Waterput vertelt Veldhovense geschiedenis

 ED juni 2014

Oerle- Een 2,50 meter hoge holle boomstam kwam gisteren onder het zand vandaan bij de archeologische opgravingen in Oerle. Bezoekers aan het project waarbij zowel de Romeinse als de Middeleeuwse nederzetting verder bloot wordt gelegd, vielen met hun neus in de boter.

Voor het vijfde achtereenvolgende jaar worden aan de rand van Oerle twee oude nederzettingen verder afgegraven. Belangstellenden hadden gisteren (donderdag) de kans met eigen ogen de resultaten zien.

“We zagen een grote donkere vlek in de afgegraven rode grond,” vertelt student archeologie Eelco Alink, De student van de UvA is met zijn eerste veldcursus bezig en wist niet wat hij moest verwachten.

“Toen we eerst met de hand en daarna met een graafmachine steeds dieper gingen, steeg de opwinding. Een holle boom met een doorsnede van ruim een meter duidt op een grote waterput. In en om zo’n put kunnen vaak nog allerlei andere objecten worden gevonden, dat gebeurde dan ook.”

Als het gevaarte geheel boven de grond staat, is de werkwijze van de vroegere bewoners goed te zien. De boom is in tweeën gekliefd, uitgehold en de delen zijn daarna weer met houten pennen aan elkaar verankerd .”

Voor Liek en Piet Kaagman uit Zijdewind in Noord Holland was de waterput een onverwachte toevalstreffer. “We zijn hier op vakantie en waren op zoek naar asperges. Ineens komen we bij dit project terecht,” zegt Piet. De Noordhollanders luisterden samen met zo’n dertig andere belangstellenden naar het verhaal van de studenten archeologie.

Jolijn Handsmark van de VU is betrokken bij de opgraving van de Romeinse nederzetting, 200 meter van de Middeleeuwse nederzetting af. Ook zij heeft haar geluksdag.

“Dit is mijn eerste jaar archeologie en ik heb een bijzondere glazen kraal gevonden. De vondst heeft meteen de titel ‘beste vondst van de dag’ gekregen. Het wordt nu alleen maar leuker.”

 

“Door de sporen in deze Romeinse en middeleeuwse nederzettingen veilig te stellen, leggen we dit stukje geschiedenis definitief vast,” legt Fokko Kortlang, senior archeoloog uit. “Oerle ligt op de rand van een zandplateau naar een beekdal. In vroeger tijden was het daardoor een geschikte plek om een nederzetting te bouwen.”. Hij wijst naar de donker gekleurde tekeningen in de afgegraven rode grond. “Het zijn paalgaten en andere sporen van bebouwing. Alle woningen waren van hout. Dat rot in de loop der tijd weg, maar het laat wel een inkleuring in de grond achter.”

Bij het opgraven werd bij de Romeinse nederzetting ook nog het spoor van een gracht gevonden.

Kortlang daarover: Het was een grote nederzetting die deel uit maakte van meer gebouwen in de omgeving.”