Boeren met alternatieven: boeren als alternatief.
De zorgboerderij
 In een tijd dat de landbouw onder druk staat door beperkingen van overheidswege en door marktontwikkelingen blijken de boeren zelf inventief in het aanboren van alternatieven. Alternatieven kunnen op een bedrijf een neventak zijn, maar ook komt het voor dat het alternatief de basis wordt voor de verdere bedrijfsvoering. Het alternatief dat deze week belicht wordt is de zorgboerderij. Om de sfeer op zo’n zorgboerderij te proeven ging Harrie Wenting mee met hulpboer Hein van Stappershoef uit Goirle.
De boerderij aan de Rugdijk
Net na de laatste grote flat in Tilburg Noord begint de Rugdijk, de weg naar Udenhout. Met een rieten kap staat er de monumentale boerderij die het centrum is van de zorgboerderij. Wat opvalt bij het naderen van de boerderij is de kleurige kar met violen die te koop zijn. “Door de verkoop van zelfgekweekte planten hebben we inkomsten, wat natuurlijk ook belangrijk is”. Luuk Böcker, begeleider van de ‘hulpboeren’ op de zorgboerderij heeft oog voor beide zaken.
“De mensen hebben een dagbesteding aan het werk hier op de boerderij maar ook economisch moet het draaiende gehouden worden maar op deze boerderij ligt op het eerste aspect het accent”. Samen met 2 parttimers van de zorginstelling Amarant is hij verantwoordelijk voor de gang van zaken op de C-zorgboerderij.
“In 1993 startten we in de veronderstelling dat we aan 8 mensen werk konden bieden: op dit moment zijn het er al 15. Een sterk punt van de zorgboerderij is ongetwijfeld dat het aan mensen met een handicap net dat werk kan bieden waar hij of zij goed in is. Zo is er iemand die het werk in onze kantine doet. Ze zet er de koffie en houdt de zaak aan de kant. In de grote kas achter de boerderij worden de plantjes die enige tijd terug al gezaaid waren uitgeplant. De tomaten plantjes maar ook de eenjarige bloemen worden nu één voor één in een potje gezet door een van de medewerkers. Buiten staan de aardbeien in grote bakken te wachten totdat de tijd daar is dat ze gaan bloeien en de zomerkoninkjes geoogst kunnen worden”.
Verderop is er een groot kippenhok met een behoorlijke ren waar de scharrelkippen hun eieren leggen. “De huidige leghennen zijn aan vervanging toe,” concludeert Luuk als medewerker John laat zien dat er die dag weinig eieren gelegd zijn. Er komen weer nieuwe pullen die voor de produktie moeten zorgen. De scharreleieren zijn een van de vaste produkten die door de deelnemers in het boerderij-winkeltje aan huis verkocht worden. Ook groenten in de volle grond hebben een plek op de boerderij en vinden hun weg naar de consument via het winkeltje. Op het terrein van zo’ n 1 hectare is ook nog ruimte voor een weitje met schapen. “Het werk dat we hebben is heel erg toegesneden op de mogelijkheden van de werkkrachten die we hier hebben,” zegt Luuk. “Voor iemand die vooral goed is in het grovere werk hebben we een plek op het erf waar hij hout in korte stukken zaagt. Een ander heeft in een schuurtje een werkplek voor het fijnere werk en weer anderen worden voor kortere of langere tijd uitgeleend aan boeren in de buurt en ook de aangrenzende kinderboerderij wordt door de werknemers van de zorgboerderij bijgehouden. In een aangrenzend bos liggen wandelpaden die veel bezocht worden door de mensen uit de buurt. Ook deze paden worden door de hulpboeren van de zorgboerderij bijgehouden.
In de winter wordt er veel aan onderhoud gedaan zoals schilderwerk en ook worden er van natuurlijk materiaal stukjes gemaakt die als decoratie verkocht worden.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Zevenendertig is hij nu. Het haar kortgeknipt, maar als hij buiten komt zet hij altijd zijn pet op. “ooit had ik erg veel last van de felle zon, toen beschermde de pet mij daarvoor. Nu is het een gewoonte geworden en herkennen de mensen mij aan mijn gekleurde pet”. Hein van Stappershoef uit Goirle werkt op de zorgboerderij in Tilburg. Samen met nog 15 anderen woont hij in een woonvoorziening van Amarant, voorheen de Zwijssen stichting. Hein heeft een verstandelijk handicap waardoor sommige dingen hem niet zo goed afgaan. “Een kort durend zuurstof gebrek bij de geboorte,” zegt zijn moeder met enige droefenis in haar stem. Na ZMLK onderwijs werd duidelijk dat een reguliere werkplek er voor Hein nooit in zou zitten. Hij kwam terecht op een activiteiten centrum waar het belangrijkste doel was de deelnemers bezig te houden, en later kwam hij bij een tuingroep te werken.
De liefde voor de natuur had zich bij Hein van kleins af aan meer dan gemiddeld ontwikkeld. Als hij door de bossen liep hoorde hij elk vogeltje, spinnen hadden zijn belangstelling en helemaal weg was hij al van jongs af aan van allerlei soorten reptielen.
Zijn ouders kenden de liefde en ook de zorg voor de natuur en ze wisten dat er voor Hein meer mogelijk moest zijn dan bezig gehouden te worden op het aktiviteitencentrum. Toen zijn vader hoorde van de initiatieven van een zorgboerderij leek hem dit echt iets voor Hein.
“Ik weet het nog als de dag van gisteren dat we het voor het eerst met Hein bespraken,” zegt Lood van Stappershoef. “Mensen als Hein hechten erg aan de structuren die ze kennen en alles wat nieuw is kan bedreigend zijn. Ik nodigde Hein 6 jaar geleden uit om een eind te gaan rijden en onderweg kwamen we langs de boerderij in aanbouw.”   “Nee, dat wil ik niet,” was Hein zijn eerste reactie. Thuisgekomen ging hij naar zijn kamer waar hij 2 uur in zijn eentje zat en vervolgens kwam hij naar beneden. “ Oké ik wil het proberen, “ zei hij.
In 1993 werd de zorgboerderij aan de Rugdijk in Tilburg-Noord geopend en Hein was een van de eerste hulpboeren die er aan de slag ging.
“Met de bok moet je oppassen”
Zes jaar later kan Hein zich niets beters meer voorstellen als het werk op de boerderij. “Nee, hier wil ik nooit, maar dan ook nooit meer weg,” zegt hij als hij gestoken in zijn overall een rondleiding op het bedrijf geeft. In al de jaren dat hij er werkte verzuimde hij ooit een keer omdat hij zich niet lekker voelde maar verder verloopt elke werkdag volgens hetzelfde stramien. “Om 8 uur pak ik de bus en om kwart voor 9 kom ik aan op de boerderij. Meestal staat de koffie er klaar en nadat ik mijn overall en werkschoenen aangedaan heb is er meestal een korte werkoverleg. Om 9 uur ga ik naar de kinderboerderij waar de dieren staan die ik moet verzorgen”. De kinderboerderij heeft een band met de zorgboerderij maar staat er niet aan vast. Grenzend aan het erf van de zorgboerderij wordt de zorg van de dieren en het erf er gedaan door de hulpboeren van die zorgboerderij. Als de kinderen uit de nabij gelegen flats in het weekend of na schooltijd naar de dieren komen treffen ze de konijnen dartelend in het verse stro aan. “De cavia’ s zijn leuk want we hebben pas veel jongen erbij gekregen,” zegt Hein. De zorg op het boerderijtje omvat meer als het voeren van de dieren en het verversen van het stro. “We hebben een bok en een bokkenwagen en als er kinderen uit de buurt een kinderfeestje hebben, kunnen ze deze huren”. In het werk kent Hein perfect zijn mogelijkheden maar ook zijn grenzen. “Met de grote bok zelf doe ik niet al te veel,” zegt hij. “Hij bokt soms en is zeker niet altijd lief. We hebben hier een vrijwilliger die bij dergelijke dingen helpt”.
“Het varken Maxim groeit goed en eet het allerliefste brood”. Knor heeft sinds kort gezelschap van een jong hangbuik-zwijntje en aan zijn reactie kun je zien dat hij aan mensen gewend is. “Als ik met de dieren bezig ben praat ik altijd met ze, ik heb gemerkt dat ze me herkennen aan mijn stem waardoor ze rustiger worden,” zegt Hein. 
Als er kinderen op bezoek zijn op het boerderijtje bestaat Hein zijn werk vooral uit het houden van toezicht. “De kinderen mogen de dieren niet zo maar voederen en ook ligt er vaak rommel te slingeren”.
Door de zorg voor de dieren maar ook voor de omgeving laat Hein zien dat het boeren hem goed af gaat. Ondanks zijn beperkingen heeft hij op de zorgboerderij een werkplek en voelt hij zich op en top een boer.
Als zijn werkdag ten einde loopt begeeft hij zich weer naar de Rugdijk waar hij zijn collega’s soms nog assisteert bij het andere werk. “Na 4 uur loop ik weer naar de bushalte en ga ik weer naar de woonvoorziening.” Ook in zijn vrije tijd is Hein regelmatig in de natuur te vinden. “Met de fiets ga ik vaak naar het wandelbos om te genieten van alles wat groeit en bloeit,” zegt hij.
Zorg op maat
In een tijd dat zorginstellingen steeds meer extramuraal gaan werken heeft de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid een discussienota uitgebracht waarin veranderingen aangegeven zijn. Verstandelijk gehandicapten gaan steeds meer wonen in kleine woonvormen, psychiatrisch patiënten worden minder langdurig opgenomen in instellingen en de diversiteit van dagbesteding in kleinschalige projecten neemt toe. De wens van de deelnemers: de ‘zorgvragers’ is steeds meer het uitgangspunt voor het aanbod. Door zorgafhankelijke mensen zo lang mogelijk in een door hen gewenste leefomgeving te laten verblijven en zo normaal mogelijk aan activiteiten als werk en ontspanning deel te laten nemen, wordt een zo groot mogelijke kwaliteit van leven nagestreefd. De vermaatschappelijking van de zorg levert zorg op maat op en zorgboerderijen worden gezien als een welkome nieuwe ontwikkeling in het geheel.
HW 1999/2000