De hoeve Isegrim

Oude boerderij een van de laatste Postelse hoeven
Trompetter Kempenland 2006 en eigen verhaal 2008
 
Op de Franse Hoef in Bladel ligt ingeklemd tussen twee veebedrijven een oud huisje verscholen. Doordat het een eind van de weg af ligt is niet direct te zien dat het hier om een historisch pand gaat: onder de witte kalk blijkt echter een achttiende eeuws boerderijtje te zitten, de laatste boerderij van de hoeve Isegrim.
De huidige bewoner houdt het pand al 35 jaar in dezelfde staat als dat hij het verkreeg: de 90-jarige beeldhouwer Gubbels. Hij had echter een nadeel: hij kende het huisje niet in zijn oorspronkelijke vorm omdat zijn voorganger het in enkele jaren tijd ombouwde tot een buitenhuis in jaren 60 stijl.
In het jaar 2000 werd in het plan de Biezen in Bladel een straat aangelegd die de naam Isegrim kreeg. Weinig van de nieuwe bewoners in deze straat hebben een idee waar de naam Isegrim naar verwijst. Maar de oorsprong blijkt dichtbij te vinden.
Tot het jaar 1747 zijn er in Bladel zeven boeren hoeven die allen eigendom zijn van de Norbertijnen monniken in Postel. Eén ervan is de hoeve Isegrim aan de Franse Hoef in Bladel.
 
Veiling
 
Bladel, 29 november 1933. Buiten waait een koude gure wind en elders in de wereld dient een andere storm zich aan. Tegen 17.00 uur verzamelen zich een aantal nieuwsgierigen zich in koffiehuis Groenen in de Sniederslaan maar onder de aanwezigen zijn ook enkele vreemde gezichten te bespeuren. Veilingmeester Josephus Seuntiens kijkt de rokerige ruimte rond en stelt tevreden vast dat de opkomst boven verwachting is. Het zijn slechte tijden, maar de koop van een boerderijtje met aanpalende gronden trekt toch de nodige belangstelling. Terwijl de notarisklerk Gerardus Smolders de laatste paperassen klaar legt voor de notaris klinkt er geroezemoes in de zaal. Als Notaris Franciscus Cox de ruimte betreed wordt het stil. Zijn statige verschijning brengt een zekere spanning met zich mee en alle ogen worden zijn richting in getrokken.
‘Welkom op de eerste zitting voor de veiling van de boerderij en gronden aan de Franse Hoef.’ Als de notaris al snel over gaat met het benoemen van de diverse kopen en percelen, ziet Hendrikus Hunting alles nog eens aan zijn oog voorbij trekken. Elke meter grond kent hij, en van elk stuk kent hij er zijn geschiedenis. Het zal pijn doen om afscheid te nemen…. ‘Huis, stal, schuren, schop, erf, tuin weilanden….
Het lijkt een saaie opsomming maar voor hem is de informatie veelzeggend. Het is een barre en onzekere tijd maar toch zien anderen met de koop van zo’n boerderij een kans om het eigen bedrijf te vergroten. Zoals overbuurman Harrie –Hais- van Avendonk. ‘Misschien is <I>mie-en bocht<I> wel iets om erbij te hebben. Het ligt hoog, goed voor een roggenakker. En anders de Bruuk: daar ligt al een aardig weitje. Kan het jongvee zo naar toe.
De stem van de notaris gaat verder ‘koop 11 een weiland langs de kunstweg naar Hulsel, groot twee hectaren en zesenvijftig aren en twintig centiaren’…. In totaal zijn er maar liefst 24 kopen, waarbij de laatste de massa is van alle voorgaande. Het gaat om de boerderij aan de Franse hoef met alle bijgebouwen en iets meer als zeventien hectare grond.
De goederen waren tot dan toe eigendom van Johanna Rutjes en Hendrikus Hunting: zij hadden het op hun beurt in het jaar 1912 gekocht: hetzelfde jaar dat de Titannic op zijn eerste vaart ten onder ging…
 
De prijsopdrijver
 
Voorafgaand aan de eerste inzet werden een aantal goederen benoemd die niet onder de verkoop vielen, zoals een grote dorsmachine, het schelfhout van het varkenskot. Voor de fruitbomen in de boomgaard zal extra betaald moeten worden.
Maar liefst negen boeren schrijven zich in voor een of meerdere kopen: onder hen bekende Bladelse namen zoals Jos en Hais van Avendonk, Petrus Fiers, Bernard Wieskamp. Onder hen ook een onbekende: de 38-jarige Hendricus Wenting uit Zeelst. Na wat geroezemoes werd al snel duidelijk dat hij een zwager was van een van de kinderen Hunting. ‘Da’s ne prijsopdrijver’ zo werd er achter in de zaal gemord.
  
Finale zitting
 
Op zes december van datzelfde jaar kwamen alle boeren opnieuw bij elkaar, maar nu bij koffiehuis Vosters. ‘De tweede zitting ter finale toewijzing’ zo opent notaris Cox plechtig de bijeenkomst. Dit keer was buurman Adrianus Aarts ook van de partij. Op het laatste moment had hij nog een inzet gedaan voor een stuk heide: zo’n kans kreeg hij niet meer. Op het moment dat de hamer voor het laatst op tafel neerdaalde liep de kastelein al te zeulen met een blad jonge klare. Er werd geklonken op de goede afloop en de familie Huntink was tevreden over de opbrengst. Voor Hendrikus Wenting was het helemaal een mooi moment: nog diezelfde avond zou hij het grote nieuws in Zeelst kunnen gaan vertellen. ‘We gaan naar Blaol’. Adrianus Aarts zat op dat moment al thuis: hij was de enige die zijn koop niet doorgezet had. Vijftien aren heide voor vijfentwintig gulden: dat was hem toch net iets te gortig.
De oude boerderij met 8,3 hectare grond ging van de hand voor de som van f 4902,50. Een koopje, zo zou later blijken.
 
Eeuweling
 
Bladel 1964. Op de honderdste verjaardag van de boerderij doet de ruilverkaveling zijn verwoestende werk. Een nieuwe generatie boeren zoekt zijn weg via grotere productie. Sloten worden rechtgetrokken, wallen gekapt en oude boerderijen gesloopt. De boerderij Isegrim gaat voor f 20.000,- van de hand. Het ingezette bedrag wordt op de finale zitting niet meer overtroffen en zo kwam een boerderij aan het eind van zijn boerenbestaan. De nieuwe eigenaar sloopt het schuurgedeelte van het pand en de inpandige koeienstal krijgt een metamorfose: het wordt een ruime woonkamer naar de nieuwste trends.
Als drie jaar later beeldhouwer Gubbels aan een nieuwe uitdaging begint treft hij het pand witgekalkt aan. Slechts mondjesmaat geeft het oude gebouw iets van zijn geschiedenis prijs.
In de tuin achter bij het varkenskot zit nog de oude broodoven. Omliggende veebedrijven namen het pand steeds verder ineen wurgende greep, maar het stro op het dak biedt nog steeds dezelfde bescherming als altijd….
Anno 2002 staat de boerderij op de nominatie om tot monument te worden verheven. Te laat om het te redden als boerderij. Maar voor de geschiedenis van het gebouw en haar bewoners is het een erkenning. 138 jaar oud en een nog langere geschiedenis. De oorspronkelijke hoeve Isegrim stond dichte bij de weg, vlakbij het kruispunt van wegen: Het karspoor dat van Bladel af kwam en de zandweg naar Hulsel.
 
Lezingen
Samen met de stichting voor Brabants Regionale Geschiedbeoefening (BRG) en andere Heemkunde Kringen in het Kempenland organiseert heemkundige kring Pladella Villa lezingen.  In het voorjaar van 2003 wordt een nieuwe lezingenreeks over de ‘Cultuurhistorie van de Kempen’ gestart. Het Kempische landschap wordt voor een deel bepaald door de aanwezigheid van tal van (monumentale) boerderijen. Er is een duidelijke samenhang tussen de ontwikkeling van de boerderij als bijzonder bedrijfsgebouw en de manier van agrarisch werken. Op 18 maart 2003 werd in de Tref vertelt hoe deze ontwikkelingen zijn verlopen: Boerderijen als bijzondere bedrijfsgebouwen.
In 2008 overleed onverwacht Wim Gubbels, bewoner van hoeve Isegrim. De beeldhouwerken die hij daar maakte leven in hem voort in de Kempische ruimte
HW