Knutselen om te knutselen

Willem en Frans Verdaat maken motor van afvalmateriaal
 
ED en Trompetter Kempenland 2007
 
Oud ijzer komt bij  de oudijzerboer en een sloopauto uiteindelijk bij de sloperij. Maar niet bij de familie Verdaat aan de Braakhoek in Lage Mierde. Elk voorwerp, zelfs elk onderdeel wordt nog drie keer aangekeken om te zien of er nog bruikbare materialen aan zitten. Neem het oude eendje dat ooit met vier wielen zijn eerste leven had. Toen de auto stil viel kwam het motorblok terecht in een gazonmaaier.
Toen dat gedaan was werd hij nog eens goed bekeken en nu vormt het motorblok het hart van een enorme motorfiets die geheel van restafval is opgebouwd. Twee halve velgen van een oude jeep werden aan elkaar gelast zodat de ruige band er precies op past. Het rijzadel van een paard is de zitting en op de sloop werd nog het embleem van een klassieke auto gevonden, dit pronkt nu voor de op de neus van het bakbeest.
 
De Braakhoek in Lage Mierde is zo’n plek waar de tijd soms stil lijkt te staan. Rustieke huizen op de plek waar ooit keuterboertjes hun schrale bestaan hadden. Het buurtschap <I>Braakhoek<I> kwam in Lage Mierde al eeuwen terug in de annalen voor, de huidige bewoners koesteren de uitstraling die het nu nog heeft.
Frans Verdaat (57) bouwde er het huis van zijn grootouders minutieus opnieuw op, steen voor steen, vrijwel alleen gebruik makend van oude bouwmaterialen. Toen er nog een schuurtje in de tuin moest komen gaf zoon Willem(23) aan dat hij ook zijn bijdrage wilde leveren, nu staat er een replica van herberg d’n Bockenrijder…
 
Oud
 
’Iets wat oud is, is nog zeker niet waardeloos,’ zo redeneren de Verdaats. Op hun kalender staan rommelmarkten rood omcirkeld, het afgelopen jaar hadden ze vooral oog voor oudijzerwaren, metertjes en slangetjes.
‘Dat motorblok was het begin, het bracht ons op het idee om er een motor omheen te bouwen,’ legt Willem uit. Hij had ontdekt dat zijn vader jaren terug al eens een grote tuba geheel uit hout had gemaakt.
Op ware grootte werd een grote motorfiets uitgetekend en vrijwel tegelijk begon de zoektocht naar geschikte materialen. Willem en zijn vader gingen er vanuit dat hetgeen ze gebruikten geen handelswaarde mocht hebben. Hoe waardelozer het onderdeel, hoe groter de uitdaging om er iets bruikbaars van te maken.
‘Bij de oudijzerhandel werden we goede klant,’ lacht Willem. Hele machines werden gestript om net die ketting te vinden waar ze naar op zoek waren. Een oude vrachtwagen leverde de koplamp en een de metertjes voor het instrumentenpaneel, alleen de verf is nieuw. Hierdoor zijn de totale kosten nog ver onder de euro per kg gebleven. (ledig gewicht is 422 kg)
 
Uitstraling
 
’Niet dat zo ’n kunststuk in enkele weken gereed is, in totaal zijn we er zeker twee jaar mee bezig geweest,’ zegt Willem met enige trots als hij de motor een keer laat loeien. Aan de linkerkant van de machine monteerde hij een oud legerschepje en aan de andere kant een veldfles uit de plunjezak van zijn vader. ‘Telkens bedachten we weer nieuwe dingen. Toen we op zoek waren naar een achterlicht viel het oog op de kaarsenstandaard die binnen op tafel stond. Het licht van de motor brandt nu, de kaarsen staan binnen op een bordje…’. Willem ziet er de lol wel van in.
Het aanleggen van de bedrading en het maken van de benzinetank bleken achteraf de grootste opgaven. ‘De tank hebben we zelf geconstrueerd, we hadden er nauwelijks gereedschap voor.
 
Wie verwacht dat er meteen grote tochten met de motor gemaakt worden heeft het mis. Het rijden op de openbare weg is nauwelijks een doel, ook al zou dat technisch gezien wel kunnen. ‘Mogelijk moet hij eerst gekeurd worden, ‘ veronderstelt Willem.
Voorlopig blijft het bij enkele tests bij hem voor de deur. De operatie motorfiets loopt nog even door, niets heeft haast…