Boeren met alternatieven.
De biologisch dynamische boerderij de Aalsthoeve.
De boeren in Nederland maken van tijd tot tijd een periode door waarin ze zich aan moeten passen. Voor boeren is dit niets nieuws: Brabantse boeren hebben in het verleden al bewezen zich als geen ander aan te kunnen passen aan veranderende situaties. Ook nu, in een periode waarin de overheid beperkingen oplegt aan de ondernemers en de ruimte schaars is, passen boeren zich aan en gaan ze op zoek naar alternatieven. In deze rubriek wordt een bedrijf belicht dat alternatieven zoekt in zijn bedrijfsvoering in de ruimste zin van het woord. Harrie Wenting op bezoek bij Dirk, Annie en Marco van Liere in Esbeek.
Een alternatief vindt Dirk zijn ecologische boerderij eigenlijk niet: het is meer een leefwijze waar de familie hun manier van werken op de boerderij op aangepast heeft. Op bezoek bij de familie van Liere aan de Tuldensedijk in Esbeek treffen we aan de rand van de bossen van ‘Landgoed de Utrecht’ een situatie aan waar de bezoeker zich jaren terug in de tijd waant.
Migratie uit Zeeland
Het verhaal van de familie van Liere begint jaren terug toen Dirk zijn grootvader, aangetrokken door de ruimte en de ontginning, van Zeeland verhuisde naar het Brabantse. Behalve Zeeuwen kwamen er ook veel Zuid-Hollanders maar ze bleven er lang niet allemaal. Van Liere bleef en bouwde de splinternieuwe boerderij op door de grond eromheen te ontginnen. “In het begin groeide er alleen maar zwarte haver en koolraap” zegt Dirk van Liere over de begintijd waarin zijn opa pionierde. “In feite hadden de mensen hier ook een mestprobleem maar dan een ander als tegenwoordig”. Grootvader van Liere handelde naast zijn geboer nog wat in paarden en nadat hij in 1944 overleden was splitsten zijn zonen in 1952 het bedrijf in tweeën. De vader van Dirk had met 36 hectare nog een behoorlijk stuk grond om te bewerken en had met 25-30 koeien een grote boerderij voor die tijd. “Er waren altijd minstens twee knechten die meehielpen op het bedrijf waar ook altijd wel enkele varkens werden gehouden en waar ook enige akkerbouw plaats vond.
Een nieuwe generatie
In 1972, hij was inmiddels met Annie getrouwd, een onderwijzeres uit Bergeijk, nam Dirk het bedrijf van zijn vader over. Het was een gemengd bedrijf met de nadruk op het melkvee en toen Dirk in 1974 een ligboxenstal bouwde leek het alsof hij ineens veel meer tijd kreeg. “We konden ineens wel 80 koeien gaan houden en in plaats van het melken met één machine in de groepstal werden de beesten vanaf toen met 8 tegelijk gemolken”. De introductie van de snijmaïs en het gemakkelijker werken in de stal zorgden voor een verandering op het bedrijf: veel handwerk werd er vanaf toen mechanisch gedaan en de boer werd van arbeider een ondernemer.
De ontwikkeling van het bedrijf van Dirk en Annie van Liere is tot op dat moment nog steeds te vergelijken met tal van andere bedrijven in onze regio.
Gerechtigheid, vrede en de heelheid van de schepping.
Denkend en filosoferend over de zin van het leven kwamen Dirk en Annie vragen tegen waar ze een antwoord op zochten. “Hoe moet onze wereld straks voortbestaan voor onze kinderen en kleinkinderen als we doorgaan op de manier waarop we nu bezig zijn? Hoe moet het straks verder gaan als al onze lucht, het water en ons land steeds meer vervuilt raakt ?
In de kerken was indertijd een conciliair proces op gang gekomen waar mensen zich met soortgelijke vragen bezig hielden. De start van dit proces was al veel eerder geweest: al in
1934 riep de theoloog Bonhoeffer de mensheid op om zich te begeven in een proces dat moest leiden tot bezinning en vrede. In het voorjaar van 1986 kreeg deze oproep een vervolg door de brief van Emilio Castro, de secretaris-generaal van de wereldraad van kerken, aan de nationale kerken om zich verder te begeven in het ‘conciliair proces’ waarin de kernbegrippen ‘justice, peace and integrity of creation’ waren. Vertaald betekent dit: gerechtigheid, vrede en de heelheid van de schepping.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Geen vrede zonder gerechtigheid en
geen gerechtigheid zonder vrede.
Geen gerechtigheid zonder vrijheid en
geen vrijheid zonder gerechtigheid.
Geen vrede onder de mensen
zonder vrede met de natuur.
Geen vrede met de natuur
zonder vrede onder de mensen.
                                  c.f. von Weizsäcker
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Toen Dirk als een van de eerste cursisten over de mineralen balans hoorde, ging hij zaken toepassen op zijn eigen bedrijf. Minder kunstmest strooien, de maïs schoffelen in plaats van spuiten en de toevoeging van stikstof tot 25% terug brengen. De volgende stap bestond er voor Dirk uit om bij de Dienst Landbouw Voorlichting in Dronten advies te vragen om een nieuw bedrijfsplan op te stellen met als uitgangspunt het biologische boeren.
In 1993 meldde Dirk zich aan bij de SKAL (Stichting Kontrole Alternatieve Landbouw). Hierna had hij nog niet meteen een volledige biologische boerderij. Er volgde een aanmelding om melk te leveren aan de ‘biologische’ melk fabriek. “De bedrijven in Udenhout en Breda die de biologische melk verwerken hadden beiden een wachtlijst en daardoor hadden we geruime tijd een situatie dat we biologisch werkten maar dat de produkten nog niet biologisch verwerkt werden.” Zoon Marco vult zijn vader aan als hij zegt dat het een sprong in het duister was om het bedrijf geheel over te schakelen van de traditionele manier van werken naar de biologische manier. Marco is met het diploma aan de Hoger agrarische school op zak inmiddels toegetreden tot de maatschap van zijn ouders en kan de huidige manier van werken volledig onderschrijven. “Je moet echter wel stevig in je schoenen staan en voor 100% achter je keuze blijven bestaan zo merkte hij de afgelopen 5 jaar. Ook Dirk merkte dat de veranderingen niet altijd iets opleverden. “Je moet een veer laten want doordat we geen kunstmest meer gebruiken leverde de grond minder op en doordat de koeien veel minder krachtvoer krijgen zakt de produktie meteen met 500 kg per koe per jaar. In het voer zitten bij de biologische boer geen dierlijke bestanddelen en geen producten uit de ontwikkelingslanden. Positief in deze ontwikkeling was dat het bodemleven in de grond en de dieren zich wel aan bleken te passen aan de nieuwe situatie. Dirk merkte dat de grond zich kon herstellen. Hij merkte ook dat sommige koeien wel en andere veel minder zich aan konden passen. Al met al leken de deskundigen wel gelijk te krijgen toen ze vooraf stelden dat een omschakelingsproces minstens 5 jaar in beslag neemt.
Met de viering van het eerste lustrum dit jaar sloot van Liere de aanloopfase af. De overtuiging voor hun manier van werken en de belangstelling voor de produkten gaven hen steeds opnieuw de inspiratie om op de ingeslagen weg door te gaan. De melk die geleverd wordt aan de biologische melkfabriek brengt meer op als bij de andere fabrieken. “Als de consument wil dat wij op deze manier boeren, dan moeten ze er ook naar handelen en onze produkten kopen ook al zijn ze wat duurder” zegt Dirk. Vooral in een land als Duitsland blijkt een goede markt te zijn voor produkten van de biologische boerderij. Om het biologische keurmerk te mogen dragen
krijgt het bedrijf regelmatig onverwachte controles van de SKAL. Om aan het keurmerk te blijven voldoen wordt er niet met bestrijdingsmiddelen gespoten. Zaden worden niet tevoren ontsmet en de dieren worden niet preventief behandeld met geneesmiddelen en er wordt geen kunstmest gebruikt.
Een aantal aanpassingen leverden in het begin wat aanloopproblemen op waar een oplossing voor moest worden gezocht. Toen na het zaaien van de maïs de kraaien de niet ontsmette zaden in de gaten kregen waren ze in enkele dagen met heel het zaaigoed er vandoor. Om de oogst toch veilig te stellen werd een vlieger opgelaten die op een havik lijkt. De onverwachte bewegingen van deze pseudo rover bleken de kraaien lang genoeg af te schrikken tot de plantjes ontkiemd waren. Het onkruid-vrij houden van de maïs velden was ook een uitdaging waar veel inventiviteit voor gevraagd werd. Dirk merkte dat het werken met een wiet-eg op het moment dat het onkruid nog net niet boven de grond uitkomt goede resultaten had. “Een dag te lang wachten kan echter al fataal zijn want als je te laat bent heeft het eggen geen effect meer.” Als de gewassen groter worden wordt er veel geschoffeld, iets wat met een nat jaar als ‘98 minder resultaat had als andere jaren.
Grondmonsters bevestigden inmiddels de vermoedens van Dirk dat zijn grond zich goed aanpaste aan de nieuwe omstandigheden. “Waarschijnlijk wortelt de maïs dieper doordat hij verder moet zoeken naar voedingsstoffen en hierdoor hoeft hij ook niet beregend te worden.” Daarnaast zaait van Lier de maïs later waardoor hij sneller doorgroeit en het onkruid minder tijd heeft om zich te ontwikkelen. Door de klaver tussen het gras wordt de stikstof uit de lucht op een natuurlijke manier gebonden en hoeft het niet kunstmatig toegevoegd worden.
Alternatieve gewassen
Een van de gewassen die we in het Kempische landschap weinig tegenkomen is de Triticale en de Luzerne. Net als de klaver is Luzerne een vlinderbloemige plant, die de stikstof uit de lucht bindt en in de grond brengt. Het gewas wordt net als gras gemaaid en verwerkt waarna het als veevoer dient.
Het werken met een extensieve manier van werken waarin 2 grootvee eenheden per hectare gehouden worden leverde de van Liers een voorlopige ontheffing op voor de MINAS boekhouding. Als ook zij later niet aan deze administratieve verplichting ontkomen weten ze nu al dat het geen enkel bezwaar op zal leveren. “Eigenlijk vallen de uitgangspunten voor dat mineralen beheer heel erg in onze manier van denken” zegt Annie als ze aanschuift met de koffie. Het is ons streven om een kringloop te hebben op ons eigen bedrijf en om elementen van vroeger weer opnieuw toe te passen. Voor de specifieke problemen die ze daarin tegenkomen kunnen ze terecht bij het Louis Bolk Instituut in Driebergen.
De 65 koeien en 40 stuks jongvee van her MRY ras zien regelmatig bezoek in de stal of in de wei verschijnen. De excursies die op het bedrijf gegeven worden leveren steevast veel reacties op. Voor f 5,- p.p. krijgen allen die op excursie komen 2 geurige koppen koffie met naar wens biologische melk daarin. 
Met het in stand houden van het MRY ras wil Dirk er voor zorgen dat het niet geheel uit onze contreien verdwijnt. Daarnaast krijgt hij als biologische boer ook meer voor het vlees en de rood-bonten zijn nog altijd een betere leverancier van vlees als de zwart bonten als de Holstein Frysians.
“Ondanks alle goede uitgangspunten blijft het belangrijkste natuurlijk dat wij onze kost moeten kunnen blijven verdienen op het bedrijf, anders heeft het allemaal niet zoveel zin.
Toekomst
Marco voorspelt de biologische boerderij een goede toekomst. Hijzelf zou er nog graag meer grond bij willen hebben om nog meer zelfvoorzienend bezig te zijn en daarnaast spreekt een potstal hem heel erg aan. “Jammer dat het bosgebied hier geen natuurgebied is, want wij zouden met onze bedrijfsvoering prima passen in een bufferzone voor zo’ n gebied”. De korenbloemen en de klaprozen zag hij tussen zijn velden al tussen de vergeet-me-nietjes staan maar de wilde brunel is een plant die pas sinds kort weer waargenomen is.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In Nederland vij er honderden boeren die biologisch werken. Ze bewerken tesamen 17.500 ha grond ofwel 1 % van het totale areaal. 39 % van deze bedrijven is te vinden in de veehouderij.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Enkele jaren na dit interview is de nieuwe generatie Van Liere verder gegaan met de biologische boerderij.
HW 1999/2000