BOEREN MET ALTERNATIEVEN
De boeren in Nederland maken van tijd tot tijd een periode door waarin ze zich aan moeten passen. Voor boeren is dit niets nieuws: Brabantse boeren hebben in het verleden al bewezen zich als geen ander aan te kunnen passen aan veranderende situaties. Ook nu, in een periode waarin de overheid beperkingen oplegt aan de ondernemers en de ruimte schaars is, passen boeren zich aan en gaan ze op zoek naar alternatieven. In een tweewekelijkse rubriek wordt een bedrijf belicht dat alternatieven zoekt in zijn bedrijfsvoering in de ruimste zin van het woord. Harrie Wenting ging op bezoek bij Wout en Riek vinken in Lage Mierde
“Om het milieu te sparen wordt bij ons aangedrongen om al het afval te scheiden. Om een oplossing te vinden voor de chemische toiletten, die werken op basis van een middel dat afval via een chemisch proces beinvloed, zijn we op zoek gegaan naar een alternatieve oplossing. We kregen uiteindelijk een gouden tip van een van onze gasten die met zijn caravan heel de wereld rond trok en ons vertelde dat water gemengd met azijn en wat afwasmiddel een acceptabele oplossing is als je afval water niet in het riool kan verdwijnen.”
Het is Riek Vinken die aan het woord is tijdens een rondleiding op haar camping ‘DE VINKENHEI’. De aansluiting op de riolering zal mogelijk in 2004 tot stand komen maar volgens echtgenoot Wout had dit al veel eerder kunnen gebeuren “als de gemeente maar wat meer alert was geweest”.
Een bezoek aan ‘Kamperen bij de boer’ ofwel de Vinkenhei achteraan de Beekakkerweg in Lage Mierde. “Vinkenhei had veel bijbedoelingen: Mijn vader heette Vinken en mijn moeder van der Heyden”, zegt de van geboorte Hulselnaar Wout Vinken. “Bovendien was de heide nog maar pas ontgonnen toen wij met onze familie in 1976 hier kwamen wonen. Het was Vinken die op de hei kwam wonen”. Vader Vinken bracht zijn vee mee van Hulsel om meer ruimte te hebben voor zijn boeren bedrijf. Zijn vrouw mocht helaas niet lang van deze ruimte genieten en overleed na enkele jaren. Zoon Wout ging als enige zoon in het gezin als vanzelfsprekend naar de landbouwschool en volgde zijn vader op in het gemengde bedrijf.
De ruimte en het wonen achteraf beknelde hen ook wel eens zo bleek toen het gezin Vinken, inmiddels met drie kinderen, iets zocht om wat meer contacten aan huis te krijgen. Toen Wout tien jaar geleden voor het eerst het woord camping liet vallen. Hij was aan het werk geweest op de trekker en had op de radio een intervieuw met Wvd Berg gehoord, ooit tweede kamerlid voor de boerenpartij en later oprichter van de organisatie Stichting Vrije Recreatie (SVR). Thuis bij Riek aan de koffie bracht Wout het ter sprake; Het enthousiaste praatje van van den Berg had hem ook geinspireerd, maar zijn Riek had hij zo nog niet overtuigd. Na wat praten en nadenken werd toch besloten om bij de gemeente na te gaan hoe het zat met de regelgeving voor het starten van een camping. “De gemeente wou in het eerst geen vergunning geven omdat het niet in het bestemmingsplan pastte. Later bleek dat kamperen bij de boer wel toegestaan was en door bemiddeling van van den Berg zelf bij de gemeente Hooge en Lage Mierde kwam in 1992 het groene licht en werd een wei van de prikkeldraad ontdaan. “Het werd een stuk grasland tegen de bosrand waar vanaf dat moment de koeien niet meer mochten komen” zegt Wout daarover. De eerste gasten kwamen er al snel en ook spoedig bleek 5 caravans wel erg weinig. Nu was het zo dat op de camping, die geopend is van 15 maart tot 1 november in het hoogseizoen 12 plaatsen gedoogd werden. In 1994 gaf de wet openlucht recreatie nog wat meer lucht door 10 en in het hoogseizoen 15 kampeerplaatsen toe te staan. Op 1 januari 1997 werden de regels weer aangepast met de herindeling van gemeenten. “Vooruitlopend op het toeristisch plan in onze gemeente mogen we van 1 mei tot 15 september 15 plaatsen in gebruik hebben”.
Het was dus Wout die zijn vrouw over de streep moest trekken en nu is het Riek die het absoluut niet meer zou willen missen. Het is voor haar op dit moment het alternatief voor het zware werk op de boerderij. “Jaren verzorgde Riek in haar eentje de fokvarkens, iets wat zwaar werk is voor een vrouw”. Wout nam de vleesvarkens en de koeien voor zijn rekening maar de groei van de boerencamping deed hen besluiten dat het anders kon. Per 1 april van dit jaar werd het melkquotum verhuurd waardoor Wout niet meer hoeft te melken en daardoor Riek mee kan helpen in de zeugenstal. De camping blijkt voor het merendeel Riek haar afdeling en ze gaat er inmiddels helemaal in op. “Het begint al voor het seizoen als we een stand hebben op enkele beurzen van de SVR. Daarna begint nog in de winterperiode de planning en dat is het meest intensieve karwei dat je je voor kan stellen” zegt Riek. Onze gasten hebben heel wat wensen en we proberen hier zo goed mogelijk rekening mee te houden. De een wil bij de bosrand en de ander wil langs een kennis. Er zijn ook mensen die vragen of de buren van het vorig jaar weer komen en ook zijn er gasten die nu al voor het  
zevende jaar terug komen.
Het beheren van een camping bracht wel de noodzaak met zich mee om wat regels op te stellen. “Het waren vooral speregels voor onszelf” zegt Wout. “Zo is op het terrein iedereen voor ons gelijk en spreken we bij voorkeur iedereen aan met mijnheer of mevrouw. Verder vermijden we het om bij gasten op de koffie te gaan: hiermee schep je verwachtingen bij anderen die je misschien niet waar kunt maken.
Een rondgang op de camping laat een byzonder rustiek terrein zien, gelegen tegen de bosrand. “Er zijn nog wel eens gasten die niet kunnen slapen door de roep van een uil, want die komen hier veel voor” zegt wout. Het sanitair scoord een dikke voldoende ondanks het ontbreken van aansluiting op de riolering en zelfs een overdekte fietsenstalling met gratis te gebvruiken fietsroutes ontbreekt niet. Veel campinggasten blijken veel interesse te hebben in het werk op het boerenbedrijf. Het meest interessante vinden de mensen als ik aan het werk ben tussen de kleine biggen” zegt Riek. Vanachter het glas, want de stallen betreden is er niet meer bij, kijken de gasten naar de verrichtingen van de boerin. “Boerin Riek, je bent dat kleine krulstaartje vergeten aan te strepen”. Een extra controle leert dat hij toch al een prikje heeft gehad. “Er zijn ook wel eens mensen met byzondere wensen “ zo verteld Riek als zij terugdenkt aan de mevrouw die per se een big geboren wou zien worden. “Helaas voor haar droeg de zeug over en was haar man zijn vakantie voorbij”. Ze bleef in haar eentje nog een dag langer en om drie uur in de nacht werd haar wachten beloond en zag ze van achter het glas de varkensstapel zich uitbreiden. Waar geen glas tussen zit is tussen de uitloopruimte bij de varkensbeer en de toeschouwersruimte. “Dat trekt ook regelmatig bekijks” zo heeft Wout gemerkt.
Wout heeft met zijn bedrijf overigens een bewogen jaar achter de rug met de trubbels rondom de varkenspest. “Door een uitdraai van een computer werden we ten onrechte aangemerkt als een bedrijf verdacht van varkenspest. Samen met 1675 andere bdrijven zat hij zodoende 7 weken lang met zijn varkens afgesloten van de buitenwerled. Omdat ze niet stoppen met groeien werd een buitenverblijf gecreeerd. Toen ze net een week vette varkens geleverd hadden kreeg het bedrijf opnieuw te maken met een vervoersverbod door een pestuitbraak in Diessen.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De SVR is een organisatie die 27 jaar geleden werd opgericht in Meerkerk. Rijdend in zijn auto van Meerkerk naar Den haag vond tweede kamer lid van den Berg het te gek dat er nog mensen in ‘kippekooien woonden, zoals hij de flats noemde. Het moest mogelijk zijn om ze kennis te kunnen laten maken met het platteland en het boerenleven. In 1998 telt de SVR 100.000 gezinnen als lid
 
HW 1999/2000