In memoriam Wim van den Borne

 

Op zaterdag 11 maart 2017 overleed Wim van den Borne op 81-jarige leeftijd.

Wim, geboren als zoon van Sjef van den Borne, was in Reusel ook bekend als Wim van de Yekster.

Naar zijn zeggen – en als bijnamen-specialist kon hij het weten- zong zijn grootvader in de schoolklas bij de fraters zo vals als een ekster. Deze diskwalificatie zorgde voor een markante bijnaam: de Yekster.

Als kind werd hij wel eens gepest met die bijnaam, bijvoorbeeld toen hij zijn vogel – uiteraard een ekster- dood liet gaan. De mannen van Joppe-Jantje stonden hem na school op te wachten: dokkeutel-pikkeutel-zwartgat. Zijn broer Harrie moest eraan te pas komen om de partijen weer op gelijke hoogte te brengen: hij sloeg Toon Jop met zijn klomp een bloedneus!

Wim werkte als jonge boerenzoon met zijn paard op de heide, waar hij vanaf zijn 14-de ploegde en de grond bewerkte. De liefde vond hij bij Dien van Limpt aan de Kattenbos en toen hij samen met zijn broer Harrie de boerderij van vader overnam, moest er gedeeld worden. Ze kregen ieder 2,5 hectare, en Wim wist dat hij inventief moest zijn om te overleven. Hij ging mestkippen houden, waarna hij in contact kwam met broederij Verhulst in Veldhoven, die voorstelde om moederdieren te gaan houden. Leghennen met eieren voor de broed.

Het werd een gouden advies dat Wim secuur opvolgde. Hij bouwde twee, en later nog een derde stal. Zijn producten vonden hun weg naar de broederijen in Nederland en de kuikens stonden tot over de grenzen bekend om hun goede kwalitatief.

Het huwelijk van Wim en Dien werd bezegeld met hun kinderen Wil en Dian. Het sterkte hen in het harde werken: daar doen we het voor.

Intussen werkte Wim niet alleen in de kippenstallen en daarnaast nog een kleine vorm van tuinderij. Hij hield ook altijd enkele paarden, om ermee te fokken en om  ze in te spannen.

Toen hij het rustiger aan ging doen en de boerderij overdeed aan zijn zoon Wil, leek ook het doek te vallen voor zijn paarden. Maar Dien wist waar zijn hart lag: bij dat edele dier, waar hij al vanaf zijn 14-de mee gewerkt had.

Hij schafte weer een paardje aan, dat hij inspande voor zijn sjees. Hij voelde zich weer die jongen die met het paard naar de heide ging. Nu kreeg hij vragen vanuit diverse hoeken om iets voor de maatschappij te doen. Jan Voets, zijn vriend en superknecht, was 50 jaar getrouwd en Wim reed hem met zijn sjees naar de feestlocatie. De Reuselse eeuweling zat bij hem op de bok en toen er bij hem aangeklopt werd voor het tv programma De wandeling aarzelde hij geen moment.

Op de mooie zomeravonden fietste hij met Dien door het groene Kempenland. Samen met Peer Tijssen en Driek Bel reed hij zijn paardje door bos en heide. Hij zag zijn kleinkinderen opgroeien en het vulde hem met een gevoel van geluk. De wereld was een stukje van hem, zijn paardje bracht hem voorbij alle grenzen.

Maar aan het einde van zijn leven, op het moment dat hij zich nog heel vitaal voelde, sloop er iets in zijn lichaam dat niet meer van wijken wist. Toch kwam er een moment dat zijn zorgen alleen en vooral alleen naar zijn vrouw gingen. Toen ze een paar dagen voor zijn definitieve afscheid hem nodig had in het ziekenhuis, werd er gezorgd dat hij daar kon zijn. Maar zo grillig als het leven kan zijn, zo grillig was ook zijn afscheid. Tijdelijk verwijderd van zijn lieve echtgenote, sliep hij in, in de stoel die hem vertrouwd was. Met zijn heengaan gaat een markant man heen. Een kenner van bijnamen in Reusel: een drager van een markante bijnaam. Wim van de Yekster.