Bob Kaper rafelt schaatstechniek uiteen

Het ijs in en tussen Eindhoven en Tilburg heeft weinig geheimen meer voor Bob Kaper. De Tilburger was jarenlang schaatstrainer op de ijsbaan in Eindhoven maar nadat in zijn eigen stad een baan kwam switchte hij van thuishaven. Af en toe weten ze hem in Eindhoven nog te vinden, op zondag 14 november gaf hij een prestentatie aan een hongerig publiek: de schaatstechniek blijft boeien. 'Je kunt het pas goed in praktijk brengen als je de theorie erachter begrijpt,' is Bob zijn filosofie.

Praten met Bob Kaper is praten met een realist. Als docent in de harde vkaken op de universiteit wist hij zijn gehoor altijd te boeien zoals over de bio-mechanica. Het verbaasde hem dat er nog maar zo weinig beschreven is van de schaatstechniek. 'Ik wijt het zelf aan de commerciele ploegen, die hebben er geen belang bij dat alle kneepjes besproken worden. Toch is dat jammer want door kennis te delen kunnen we het geheel naar een hoger plan tillen.'

Hij beschreef een deel van zijn theorien en publiceerde er afgelopen jaar over in dagbladen en in het blad 'Sportgericht' (april 2010).

 

De afzet is de motor van het schaatsen

 

Volgens Kaper is de cruciale vraag: hoe kun je zo efficient mogelijk de voorwaartse beweging op de schaats creeeren. De optimale beweging krijg je als schouders, heup en voet in één lijn zijn bij de afzet. Die afzet begint trouwens al op het moment dat de voet op het ijs geplaatst wordt. Door het plaatsen van de schaats uit te stellen krijgt de voorafgaande afzet nog meer effect.

Gedurende de hele afzet oefent een naar binnen gerichte kracht invloed uit op de schaats die loodrecht (in het verlengde van het been) op het ijs geplaatst wordt. Volgens Kaper ligt het grote geheim in de beweging van de heup. 'Door de heup horizintaal te bewegen wordt kracht uit geoefend en komt een beweging op gang. Je duwt vervolgens jezelf met je volle gewicht af vanuit de afzetvoet. Die voeten moeten overigens bij het plaatsen zo dicht mogelijk bij elkaar staan, waarbij het zwaartepunt buiten de as van het lichaam blijft.'

Eric Hulzenbosch reed in Eindhoven een van zijn laatste rondjes.

Het is duidelijk dat Bob urenlang kan praten over het schaatsen en de bio-mechanische techniek daarachter. Hij gebruikt in zijn presentatie wedstrijdbeelden van Nederlandse toprijders en weet daarbij moeiteloos de verbanden tussen de top- en de breedtesport te leggen. Of de recreanten die doorgaans tot zijn gehoor horen het al direct in de praktijk kunnen brengen is de vraag: de toekomst zal het leren.

Intussen bijft Bob zijn rondjes draaien, op de ijsbanen van Eindhoven en Tilburg. Naar als het fff kan ook op het ijs van de Flaes want als daar een ijsvloer ligt is hij er als de kippen bij.

Bob Kaper, zestiger, van beroep levensgenieter en beoefenaar van diverse sporten. Op het technische vlak een meester die nog maar beperkt de waardering krijgt die hij verdient.