het is duidelijk: we moeten terug want hij heeft hulp nodig want als hij valt wordt hij een honderden meters diepe afgrond ingesleurd. Uiteindelijk is het Jan die hem de helpende hand kan reiken, waarna we weer verder kunnen.
De overnachtingen zijn primitief en het fietsen is elke dag een belevenis.  We passeren een weg waar de keien niet platliggen maar rechtop staan, waardoor fietsen niet mogelijk is. In de Mang vallei krijgen we voor het eerst zicht op de besneeuwde toppen om ons heen. Bij tentjes onderweg drinken we vaak thee en een enkele keer scoren we er zelfs een appeltaart, al moesten er een keer eerst de appels nog voor geplukt worden. Als we de boomgrens al voorbij zijn komen we opnieuw bij een lange hangbrug over een rivier en passeren opnieuw tientallen kleine riviertjes, waar het water af en toe verraderlijk snel stroomt. 
Bij Manang splitst onze groep tijdelijk, waarna ik samen met Jan ons slaapplekje voorbij rijd. Via een trap met 186 treden moeten we een zware inspanning leveren om de fietsen weer aan de juiste kant van een berg te krijgen.
Hierna krijgen we een rustdag, om verder aan de hoogte te wennen We lopen door het middeleeuwse Manang en zien daar oude vrouwtjes met zware manden op hun rug met daarin uitwerpselen van de yaks die ze verzamelen voor brandstof. De huizen die we zien hebben veelal platte daken met daarop veel stookhout opgestapeld.
De volgende dag worden we uitgezwaaid door negen autochtone vrouwen en vervolgen we onze weg op een muilezelpad waar we de fietsen weer eens moeten dragen. Boven aangekomen zien we de Annapurna 2 voor ons liggen, met zijn 7939 mtr hoogte een van de grotere jongens. Als we weer kunnen fietsen is dat niet zonder risico omdat het paadje af en toe slechts 50 cm breed is, langs een afgrond. Iets verder wil ik stoppen en mijn voet aan de grond zetten, maar daar gaat het mis omdat mijn voet geen grond raak. Ik kukel enkele meters naar beneden en loop gelukkig geen verwondingen op.
Als we in Yak Kharka zijn passeren we de 4000 meter grens en we nemen rust om te acclimatiseren. Na de rustdag gaat het weer verder, maar hard gaat het niet vanwege de sterke stijging, maar ook vanwege het zuurstofgebrek. Over de stijging naar 4500 mtr doen we een hele dag, deels lopend en deels fietsend, het is superzwaar!
De volgende dag gaan we lopend naar het hoogste punt van onze trip, hiervoor staan we al om 4.00 u op. Het is rond het vriespunt, maar wel mooi helder. In deze periode kan plotselinge sneeuwval de pas blokkeren, dat gebeurde een jaar terug nog, wat 43 klimmers het leven kostte. Nu lopen we voorzichtig vanuit de duisternis de dag in. We klimmen via smalle paadjes omhoog en Roel moet al snel afhaken. Van een voorbijganger krijgt hij Diamox tegen hoogteziekte en als hij ons bijgehaald heeft merken we dat hij erg ziek is. Omdat hoogteziekte levensbedreigend kan zijn sluipt er wat paniek binnen. We voltooien zo snel als mogelijk de beklimming en op 5416 mtr hebben we ons mooiste uitzicht. Hierna beginnen we snel aan de afdaling. Eerst lopend tot we weer bij de fietsen zijn en dan opnieuw lopend, nu met de fietsen aan de hand vanwege het slechte wegdek. We eindigen de dag op 3800 meter hoogte.
De dagen daarna fietsen we via Kagbeni naar Samar waar we weer de nodige stempels scoren en naar Mustang waar we eindelijk weer gewoon kunnen fietsen.
Maar dat fietsen duurt niet lang en uiteindelijk leggen we meer km te voet af dan met de fiets. Voor Idde en Roel wordt dat teveel en Jim, die inmiddels met een jeep bij ons is, neemt de twee mee in zijn auto. We gaan nu naar Lo Manthang, het centrum van het verboden Tibetaanse koninkrijk, waar we weer een rustdag nemen.
Het uitzicht om ons heen doet denken aan de Grand Canyon in de VS.
Na de rustdag nemen we nog een extra dag voor een uitstapje: fietsen tot aan de Chinese grens. Hiervoor moeten we wel 1500 mtr klimmen en komen daar aan bij een onbemand monument.
Voor het vervolg van de trip liften we eerst een stuk met de jeep van Jim mee. Het probleem is echter dat de fietsen er niet goed inpassen. Na wat passen en meten lukt het uiteindelijk, maar als we een poos gereden hebben zakt de fiets van Roel toch naar beneden en crasht het voorwiel. Hij is voorlopig even klaar met fietsen, helaas voor hem. Hij krijgt later een lift van een politieman.
Wij laden de fietsen ook weer uit en fietsen weer verder. Er steekt een zandstorm op, op weg naar Kagbeni. In dit middeleeuwse dorpje vullen s avonds meerdere kuddes geiten de straten. als we de volgende dag richting Beni fiets ga ik hard onderuit. Roel is dan al samen met Jim vooruit gereisd als ik de wonden op mijn armen en benen bekijk waar het bloed uitgutst. Gelukkig kan ik verder en uiteindelijk bereiken we een asfaltweg. Na 3 weken afzien op onherbergzame kiezelpaden voelt dit erg goed. We zien weer kinderen die enthousiast Namasté roepen. In de laatste twee dagen is het vooral afdalen en als ik nog éénmaal omkijk zie ik nog de besneeuwde toppen van een deel va het Himalaya gebergte. In een gehuurd busje rijden we terug naar Kathmandu vanwaar we naar Bakhtapur fietsen.
We sluiten een mooie, maar wel erg zware tocht af. Wellicht hebben we het iets te licht ingeschat vooraf, maar de mooie plaatjes en herinneringen hebben we toch maar mooi."