Harmonie Concordia Reusel:
Wordt het na de oprichting een harmonie of fanfare?
(onderstaand verhaal is live verteld bij de viering van het eeuwfeest)
 
Februari 2019
 

Concordia in 1928, toen nog een fanfare

In 1919 zijn de meeste Belgische vluchtelingen weer over de grens gegaan. De gevaarlijke dodendraad staat er nog, maar de spanning is eraf. In andere Kempische dorpen zijn er al harmonieën en fanfares opgericht, zoals ook in Bladel.
In Reusel vindt burgemeester Willekes dat ze niet achter kunnen blijven en dat is de reden om de koppen bij elkaar te steken. In het café van Gotte aan de Lensheuvel komen een aantal mannen bij elkaar. De mulder Fons Coppens, Adri Kerkhofs d’n Brouwer, burgemeester Willekes en de industrieel Imants.
‘Wij kunnen niet achterblijven bij Bladel,’ zegt Willekes. ‘Daarom moeten wij ook een muziekgezelschap oprichten,”  zegt burgemeester Willekes. ‘Wij zijn een van de weinige dorpen die nog geen eigen harmonie hebben. In Bladel vierden ze vorig jaar al het 75-jarig bestaan. Kun je nagaan hoever wij achter lopen.’
De heren besluiten allereerst bij een muzikaal deskundige te rade te gaan en komen uit bij meester Harrie van Gisbergen in Hooge Mierde. Harrie, met zijn bijnaam Doeske, had in Hooge Mierde al een harmonie opgericht. ‘Als jullie echt indruk willen maken, moet je gaan voor een harmonie en niet voor een fanfare,’ zegt hij.’ Wat is het verschil dan?’ wil Willekes weten.
‘Een harmonie heeft zowel houten als koperen instrumenten en is veel completer,’ legt Doeske uit.
‘Dan gaan wij daar voor,’ stelt Willekes voor. ‘Dan gaan we meteen over Bladel heen.’
Ze gaan met een afvaardiging naar Tilburg, waar bij de Koninklijke Nederlandse fabriek van muziekinstrumenten 23 blaasinstrumenten aangekocht worden: 15 koperen en 8 houten blaasinstrumenten. Met veel enthousiasme wordt er een begin gemaakt met de repetities en er wordt overlegd waar ze voor het eerst op kunnen treden.
‘Er is binnenkort een processie, dat past precies,’ stelt d’n Brouwer voor.
Ze spreken af dat er een delegatie naar pastoor Verstappen gaat om het af te stemmen, maar daar lopen ze tegen een domper aan. De pastoor vindt de houten blaasinstrumenten niet passen in zijn processie. Jezus is aan een houten kruis gestorven, daarom passen houten instrumenten niet, zegt hij!
Het nog nieuwe bestuur had hier geen rekening mee gehouden en ze steken de koppen bij elkaar. Er zit niets anders op dan de houten instrumenten maar weer te verkopen, waarmee ze meteen gedegradeerd worden tot fanfare. De acht houten instrumenten leveren bij verkoop nog wel 195 gulden op, dat wel. Met bugels, cornetten en trombones werd er meegelopen in de processies en later andere evenementen. Iedereen had in die tijd nog gewoon zijn eigen kleding aan, want pas in de jaren zestig zouden de kostuums hun intrede doen.
Het zou nog tot 1968 duren dat Concordia weer een harmonie zou worden. Dat was in een glorieperiode van de vereniging. Er was toen al een jeugdafdeling en eigen drumband. En die relatie met de pastoors van Reusel?
Die is altijd bijzonder gebleven….