Concordia Reusel 100 jaar (2)
Van concours tot gouden bruiloft
(ook dit verhaal is live verteld bij de viering van het eeuwfeest)
 
Februari 2019
 
De drumband in 1968

In 100 jaar heeft Concordia ontelbaar veel activiteiten gehad. In de begintijd waren het vooral de serenades bij een jubileum of bruiloft en het meelopen bij optochten zoals de missieoptocht en processies. Vanaf 1928 werd er deelgenomen aan concoursen: met de hele vereniging of individueel als solist. Pastoors en burgemeesters werden ingehaald en ook weer uitgezwaaid en kampioenen gehuldigd. Maar een feest in Reusel, was pas een feest als Concordia was langs geweest.
Zo was er het echtpaar van Adrianus Lavrijsen en Maria Joosen. Ze hadden samen een keuterboerderijtje op de hoek van het Holland en de Zeegstraat en zoals dat ging in die tijd, een grote schare kinderen. Maar wat maar weinigen wisten was dat Adrianus een groot muziekliefhebber was. Maar ja, wat heb je daaraan als je nooit muziek hoort? De enige muziek was er in zijn hoofd als hij de koeien aan het melken was er als hij zondags naar de hoogmis ging en het orgel de Latijnse gezangen begeleidde.
Nu had hij wel gehoord dat er pas een nieuwe muziekvereniging opgericht was in Reusel. Hij had ze nog nooit horen spelen, maar onlangs vernam hij dat er nieuwe instrumenten aangekocht waren en dat er veel aanmeldingen waren van nieuwe leden. Maar ja, wat had hij daaraan….
De datum van 12 oktober 1921 naderde dat hij en zijn vrouw 50 jaar getrouwd waren. Normaal gesproken gingen de koeien begin oktober van de weide naar de stal, maar nu moesten ze even wachten want er moest eerst een feestje gevierd worden: hun eigen gouden bruiloft.
De dagen voorafgaand aan het feest werd de stal schoon gemaakt en versierd. Vanuit de buurt werd een half bos dennentakken aangesleept om de hele straat te versieren en boven de voordeur kwam een grote boog met centraal bovenin de cijfers 5 en 0.
Terwijl het smorgens nog stil was in de straat, was het nog stiller in het huis bij de lavrijsens. Er werd door de kinderen die allen in huis waren achtjes gebuurt en gerookt. Maar terwijl de stemming steeg, leek het wel alsof het steeds stiller werd. Dan ineens, in de verte klanken van muziek, zoals ze dat nog nooit gehoord hebben. Iedereen die binnen was verdrong zich bij de achterdeur om te zien wat er aan de hand was. Adrianus en zijn vrouw bleven zitten, ze hadden al een vermoeden. Teder hield hijHij de hand van zijn vrouw vast. ‘Ad,’ zei ze. ‘Zun ze dè vur ons komme doen?’ Hij kon niet antwoorden, had tranen in zijn ogen. Door het raam zag hij twee herauten op een paard die een lange trompet in hun handen hadden. Daarachter een aantal mannen, waarvan hij er enkele herkende, allen een instrument in hun handen. En terwijl de muzikanten door de gasten naar binnen werden gehaald, speelden die het Wilhelmus. Adrianus had het nooit meer gehoord sinds hij het zelf ooit op school geleerd had. Nu klonk het als hemelse muziek in zijn oren.
In de dagen, de weken en de jaren die hen daarna nog restten, ging het gesprek van hen beiden altijd over dat ene feest, en dan vooral de muziek waar zij op getrakteerd werden. De muziek van Concordia.
Hun verhaal werd later nog vaak uitgedragen door een van hun zoons, die later tot een bekende Reuselnaar uit zou groeien: niemand minder dan d’n ouwe taaie, ofwel Jan Lavrijsen. Ook voor hem speelde de harmonie, zoals in 1982 toen hij zijn honderdste verjaardag vierde.