Leven als jachtopziener in boek

Jachttoezicht en stroperbestrijding

 

Trompetter nov 2010

 

Esbeek – Zijn ogen zijn achter een bril verborgen maar toch missen die ogen maar weinig in zijn omgeving. Die omgeving is toevallig wel 1700 hectare groot en omvat een van de meest waardevolle natuurgebieden in Brabant: Landgoed De Utrecht tussen Esbeek en Lage Mierde.

Cees van Geel (63) is er al ruim dertig jaar de jachtopziener en hij stond oog-in-oog met  de meest fantasierijke stropers. ‘Een keer hadden ze een mauser op mij gericht met een zelf geknutselde demper erop.’ Cees bleef ook in zo’n situatie ijskoud en nam het materiaal in beslag, net zoals hij dat deed met honderden klemmen en strikken die hij in het gebied aantrof. Al het materiaal bij elkaar inspireerde  hem om het te gaan beschrijven en zo de praktijk van een jachtopziener een gezicht te geven. Woensdag 10 november wordt zijn eerste boek gepresenteerd als burgemeester Palmen van Hilvarenbeek het eerste exemplaar van <I>Jachttoezicht en stroperbestrijding<I> in ontvangst  neemt. 

 

 Het leven als jachtopziener past helemaal bij het leven van Cees van Geel, hij kreeg het van huis uit  met de paplepel ingegoten. Toch vond zijn vader een beroep als  jachtopziener  te gevaarlijk voor zijn jongste zoon, daarom werd hij naar de ambachtsschool gestuurd. Maar de schoolbanken waren niet besteed aan Cees, hij zat daar enkel te dromen van de sporen die hij onderweg naar school waargenomen had.

 

gemoedelijkheid

 

Zijn groene hemd hangt losjes open en als je bij hem thuis binnen komt passeer je een kapstok met daarop een jachthoorn en vijf groene  hoedjes. Zijn honden blaffen je vrolijk tegemoet maar eenmaal in Zijn  jachtwoning komt de gemoedelijkheid op je af. Grootste geweien kijken als jachttrofeeën de kamer in, op diverse doeken zijn jachttaferelen vastgelegd. Het is duidelijk dat de bossen en de natuur het terrein zijn van buitenman Cees van Geel.

De geboren Utrechter kwam via de Wieringerwaard en Vuuren (Gelderland) in Brabant terecht. Zijn kennis over de natuur en de jacht waren opgevallen en hij werd benaderd voor een baan als jachtopziener op landgroed  De Utrecht. Het leven tussen de bomen en het wild was zijn leven en hij was in zijn nopjes dat hij dat in dit mooie gebied in de praktijk mocht brengen.  In de witte boswachterswoning bij Den Bockenrijder vond hij in 1980 zijn thuisbasis.

 ‘In het begin trof ik een slechte wildstand aan. Er waren teveel reeën, door het overtal waren ze ondervoed en  hazen zag je nergens. Er moest actief ingegrepen worden.  Ik begon met het aanleggen van voerakkers en zorgde er voor dat er zuiniger om werd gegaan met de dichte bospercelen.  Nu zijn er opnieuw te weinig kaalslagen. Het klinkt vreemd maar het wild  heeft het nodig om in jong aangeplant bos te kunnen schuilen. Als je alleen maar uitdunt ontstaat er een hol bos waar je zo doorheen kijkt en dat is funest voor de reeën.’

 

Vanaf het aller eerste begin in De Utrecht kon geen bezoeker meer om Cees  heen, ook al zag je hem lang niet altijd. Hij hield altijd de vinger aan de pols en ging de confrontatie met de bezoekers aan: vooral met diegenen die in de bossen hun eigen voordeel najagen.

‘Waar wild zit wordt altijd gestroopt, is mijn ervaring,’zegt hij. ‘ Ik heb het hier allemaal meegemaakt van simpele strikken tot geavanceerde geweren. Ik ben nooit voor wie dan ook opzij gegaan en nam al het illegale spul gewoon in beslag. Vergis je ook niet in de honden die mensen los laten lopen. Als ze je aan zien komen gaat de viervoeter aan de lijn maar als je de hoek om bent loopt hij weer los. Als je weet hoe zeer dit de natuur kan verstoren… Veel mensen zijn enkel bezig met het najagen van hun eigen beleving zonder aan de gevolgen voor anderen te denken.’

Cees werd als jachtopziener vaak gevraagd voor lezingen aan scholen en verenigingen en merkte dat het een voordeel was als hij zijn verhaal goed documenteerde. Toen hij steeds meer materiaal bij elkaar had besloot hij er een boek over uit te brengen: zijn eerste boek.

 

Eerste boek

 

Nu dat boek klaar is, is hij daar toch wel een tikkeltje trots op. Het is een handzaam boekje geworden, in full color gedrukt met een harde kaft eromheen dat hij in eigen beheer uitgeeft.  Het boek telt 85 bladzijden en beschrijft het leven van een jachtopziener: zijn leven. Het geeft een interessant inkijkje in de praktijk  van alledag, daarom dat hij het ook aanprijst voor aankomende jachtopzieners.

Woensdag 10 november neemt burgemeester Palmen het eerste boek in ontvangst. Deze handeling vindt plaats midden in zijn werkgebied, in herberg Den Bockenrijder.

‘Het is hier een uniek gebied hier in Brabant,’ zegt Cees als hij met een kennersblik tussen de bomen door kijkt. ‘Het beslaat landgoed Wellenseind en het hele bosgebied oostelijk van de N269 tussen Esbeek en Lage Mierde. Westelijk van die weg ligt er ook nog 200 hectare. Aan de oostkant loopt het gebied door tot aan de Neterselse Heide.

 

Cees van Geel. Hij koos voor het leven als jachtopziener en overtuigde zelfs zijn vader dat het ‘t mooiste beroep van de wereld is. “Als je maar niet denkt dat een baan van negen tot vijf is,’ waarschuwt hij. In zijn werkgebied weet hij nu een gezonde wildstand en hij ziet er alle spechtensoorten. Rond de vennen zoals e Flaes enGoor heeft hij bijgedragen aan een perfect leefmilieu voor tientallen diersoorten waarvan sommigen maar op enkele plekken in Nederland voorkomen. Behalve het toezicht op de wildstand houdt hij ook een oogje in het zeil als de kinderen naar school fietsen, als de bezoekers aan Den Bockernrijder ruziene om een parkeerplek of als er afval gedumpt wordt.

‘Het leven als jachtopziener is door zijn veelzijdigheid echt het mooiste beroep,’ zegt Cees. Met zijn boekje hoopt hij te laten zien dat het niet meer past bij het geromantiseerde beeld van de boswachter die enkel met zijn terreinwagen door de bossen toert.

 

Het boek van Cees van Geel <I>Jachttoezicht en stroperbestrijding<I>  is te bestellen op de site www.jachttoezicht.nl  of te koop bij  boekhandel Peter Swaanen in Hilvarenbeek.

 

fotos:Cees van Geel