Achteraf
De laatste vijf dagen van mijn leven
 
 
 
 Een terugblik in de laatste dagen van het leven
Voor José Hendrikx was er maar één uitweg,
hij maakte een bewuste keuze
 
 
 
 
 
Harrie Wenting


Voorwoord van het boek dat nog dit jaar verschijnt:

Het leven was een gelopen koers voor hem nadat een vervelende tumor zijn binnenste was gaan overwoekeren. Het stond voor hem vast dat hij de natuur een handje wilde helpen door actief zijn leven te laten beëindigen op een moment dat hij daar nog een juist besluit over kon nemen.
Jose Hendrikx besefte op zijn vijftigste dat hij eigenlijk tachtig had willen worden. Treuren om die dertig gemiste jaren doet hij niet, wel wil hij terug kijken en daarmee een boodschap afgeven.
Zijn boodschap deelde hij met de schrijver in zijn laatste levensdagen. Het werd een indringend verhaal over keuzes maken en met opgeheven hoofd deze wereld achter je laten.
In de wetenschap dat voor ieder van ons de wereld ooit zal vergaan.
De gedachten van Jose zochten een uitweg, hij zelf vergeleek het soms met een schilder die niet kan wachten om zijn beelden aan het doek toe te vertrouwen. Soms voelde hij zich een van Gogh, soms een klein ziek vogeltje.
Maar altijd bleef hij die reus die de wereld vanuit de natuur had leren kennen. Hij werkte jarenlang als bosarbeider, kon met één oogopslag zien welke bomen aan de beurt waren om geveld te worden.
Toen hijzelf aan de beurt was vergeleek hij het met een grote beuk, nog in de bloei van zijn leven, maar toch gedoemd om tegen de vlakte te gaan.
Het lot nam hem mee van deze aardbodem maar niet zonder slag of stoot. Op zijn laatste dag gaf hij nog een rede weg, door hem ‘het grote cabaret’ genoemd. De vijfentwintig toeschouwers met familie en bekenden hingen aan zijn lippen. Waar haalde deze boswerker zijn inspiratie en zijn teksten vandaan?
Hoe vreemd het lot kon zijn bleek toen de begrafenisondernemer met zijn zelfgekozen kist aankwam. Natuurlijk moest het er eentje zijn van een speciale houtsoort. De vorm en constructie waren zo bijzonder dat er verzuimd was om het over de maat te hebben: Jose paste er niet in. Ook met zijn schoenen uit bleek het geen haalbare kaart en ter elfder ure moest er nog een nieuwe kist gemaakt worden.
‘Ik geef me zo niet gewonnen’ placht Jose te zeggen. Zijn overbuurman, ook ongeneeslijk ziek, keek af en toe onder de gordijnen door wat de stand van zaken was. Jose deelde met hem de diepste emoties, beiden in hetzelfde schuitje en beiden klaar voor een volgende ontmoeting met elkaar.
Uiteindelijk was het ‘houdoe’ op zijn Brabants, precies zoals hij het geregisseerd had, waarmee hij uit deze wereld weggleed.
Om drie minuten voor twaalf werd de laatste injectie in zijn lichaam gedrukt, enkele seconden later stopte zijn grote hart met kloppen.
Zonder oorverdovend geraas stortte een beuk tegen de vlakte. De lege plek in het bos toont aan waar hij stond.