'Drie dorpen? in Mali had ik er 370.’
Frans van der Weijst was pastoor in de Mierden en Hulsel.
De pastorie tegenover de kerk in Lage Mierde was enkele jaren zijn woning. Toen Frans van der Weyst als nieuwe pastoor benoemd werd was er niet langer sprake van leegstand voor het monumentale pand aan de Draaiboom.
 
Frans van de Weijst is een geboren Bergeijkenaar. Nadat hij vanaf zijn 12-de jaar naar het seminarie ging verhuisde zijn familie naar Eersel. "Ik heb me al die tijd een Kempenaar gevoeld," aldus de geestelijke die in 1960 tot priester werd gewijd. Slechts twee jaar later al werd hij gevraagd om les te gaan geven in een lyceum in Mali. Zijn kennis van talen na een verblijf in de V.S., Canada en Engeland kwam hem in dat West-Afrikaanse land goed van pas. "Ik werd geconfronteerd met zaken die ik niet kende uit Nederland. Armoede, droogte en uitgestrekte vlakten. Mijn parochie had een doorsnee van 220 km". Nadat van der Weijst in '79 terug werd geroepen om provinciaal econoom van de witte paters te worden, was zijn standplaats Boxtel, waar hij ook nu nog woont.
Hulsel en de Mierden waren betrekkelijk nieuw voor van der Weijst toen hij er mee te maken kreeg. "Je komt er vaak langs maar zelden door," zo was zijn eerste reactie. Van der Weijst kwam voor de drie kleine parochies in aanmerking nadat hij bij de bisschop had aangegeven het wat rustiger aan te willen doen en daardoor belangstelling had voor een kleine parochie. Dat het er drie tegelijk werden vond hij niet echt een probleem. "In Mali had ik 370 dorpen in mijn parochie. Ik kwam er dan slechts eens in de vijf of zes weken".
Het teruglopende kerkbezoek in de Nederlandse parochies ziet van der Weijst niet als de enige graadmeter in het kerkelijk bewustzijn. "Het gaat er ook om wat mensen, en vooral jongeren, beleven en ik merk dat er vele zaken zijn die hen raken. Ergens in geloven hoort ook bij het leven in deze tijd".