Van sauspan tot bevrijdingssymbool

Hilverbode 2007
 
In een poging een doorgang voor de terugtrekkende troepen te behouden werd er drieënzestig jaar geleden ongemeen fel gevochten in Reusel en directe omgeving. De bevrijdende militairen waren van de 53e Welsh Division en ze hadden de grootste moeite om de Duitsers uit de Reuselse kerktoren te verdrijven.
De Britten droegen op hun mouwen een opmerkelijk symbool: een saus pannetje. Het origineel was ook steeds dicht bij hen in de strijd want het werd met de jeep van de commandant meegevoerd. Toen die jeep verongelukte kwam het zelfs in de <I>brancardjeep<I>. Direct na de oorlog verdween het originele pannetje, wat bleef was het symbool dat op de uniformen geborduurd stond. Het liet de Brit Emrys Davies (Tonyrefail Wales) echter niet los en hij ging op zoek.
 
‘Het begon met een rugbywedstrijd van ons regiment vlak voordat we de oversteek maakten naar het vasteland,’ vertelt Emrys Davies. ‘We speelden tegen het nationale team van Wales en er werd stevig strijd geleverd. Het feit dat wij de wedstrijd wonnen toont de eenheid van ons regiment wel aan’.
De overwinning werd stevig door de militairen gevierd en spontaan besloten ze om de gewonnen prijs, een sauspannetje uit een plaatselijke fabriek, tot symbool van de Welsh Fusiliers te maken. Er werd meteen een nieuw embleem ontworpen voor op de uniformen met het pannetje daarop. Toen de overtocht werd gemaakt en de opmars begon werd het pannetje in de groep meegevoerd.’
 
Verloren
 
Bij het oprukken hadden de strijders hun handen meer dan vol aan de zware tegenstand en met name in de buurt van Reusel sneuvelden verschillenden van hen. De militairen hadden even wat anders aan hun hoofd dan een klein sauspannetje. Pas toen de strijd gestaakt werd en ze de balans opmaakten mistten ze het kleinood. Precies zestig jaar zou het stil blijven, tot Emrys Davies ontdekte dat het nog bewaard was gebleven. Het was ergens in een museum terecht gekomen en toen hij het weer in zijn handen kon houden kwamen alle herinneringen weer bij hem boven.
Hooge Mierdenaar John Meulenbroeks leerde Emrys Davies een aantal jaren terug kennen. De man had nog veel herinneringen aan de dagen die hij in Reusel en de Mierden door had gebracht en deze herinneringen vertellen voor een groot deel het verhaal zoals dat de geschiedenis in zal gaan. Toen Meulenbroeks Davies uitnodigde om een eigen vitrine van de Welsh Fusiliers te openen meende  Davies dat het sauspannetje niet mocht ontbreken. Hij nam het nog één keer mee de zee over om het aan de Nederlanders te laten zien. Om nog één keer uit te leggen hoe een simpel pannetje uit kon groeien tot een symbool. Een symbool voor alle soldaten die het overleefden maar ook ter nagedachtenis aan die jongens die hier in de Kempen sneuvelden. Een aantal van hen ligt nog op het kerkhof in Reusel begraven!
Museum de Bewogen Jaren, met daarin een eigen <I>Welsh Room<I> is alle middagen geopend. Het is te vinden aan de Floreffenstraat in Hooge Mierde.