Boeren met alternatieven.
Anjers op de boerderij
De boeren in Nederland maken van tijd tot tijd een periode door waarin ze zich aan moeten passen. Voor boeren is dit niets nieuws: Brabantse boeren hebben in het verleden al bewezen zich als geen ander aan te kunnen passen aan veranderende situaties. Ook nu, in een periode waarin de overheid beperkingen oplegt aan de ondernemers en de ruimte schaars is, passen boeren zich aan en gaan ze op zoek naar alternatieven. In een tweewekelijkse rubriek wordt een bedrijf belicht dat alternatieven zoekt in zijn bedrijfsvoering in de ruimste zin van het woord. Harrie Wenting op bezoek bij Jaan en Kees Paridaans aan de Gijsestraat in Lage Mierde.
De raamloop slingert zich als een slang door het landschap en de meanders zijn zo groot dat het beekje zichzelf telkens bijna tegenkomt. De gagel en andere wilde planten groeien aan beide zijden en flora en fauna tieren er welig. Tussen de Neterselsedijk en het Vloeieind liggen de Ghèse, de Braken en de Polders. Wel 30 boeren uit Lage Mierde hebben er een klein lapje grond waardoor ze steeds hun vee moeten verplaatsen. Als in de beginjaren 60 de ruilverkaveling komt die de Raamloop, een zijrivier van de Reusel, recht trekt en de grond van de boeren opnieuw indeelt ontstaat er voor de familie Paridaans een perceel van 12 hectare aan een stuk. “je wist als boer niet wat je overkwam” zo kijkt Kees Paridaans terug naar die tijd. “Je zag toen ook de schoonheid niet van het meanderende beekje”. In het voorjaar op dagen dat het land langs de raamloop net bewerkt is kun je nu nog altijd zien waar de kronkels van de beek liepen volgens Kees die in het beekdal tegen de Raamloop zijn bedrijf heeft.
Pratend met Kees en Jaan Paridaans treffen we mensen die in harmonie met hun omgeving hun kost proberen te blijven verdienen. De ingrepen die door de ruilverkaveling tot stand kwamen waren rigoureus en zullen moeilijk te herstellen zijn. “Het zal veel geld kosten om zo’ n beek weer in oude staat te krijgen en bovendien bracht de ruilverkaveling ook goede dingen mee.” zegt de boer die van een generatie is dat er nog gewoon gewerkt moest worden om het brood op de plank te krijgen. “Zaken als een meanderende beek, een ecologische structuur: daar dacht je niet aan in die tijd”.
Op het bedrijf waar hij nog een tijd in maatschap met zijn vader werkte bouwde Kees in 1974 een stal aan de overkant van de provinciale weg aan het verlengde van de Gijsestraat. Voor het verzorgen van het vee werd er naar de stal gependeld en toen Jaan voor de kleine kinderen moest zorgen kon zij daardoor maar moeilijk een handje mee helpen. Er werd besloten er een huis bij te bouwen en in ‘87 werd de Kempenbaan overgetrokken. Door de ontwikkelingen in de veehouderij bleef er begin jaren ‘90 ruimte om eens aan iets anders als alleen vee houden te denken. Toen Kees en Jaan eens aan de koffie zaten de het blad ‘de Boerderij’ doorkeken zagen ze een informatief stuk over de teelt van bloemen. De bon die erbij zat werd opgestuurd want Kees had al eens bij Amting in Hulsel gezien dat het werken tussen de bloemen een interessante bezigheid was. Bovendien interesseerde het tuinieren hem.
“We wisten niet echt waar we aan begonnen, we hadden geen ervaring in de bloementeelt maar wat we wel hadden was interesse in tuinieren. We hadden de tijd en er was het enthousiasme om met dergelijke dingen bezig te zijn.
Toen een vertegenwoordiger op het ingestuurde kaartje reageerde was zijn eerste vraag waar Kees bloemen dacht te gaan kweken. De vrijgekomen moestuin die Kees aanwees vond de man te klein. De familie Paridaans had zich niet gerealiseerd dat je voor voldoende afname zo’ n 5000 planten ineens moest zetten.
Alles werd nog eens afgewogen en toen ook Jaan ervan overtuigd was om er iets bij te hebben dat je thuis in elk verloren uurtje kunt doen, werd er een weitje omgefreesd en kwamen in 1995 de eerste anjers. Toen in dat jaar voor het eerst hun produkt geleverd werd hadden ze het gevoel: “wat een beetje is dat wel de moeite waard?
In het najaar van dat jaar werd er een volgende planning gemaakt en steeg het aantal planten naar 7000. Om de planten te kunnen leveren was Kees inmiddels lid geworden van de bloemenveiling in Aalsmeer en naaldwijk en met andere telers uit Brabant werd een groepsvervoer geregeld. In de nacht worden de bloemen in een gekoelde wagen naar naaldwijk gebracht waar ze verder de hele wereld over gaan.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De anjer ofwel Dianthus betekent: goddelijke bloem. Dios = schitterend (Grieks) en athos = bloem. Het is een symbool van grilligheid, hartstocht en verlangen. Er zijn 300 soorten die over de hele wereld gekweekt en veredeld worden. De kelkbladen van de bloem zijn vergroeid en aan de voet omgeven door schubben. Een drietal soorten anjers komen in Nederland nog in het wild voor. De anjer kent variëteiten die winterhard zijn maar de bloemen die als snijbloem gekweekt worden zijn dat niet. Het zijn variëteiten die voortgekomen zijn uit de dianthus caryophyllus. 
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het eerste jaar kweken
De planten die het eerste jaar gezet waren plaatsten de nieuwe bloemenboer al snel voor een probleem. Toen het goed weer werd begonnen de bloemen te groeien en kwamen bijna allemaal tegelijk in bloei. Er kon massaal geleverd worden aan de veiling maar helaas ging dat ook bij anderen zo en zakte de prijs in. Voor Jaan en Kees kwam daar nog eens bij dat ze een aantal zaken nog niet goed onder de knie hadden. Het ‘bossen’ van de bloemen ging b.v. nog niet goed. Gelukkig verliep de tweede oogst beter en trokken de prijzen ook wat aan maar Kees had wel iets geleerd: je moet zorgen dat je de piek van andere telers voor bent en dat je een goede spreiding hebt van je aanvoer.
Prinses Diana.
De bloementuin groeide verder en het vorig jaar werden planten aangekocht die al eerder getopt waren, iets wat je als kweker normaliter zelf doet na het planten. De planten hadden hierdoor voorsprong in de groei. Door een deel van de planten te beschermen onder plastic tunnels konden ze nog eerder geplant worden wat 3 weken tijdwinst opleverde. “Dat bleek een goede zet te zijn” zegt Kees die vanaf half juli zijn anjers leverde terwijl anderen pas half augustus hun oogst hadden. “De prijzen waren gunstig en we waren benieuwd of we bij de tweede oogst eind augustus en begin september ook een goede prijs konden krijgen. Toen we op een morgen hoorden van de dood van de Engelse prinses Diana waren ook wij hevig geschokt. We waren ook bijzonder ontroerd toen we de bergen bloemen zagen die er door de Britten aangedragen werden voor hun ontvallen symbool van eerlijkheid en vrijheid. Er was ineens een zeer grote vraag naar de anjers die door Kees uit zijn tweede oogst aangeleverd werden. Doordat de prijs met de vraag mee groeide werd 1997 een topjaar.
De groei.
De anjers worden door de kwekers doorgaans in maart geplant. De plantjes kunnen een lichte vorst hebben maar niet gedurende de eerste 2 weken nadat ze geplant zijn. Als de eerste bloemenknop ontstaat wordt deze eruit gesneden zodat er 6 tot 7 nieuwe scheuten ontstaan die zodoende een trosanjer opleveren. Vanaf half juli kunnen de bloemen gesneden worden voor de oogst. 7 a 8 bloemen worden verpakt tot een bos en 10 bossen gaan in een emmer. Elke emmer wordt gevuld met 3 liter water en met 29 emmers worden de speciale karren geladen waarna ze naar de veiling in Naaldwijk gaan. Al de volgende dag kunnen de bloemen op hun plaats van bestemming zijn.
Nieuwe ontwikkelingen
Ook de ontwikkelingen in de bloementeelt en de handel staan niet stil zo merken we. De veilingbrief die nu nog handmatig geschreven wordt en bij elke kar gevoegd wordt zal in de toekomst per computer geregistreerd worden. De kopers kunnen zodoende sneller een overzicht krijgen van de waar die hun wordt aangeboden. De bloemen die voor het veilen gekeurd worden kunnen in de toekomst door de kweker zelf gekeurd worden. Door de opmerkingen over zijn eigen produkt te vermelden geeft hij de koper inzicht in de kwaliteit. Steekproeven moeten uitwijzen of de teler zichzelf en zijn produkt goed beoordeeld.
Het vervoer naar de veiling levert doorgaans geen problemen op omdat het s-nachts gebeurd. Het vervoer vanaf de veiling naar het afzetgebied is een ander verhaal. In het drukke verkeer rond Amsterdam verloor men vaak kostbare tijd met een produkt dat het moet hebben van een verse aanlevering.
 
Het idee om een zeppelin in te zetten van de bloemenveiling naar het distributiecentrum in Londen is voor velen nog een ontwikkeling die erg ver weg is en het is maar de vraag of het echt van de grond komt.
Toekomst
Kees en Jaan hebben op dit moment hun ideeën klaar voor de toekomst van de bloemenkweek op hun bedrijf. De top in de anjerteelt zien ze bereikt omdat een verdere uitbreiding ook in zou houden dat ze personeel van buiten af moeten hebben en dat zien ze niet zo zitten. Hun eigen kinderen helpen wel eens mee en voor het snijden van de bloemen wordt wel eens een kennis ingeschakeld maar daar blijft het dan ook bij. Ze hebben nu enkele andere planten gezet waaronder de hypericum, een heesterachtige overblijvende plant die 7 á 8 jaar kan blijven staan en bijna het hele jaar door geoogst kan worden. Doordat hij het eerste jaar niet geoogst wordt zal in ‘99 blijken hoe dit produkt bevalt.
De kwaliteit van de anjerteelt is iets dat steeds verbeterd kan blijven worden. In een studieclub wisselen de Brabantse anjertelers de ervaringen met elkaar uit en met het milieu project siergewassen levert Kees ook een bijdrage om de omgeving zo min mogelijk te belasten met de gewasbeschermingsmiddelen.
De familie Paridaans kan intens genieten als ze hun eindprodukt op een veiling langs zien komen. De karren met bloemen gaan rechtstreeks naar de detailhandel en het blijft een prachtig gezicht voor hen.
De koeien zullen in de Gijsestraat het malse gras blijven grazen maar in de luwte van het beekdal zullen ook de bloemen blijven groeien. Niet alleen de wilde bloemen langs de raamloop, maar ook de gecultiveerde planten bij de familie Paridaans.
 
Ook na tien jaart florrert de bloementeelt nog steeds aan de Gijsestraat.
HW 1999/2000