Zorgboerderij D’n Bolle Akker blijft ook na vijf jaar uniek concept

 Kleine kernen krant november 2015

 

Vessem – Een eerste lustrum voor een zorgboerderij in De Kempen. Is dit concept nog steeds levensvatbaar.

Mensen die aangewezen zijn op zorg meer met dieren in contact brengen en meerdere doelgroepen op één locatie.

Het was in 2001 het resultaat van een symposium over de toekomst van de zorg in de Kempen. Het resultaat van deze gedenkwaardige dag, was het initiatief om een zorgboerderij te starten waar dementerende ouderen samenwonen met mensen met een verstandelijke beperking.

Na de nodige voorbereiding ging in 2010 D’n Bolle Akker aan de Flinkert in Vessem operationeel van start. In vijf woonboerderijen kwamen in totaal 21 ouderen en 13 mensen met een beperking te wonen. Op de kleinschalige boerderij wordt het werk als dagbesteding verricht, onder de deskundige leiding van boer Rob en boerin Marieke. Verzorgers van Joriszorg leveren in drie boerderijen de (24-uurs)verzorging en de kundige medewerkers van Lunet zorg voeren de zorg in twee woonboerderijen uit én de dagbesteding. De nachtzorg wordt gezamenlijk uitgevoerd, ondersteund met een aantal moderne snufjes.

Nu het eerste lustrum gevierd wordt, is het een mooi moment om terug, maar ook om vooruit te blikken.

De negen jaar (!!) die er nodig waren om het initiatief te ontwikkelen en op te starten, lijkt lang. Maar omdat het een vrij uniek concept was, is het wellicht ook kort te noemen. Bij aanvang waren er de nodige sceptici. Hadden deze doelgroepen wel iets met elkaar en hoe konden twee organisaties (Joris Zorg voor de ouderenzorg en Lunet zorg voor de gehandicaptenzorg) wel dusdanig samenwerken dat het één project zou kunnen blijven?

De bouwers van de nieuwe accommodatie moet meegegeven worden: ze hebben enorm goed naar de wensen van de zorgverleners geluisterd. Zo kreeg elke bewoner een eigen zit-slaapkamer en per twee bewoners was er een eigen badkamer. De medewerkers kregen vanaf de start ruime bevoegdheden om alle zorg op de locatie zelf uit te voeren. De maaltijden worden er zelf gekookt en de was op de eigen locatie verzorgd. De bewoners konden ondersteunen bij het doen van de boodschappen en een deel van groenten en vlees kwamen van eigen kweek.

 

Pareltje

 Voor bewoner Sander (23) was D’n Bolle Akker een buitenkans, waar met name zijn ouders Paul en Tineke lang naar uitkeken. Op de locatie waar hij eerder woonde, had hij de stempel gekregen: sterk gedrag gestoord. Dit etiket was hij op D’n Bolle Akker al snel kwijt en nu herinnert niets meer aan die tijd. Zijn moeder Tineke vertelt;

foto± Sander (midden) rust uit en kijkt toe

´Voor Sander is herkenbaarheid en rust enorm belangrijk. Doordat hij op één locatie woont en zijn dagbesteding kan doen, waarbij hij dezelfde personen tegen komt, geeft hem dat veel rust. Hij haalt in zijn eigen tempo het glas bij de boerderijen op en als ik naar hem kijk, lijkt het soms dat hij er ook 21 opa´s en oma´s bij gekregen heeft. Hij voelt er zich thuis, wat bij hem altijd direct waarneembaar is in zijn gedrag. Als hij goed in zijn vel zit hebben wij ook een goed gevoel, wat ons veel rust geeft. Andersom ook. Als er iets verkeerd gaat in zijn ritme of door welke factor ook, merken wij dat meteen.´

Tineke roemt niet alleen de opzet, maar ook de betrokkenheid van de medewerkers en zeker ook de vrijwilligers. ´Elke week gaan ze samen met vrijwilligers voetballen. Onze Sander op voetbal. De eerste twintig jaar van zijn leven hadden wij ons erbij neergelegd, dit soort activiteiten zou hij nooit kunnen doen. Nu doet hij het gewoon!

 

foto± Jan (links) gaat mee om de boodschappen op te halen

Bij de doelgroep ouderen was het op voorhand al duidelijk dat de doorloop van de bewoners sneller zou verlopen. Ze zijn al ouder als ze op D’n Bolle Akker komen wonen en alzheimer en dementie hebben doorgaans een slechte prognose. Een van de bewoners die bij aanvang op D’n Bolle Akker kwam wonen, was Jan. Zijn vrouw bleef in hun eigen woning en kwam vrijwel dagelijks op bezoek. Ze kon altijd binnen lopen op de boerderij waar haar man zijn nieuwe thuis vond en op diverse momenten kon ze een handje meehelpen. Bij het bloemschikken of het wekelijkse zanguurtje: zijn vrouw droeg graag haar steentje bij. Toen Jan na vier jaar overleed, gaf dat uiteraard verdriet, maar de familie die hij achter liet heeft de overtuiging dat de laatste jaren van vader, doorgebracht waren in een klein paradijs.

Vanuit zijn slaapkamer had hij zicht op de pony en de schapen in de dierenweide. Hij hield ervan om dagelijks even het vee te inspecteren en als de pony ingespannen werd om bij de super de boodschappen op te halen, was hij er een van de hulpkrachten.

De zorgorganisaties Joris zorg en Lunet zorg maken op dit moment beiden een ontwikkeling door. Door nieuwe inzichten over de aansturing van de zorg, wordt van de medewerkers op de werkvloer verwacht dat ze ook een stuk van de organisatie van de zorg oppikken. Het kost hen nu de nodige afstemming om overstijgende zaken buiten de directe zorg om uit te kunnen voeren.

De medewerkers, zoals boer Rob en boerin Marieke, hebben het belangrijkste doel echter nooit uit het oog verloren: elke inspanning die geleverd wordt, heeft als doel het goede leven van de bewoners nog verder te verbeteren. De dagbesteding is er op maat, zodat iedereen bijdraagt wat mogelijk is. De maatschappelijke participatie is er groot, wat tot uiting komt door de samenwerking met Vessemse verenigingen, de hulp van tientallen vrijwilligers en de belevingswandelroute die er op deze locatie start.

Op D’n Bolle Akker is er naast de vijf woonboerderijen een eigen cafeetje (Den Deel) waar bezoekers een kop koffie kunnen krijgen. In de kiosk op het middenterrein is het altijd laagdrempelig verpozen en een bezoekje aan de kinderboerderij blijft voor jong en oud leuk.

Bij de start van de zorgboerderij in 2010 was er veel externe belangstelling om het concept te kopiëren. Gaandeweg veranderde dit, mede door de ontwikkelingen in de zorg. D’n Bolle Akker is mede daardoor nog de enige zorgboerderij voor wonen èn dagbesteding in de Kempen, waar meerdere doelgroepen bij elkaar wonen.

Het mooiste compliment kwam ooit van een EU delegatie met voornamelijk Poolse gasten. Zij konden echt niet begrijpen dat de mensen uit deze zorg-doelgroepen op deze manier gehuisvest waren. De gasten vonden het een onvoorstelbare luxe en konden hun beeld, dat enkel de grootste heerboer in zo’n boerderij woont, maar moeilijk loslaten.

Heerboer Sander vindt dat allemaal best, hij loopt elke dag zijn eigen inspectierondjes op de boerderij. Van boer Rob krijgt hij zijn opdrachten en ook al is zijn taakspanne laag: hij kan er door de dag heen op diverse manieren een zinvolle bijdrage leveren. Hij kan dat bovendien doen met veel bewegingsruimte die elke dag voor hem tot een feestdag maakt.

 

De schrijver was direct betrokken bij de ontwikkeling van D’n Bolle Akker tot zorgproject en heeft de eerste jaren als operationeel leidinggevende de zorgverlening opgestart en mee richting gegeven.