Dagje Hanoi levert weer mooie ontmoetingen op.

De dag in Hanoi gebruiken we om de nodige cultuur kennis op te doen. Een taxi met voor ons gevoel dubbel snelle meter, zet ons af bij het Mausoleum van Ho Chi min. We lopen langs het dode lichaam van de man die hier nog op elke straat hoek vereerd wordt. Hij stierf in  1969 maar ziet er nog best gaaf uit, drie uur per dag wordt hij tentoon gesteld. We moesten voor het bezoek een soort van efteling wachtroute lopen van bijna 1 km. fototoestel en mobiel inleveren bij een kraampje. Later konden we dat niet terug vinden. Een ' vriendelijke'  inboorling hielp ons maar begon daarna enorm te zeiken over deze dienst en hoeveel dat wel niet waard was. Het kostte ons twee ton om van hem af te komen. In het Ho Chiminh museum lezen we alles over zijn strijd naar onafhankelijk en om vooral van de Fransen los te geraken. Over de oorlog met de Amerikanen geen woord. echt ongelofelijk want dat moet ook veel impact hebben gehad. Hij maakte zelf het einde van die oorlog dan wel niet mee maar zijn ideaal lag wel in die vrijheidstrijd.

Daarna naar de gevangenis die erg bekend is hier. Gesticht door de Fransen in 1895 om de onwillige Vietnamezen op te sluiten, soms nog gevolg door de guillotine, die er nog staat. Daar zagen we wel meer van de oorlog met Amerika. Het bombardement op Hanoi in december 1974 duurde 2 weken. Er werden zo n 50 vliegtuigen neergehaald, de piloten werden daar opgesloten, zij noemden het zelf Hanoi Hilton. Nog onder de indruk van alles waar de vietnamezen zich van hebben moeten bevrijden liepen we verder. Nu had ik de dag ervoor steeds lopen zoeken naar een originele pet. Enkele modellen  gepast maar niet  goed bevonden. Toen passeerden wij een oude man die met zijn vrouw op een bankje zat. Ik zag in hem zo' n oude VC strijder, hij had zijn legerpet nog op. Toen we verder liepen zei ik tegen Wil: zo' n pet zoek ik nu. zegt hij: dan vraag je die toch gewoon. Doen?

Okee, wij terug. Ik had natuurlijk een goed ruilmiddel in handen: de pet uit de Dolomiti superbike waarvan Sanne vindt dat hij niet mooi staat. Ik sprak de man aan, zijn vrouw zat langs hem. Hij verstond geen woord engels dus moest ik naar handgebaren. Hij snapte er natuurlijk niets van maar toen ik hem mijn mooie bruine pet opzette kwam er een glimlach. Toen ik die van hem opzette had hij het niet meer. Ik gaf de man nog een dollar fooi. O het moment dat hij die aanpakte zag ik evende twijfel in zijn ogen. Een Amerikaanse dollar. Ik zag in zijn ogen de strijd in de jungle, hoeveel films en series hebben we daarover gezien (denk aan Tour of Duty)? Ik zag ze altijd enkel vanuit Amerikaans perspectief maar dit gezicht vertelde iets anders. Het vertelde mij zonder woorden het perspectief van deze man met zijn volk, die vanaf eind negentiende eeuw door de Fransen uitgebuit werd. Ze dwongen de arme mensen voor hen te werken, namen de producten mee naar Frankrijk. Als we dan bekijken hoe weinig deze mensen al hebben kun je je voorstellen dat het streven van Ho Chi minh in goede aarde viel. Hij streefde naar onafhankelijkheid en eten voor iedereen. Maar goed. De Fransen werden in 1954 in de pan gehakt bij Dien Bien Phu, hoe het de Amerikanen verliep weten we inmiddels ook. 

De man blijft glimlachend achter met zijn hollandse Italië pet, Wil en ik gaan verder naar de rode brug. Daar zien we tientallen bruidsparen die fotoreportages maken. Een meisje spreekt ons aan. Eerst zijn we voorzichtig, we zijn eerder die dag er al ingeluisd door twee studentes die ons aanspraken en plots gingen collecteren voor het Rode kruis. Dit meisje, haar naam is Hai, is student economy. Ze is 20 jaar en spreekt toeristen aan om haar engels te verbeteren. Ze vertelde over haar kennis over de Europese landen (vrij beperkt) en vertelde over haar eigen leven. Het leven op een studenten campus is hard werken als we haar mogen geloven, 's morgens beginnen met ochtend gymnastiek. Als we haar achter laten is dat met het gevoel: fijn dat het zo ook kan. We gaan verder naar ons hotel om de backpak op te halen. We hebben via een travelagent geboekt voor een toer naar Sapa en aansluitend naar Hanlong Bay. 

Hoe dat vergaat lees in het volgende verhaal. Onze tocht gaat verder, Hanoi blijft achter. De man op het bankje zit er volgens mij nog met een glimlach onder de bruine pet. Op terugweg naar Hotel nog wel enkele hachelijke momenten bij oversteken van de weg. Echt, niemand stopt er en van beide kanten komen er continu honderden brommers op je af. Als je gewoon begint te lopen krullen ze precies om je heen, er gebeurt eigenlijk nooit wat. Tot nu toe geen enkele aanrijding gezien, wat op zich opmerkelijk is .

 

Harrie en Wil