“Gewoon hard blijven werken”

Drika van Gestel honderd jaar.

 

ED januari 2014

 

Ze overleefde twee oorlogen en zag de wereld om haar heen ingrijpend veranderen. Haar ouders hadden een boerderijtje aan de Twisselt, nu De Baan geheten. Als derde in een gezin waar nog vier kinderen na haar kwamen, kwam het goed uit dat ze op de boerderij goed mee aan kon pakken.  Van aardappels rapen, het melken van de geit en de koeien en schoffelen op de akkers tussen de gewassen. Pas later ging ze nog enkele jaren dienen bij boeren in het dorp. Maar op haar twintigste gebeurde er iets dat haar leven zou beïnvloeden.

“Ik was op de kermis in Hooge Mierde. Ik had Jan van Gestel al eens van een afstand gezien maar toen hij vroeg om mee in de schommel te gaan, was dat wel heel speciaal. Terwijl het schuitje hoger en hoger ging, ging mijn hart sneller kloppen.”

De vriendschap met Jan groeide in vijf jaar uit tot iets moois, maar ze hadden de tijd niet mee. Met de crisis om hem heen en een oorlogsdreiging, pakten donkere wolken samen. In het voorjaar van1940 trouwden ze en trok zij bij Jan in, waar toen ook nog een broer en zus van hem woonde.

Ze gingen wonen aan het Dorenboompje en hadden een grote toekomst in gedachten. Maar het liep niet allemaal zoals verwacht.

Eerst brak de oorlog uit en kort daarna ging hun enige zeug dood. Het was een ramp voor de jonge boer en boerin, maar ze lieten het er niet bij zitten. “Toch was het zwaar in de oorlog,” zucht Drika. “De eerste kinderen werden geboren en we mochten de boerderij niet uitbreiden. Na de oorlog ging het beter en kwamen er in hoog tempo nog enkele kinderen bij.”

Samen met Jan was ze 53 jaar gelukkig getrouwd. Toen zoon Jaac op de boerderij kwam trokken ze naar het durp.

“Dat was wel even wennen,” zegt Drika. “Je kon niet meer om het huis heen lopen en er woonden ook vreemden. Toch hebben we er onze draai gevonden. We gingen bij de KBO en met volksdansen en fietsen kwamen er nieuwe hobby’s.”

Ondanks haar hoge leeftijd is elke dag nog goed gevuld. Dat is maar goed ook want vanaf s morgens zeven uur tot s avonds 23.00 uur kun je veel doen. Daarom is ze blij dat ze haar eigen groenten nog kan verbouwen en s middags haar eigen potje kan koken.

Hulp van een zorgorganisatie heeft ze nog niet nodig, maar ze is wel blij met dochter Truus die dagelijks even binnen loopt. Daarnaast leest ze veel (elke week een boek) en maakt ze dagelijks een aantal woordpuzzels.

“Een echt geheim om oud te worden heb ik niet,” zegt ze. Haar ogen staan nog helder en van achter haar krantje, puzzelboek en leesboek kan ze zo de straat voor haar huis inkijken.

“Wij hadden altijd een groot gezin waar enorm hard gewerkt moest worden. Ik kwam uit een nest van zeven kinderen en kreeg er zelf tien, dan moet er aangepakt worden. Van hard werken ga je niet dood, zei mijn vader altijd. Ik heb het bewezen.”

Een hoge leeftijd is bij de familie van Gisbergen niet vreemd. Haar eigen ouders werden 88 en 93 maar haar oudste broer die onlangs overleed, werd 102. Haar nog levende broer en zus zijn 91 en 98.

“Toch is er veel veranderd in honderd jaar,” zegt Drika. Ze doelt niet alleen op de twee oorlogen die ze overleefde, maar vooral hoe mensen met elkaar omgaan. “Vroeger was het twee keer per jaar  Sinter Knillus in het dorp, dan kwam de hele familie op d’n boterham. Nadat ik in 1934 tijdens de kermis in het dorp onze Jan leerde kennen, zag ik hem maar af en toe. Het duurde ook vijf jaar voor we elkaar het jawoord gaven. Tegenwoordig weten ze meteen alles van elkaar.”

Drika kan met recht trots terug kijken op een leven waar ze tien kinderen groot bracht. De kroost telt nu ook 23 kleinkinderen en net zoveel achterkleinkinderen.

Haar kinderen en kleinkinderen hebben nu een mooi feestje voor haar georganiseerd. Zondag 26 januari is er een dienst in de kerk, gevolgd door een receptie.

“Ze zeggen dat ik nu een bankje van de gemeente krijg. Ik heb gevraagd het bij de Corneliuskapel te zetten, in mijn oude buurtschap Kuilenrode. Dan blijft het toch nog een beetje Sinter knillus.”