Boeren met alternatieven
 
De boeren in Nederland maken van tijd tot tijd een periode door dat ze zich aan moeten passen. Voor boeren is dit niets nieuws: brabantse boeren hebben in het verleden al bewezen zich als geen ander aan te kunnen passen aan veranderende situaties. Ook nu, in een periode waarin de overheid beperkingen oplegt aan de ondernemers en de ruimte schaars is, passen boeren zich aan en gaan ze op zoek naar alternatieven.
In een rubriek wordt een bedrijf belicht dat alternatieven zoekt in zijn bedrijfsvoering in de ruimste zin van het woord.
Harrie Wenting op bezoek bij Colien en Coron van den Hout uit lage Mierde.
 
BEDRIJFSVERPLAATSING
Coron en Colien van den Hout hebben een goed lopend melkvee bedrijf aan de Dunsedijk in lage Mierde. Op de plek waar Coron zijn vader 26 jaar geleden een modern bedrijf bouwde melkt hij 2 keer per dag 70 koeien. Ondanks dit in veler ogen mooie bedrijf is Coron samen met zijn vrouw op zoek gegaan naar een alternatief: een alternatief in dezelfde sector maar dan op een andere manier en op een andere plek.
Het is geen gevolg van de beperkingen voor het streekplan of andere factoren die te maken hebben met natuur of milieu. “Ja, we zitten vlakbij natuurgebied de Utrecht maar dat legt ons vooralsnog weinig beperkingen op in de bedrijfsvoering” zo zegt Coron. Voor de werkelijke reden van de verplaatsing moeten we naar Diessen kijken, waar zijn vrouw Colien ook een boeren bedrijf blijkt te runnen samen met haar vader. Op het moment dat Coron in Lage Mierde gaat melken, stapt zijn vrouw in haar auto om in Diessen de koeien te gaan melken. “Dit gependel is niet echt ideaal” zegt Colien, die er 100% achter stond toen ze samen op zoek gingen naar de mogelijkheden om hun bedrijven samen te voegen. “In Diessen kwam er nog eens bij dat de boerderij weg moet voor de dorpsuitbreiding”. De meest voor de hand liggende plek voor de uitbreiding van het bedrijf was natuurlijk het bedrijf van Coron aan de Dunsedijk. Deze mogelijkheid werd serieus onderzocht maar er kwamen al snel beperkingen in beeld die dit tegenhielden. Zo was de kavel grond aan huis van 18 hectare te weinig voor een groter veebedrijf, en waren de verbouwingen die in de stallen en mestputten nodig waren maar heel moeilijk vorm te geven. “Zo ontstond al snel het idee om ons gezichtsveld te verbreden” zegt Coron. “We zijn ons gaan orienteren op gebieden in Nederland waarvan we het vermoeden hadden dat er nog ruimte was voor veeteelt. We bekeken daarbij vooral die gebieden die bekend staan als akkerbouwgebied: je kunt daar rekenen op een goede grondprijs en een aantal producten die door de akkerbouwers verbouwd worden en die nodig zijn voor de veeteelt zijn gemakkelijk verkrijgbaar”. Van den Hout ziet de versnippering van de landbouwgronden in Brabant als een historisch gegeven: “boeren in brabant wilden vaak meerdere kinderen uit hun grote gezin een bedrijf laten starten. Het gevolg was versnippering waardoor er nu nog een grote concentratie van boeren en daardoor een hoge grondprijs is.
Coron en Colien zien het als een voordeel dat ze nog relatief jong zijn en nog niet gebonden zijn door kinderen. Via Drenthe, Friesland en een zoektocht in Groningen kwamen ze uiteindelijk in Zeeland terecht waar ze in het plaatsje Nieuwvliet een groot perceel grond konden kopen. Op een plek waar eerder 3 boeren grond hadden heeft Coron nu de plannen klaar liggen om een woonhuis, een grote veestal en een loods te gaan bouwen op een perceel grond van 43 hectare groot. “Als ik straks bij mijn stal sta kan ik de schepen van de haven van Antwerpen zien komen” zo zegt Coron met een blik op de plattegrond van de omgeving. Hij kent er inmiddels al meer brabantse boeren die met hun bedrijf naar Zeeland zijn verhuisd, zo wordt een geboren Tilburger daar zijn naaste buurman. Een andere tilburger kocht zijn bedrijf in Lage Mierde: Hij moest in Tilburg plaats maken voor natuur en industrie. “Het gaat om iemand die in de buurt van Tilburg wou blijven wonen” zegt Coron over zijn opvolger aan de Dunsedijk waar voor een boer met 70 koeien en een melkquotum van zo’n 500 ton voldoende ruimte is.
Coron heeft duidelijk wat grotere plannen. Met de samenvoeging van de 2 bedrijven verwacht hij zo’ n 100 melkkoeien te gaan houden en een quotum van 850 ton vol te kunnen melken. “Om zo’ n bedrijf te runnen zal de bedrijfsvoering optimaal moeten zijn”, zegt hij. Dit betekent voor hem dat nog voordat er in Zeeland ook maar een spade in de grond is gegaan hij op zoek is gegaan naar die optimale mogelijkheden. Hij kwam hierbij terecht bij een bedrijf dat vlakbij zijn nieuwe bedrijf een fabriek heeft waar de Melk-robot gemaakt wordt. Dit bedrijf in Cadzand had er wel oren naar om met de ondernemende Brabantse boer in zee te gaan:”er bleek in heel Zeeuws Vlaanderen nog niet een product van hen in bedrijf te zijn"zegt Coron. Een revolutionaire vinding volgens de jonge boer die duidelijk mogelijkheden in dit product ziet. Hij legt vervolgens uit hoe de koeien via een ingenieus computer gestuurd systeem gemiddeld 3 keer per dag zonder directe tussenkomst van de boer de weg naar de melkstal afleggen. “De kneep zit hem in de route die de koeien af moeten leggen als ze na het rusten naar de voerbak moeten: dit gaat altijd via een sluis die voor de melkstal zit. De computer herkent via een halsband de koe en beslist of zij rechtdoor mag naar de voerbak of dat eerst een omweg via de melkstal gemaakt wordt. In de melkstal wordt de koe direct beloond met krachtvoer. Coron zelf denkt per dag nog zo’ n 1,5 uur per dag kwijt te zijn rondom dat melken. “ Ik zal de byzonderheden van elke koe in de computer in moeten voeren, de zaak moet gereinigd worden en ik heb een pieper op zak die me waarschuwt als er iets gebeurt dat niet in orde is. Het computergestuurde syteem zoekt na binnenkomst van de koe met microgolven het uier van de koe waarbij gebruik gemaakt wordt van de opgeslagen informatie uit de vorige melkbeurten. Coron verwacht dat het vee rustiger de stal binnen zal lopen omdat een robot beter voorspelbaar is dan de boer:”geen stemmingswisselingen en geen onverwachte geluiden en daar zijn koeien bij gebaat”.
Na de melkbeurt vervolgen de koeien hun weg naar het voerhek, waarbij meteen een selectie gemaakt wordt voor koeien die om een of andere reden in een apart gedeelte opgevangen moeten worden bijvoorbeeld voor een inseminatie beurt.
Zelfdoener
Ook het insemineren is iets wat deze boer zelf voor zijn rekening neemt en ook Colien draait er op haar bedrijf haar hand niet voor om. Via een cursus leerde hij de kneepjes van dit vak en de KI levert de producten die nodig zijn aan huis waar hij ze bewaart in een speciaal stikstofvat.
Coron ziet zichzelf als een echte zelfdoener. Het maaien en oogsten zijn zaken waarvoor hij liever een uur aan de werkdag vastpakt dan dat hij het door een ander laat doen.
De ruimte die hij met zijn bedrijf straks in Zeeland heeft ziet hij als een groot voordeel. Hij zal er in Nieuwvliet een van de weinige veehouders zijn: “een voordeel als je nagaat hoe gevaarlijk het is om bij uitbraak van ziektes dicht bij elkaar te zitten met bedrijven”. Wat dat betreft heeft Coron wel bekeken dat ruimte in de toekomst een belangrijk begrip is. Hij wil op zijn nieuwe bedrijf ook de certificaten verkrijgen die toegekend worden aan bedrijven die absoluut vrij zijn van koeieziektes als IBR:een koeiengriep. Met een veestapel die niet door enting is voorzien van anti-stoffen voor ziektes als mond en klauwzeer voorziet hij voor de veehouderij problemen wanneer onverhoopt toch zo’n ziekte mocht uitbreken. “Het voorkomen van ziekten zal samen met het verbeteren van de kwaliteit het rendement bepalen”
Kwaliteit
Coron en Colien vd Hout zien beiden veel mogelijkheden op hun nieuwe bedrijf door het optimale uit hun koeien te halen. Het is vooral de goed geschoolde Coron die ervan overtuigd is dat er in de toekomst nog de mogelijkheid is om de koeien 15-20 % meer melk te laten produceren. De laatste jaren schakelde hij reeds over van rood-bont naar het zwarte Holstein-frisian vee en met technische vernieuwingen zoals zijn melkrobot die de koeien minstens 3 keer per dag melkt verwacht hij nog meer vooruitgang te boeken. “Door vaker te melken wordt het uier van de koe minder belast, waardoor je minder problemen krijgt”. Hij verwacht dat het ook moet lukken om de koeien hierdoor langer in productie te houden.
Tijdens zijn eerste contacten met de gemeentelijke overheid in Zeeland merkten de Lage-Mierdenaren dat de ambtenaren byzonder op hun hoede waren toen zij informeerden naar de mogelijkheden voor het opzetten van een nieuw bedrijf. Ze merkten dat ook de plaatselijke bevolking bepaald niet zit te wachten op uitbreidingen in de intensieve veehouderij zoals de grote varkensbedrijven die gebruik maakten van de gebrekkige plaatselijke wetgeving om hun mega bedrijven op te starten.
Voor Coron en Colien leverde het uiteindelijk niet al te veeel problemen op om de benodigde vergunningen te verkrijgen. .
D’n overstroom
Colien heeft inmiddels gehoord dat er in Nieuwvliet geen buurtvereniging is en ook een carnavalsoptocht zullen ze er niet tegen het lijf lopen. Ze ziet er niet tegen op om in het Zeeuwse een nieuwe kenissenkring op te bouwen. “We zijn bovendien de wereld niet uit” zo kijkt ze naar de afstand die hen scheidt van familie en kennissen die ze achter laat.
Een van degenen die ze achter laten en zeker zullen missen is de vader van Coron, die het huidige bedrijf aan de Dunsedijk maakte tot wat het nu is. “Vader heeft nu een andere boerderij gekocht en moest behoorlijk aan het idee wennen” zegt Coron. Volgens hem wilden zijn ouders zijn plannen echter geenszins in de weg staan.
Vitrine
 Op zijn nieuwe bedrijf zal een ruimte gereserveerd worden voor bezoekers die straks komen kijken naar zijn paradepaardje: de melkrobot. Vanachter een groot glazen scherm zullen de kijkers een beeld krijgen van een super moderne melkstal en in een zaaltje kan er informatie over gegeven worden. Vanuit de fabriek zullen excursies geboekt kunnen worden door belangstellenden en wie weet zullen zijn collega boeren uit Lage Mierde nog wel eens als zijn bezoekers verwelkomt worden.    
 
Coron en Colien verhuisden naar Zeeland en maken het daar goed. Op de boerderij aan de Dunsdeijk werd in eerste instantie de melkveehouderij voortgezet door een andere boer. Weer later kwam de focus er meer op toerisme te liggen doordat als neventak een mini-camping begonnen werd.
HW 1999/2000