Jan Merckx wil Arie Zwart terug naar Lage Mierde
Meesterwerk gratis en voor niets
 
Lage Mierde 1933 – Het water kabbelt de bocht om, de wind zet het gras aan de oever zachtjes in beweging. Tussen de rietkragen enkele kleine vogeltjes en een koppel eenden, in de verten twee kinderen spelend langs het zandpad. Onopvallend, als een toeschouwer, kijkt een man ingespannen naar het doek dat voor hem op de schildersezel staat. Hij ziet het Lage Mierde in het begin van de vorige eeuw en zijn ogen voorspellen dat het er ooit niet meer zal zijn. De schilder is Arie Zwart en zijn handen leggen vast wat zijn ogen zien. Het krakkemikkige bruggetje over de kronkelende raamsloop. Het paadje dat over het bruggetje voert verbindt het Mispeleind met het Vloeieind, het is een belangrijke verbindingsroute voor de boeren naar hun weidegronden.
 
Hilvarenbeek 74 jaar later – Vier handen liggen zwijgend op de beste kamertafel. Aan de zijkant van het vertrek een brandend vuur dat af en toe de stilte verbreekt. Het is een tafereel uit het heden van 2007, een Arie Zwart zou het zo vast kunnen leggen. De man die ooit langs de velden, de wegen en de oude huisjes trok is er echter niet meer, zijn schilderstukken vertellen nu zijn levensverhaal. Deze stukken bleven achter als een spoor dat hij naliet, een stukje cultuur dat hij schetste, wat nu voortleeft in het Brabantse land.
Vanaf de muur van een Beekse woning kijkt een van Zwart zijn meesterwerken de ruimte in.
 
Kleine dingen die voorbij gaan
 
Jan Merckx vouwt met een ferme beweging de krant voor hem dicht en staat op. De dagelijkse puzzel is weer opgelost en hij controleert het haardvuur nog een keer. Zijn vrouw staat op voor haar dagelijkse ronde langs de moestuin. Met hun 76 en 77 jaar zijn ze nog vitaal, zien ze nog uit naar de hoogtepunten in hun leven.
Al buurtend met Jan en Annie Merckx aan de Kleine Voort, gaat het al snel over Lage Mierde, het dorp waar Jan geboren is. Hij zag er het levenslicht net op het moment dat Arie Zwart er zijn schilderijen maakte en zonder dat Jan het zich nog bewust was, tekende Zwart wat Jan later ook zou gaan waarderen. Op het moment dat Jan er aan het Mispeleind verder opgroeide trok Arie Zwart al weer door andere delen van de wereld, weer op zoek naar mooie plekjes om ze vast te leggen, voor hem was het ook een middel van bestaan.
 
Hilvarenbeek 1977
 
Het huis van de huisarts dokter Hezemans aan de Paardenstraat wordt leeg gemaakt. De huisarts heeft tot op hoge leeftijd zijn patiënten bijgestaan maar nu is het tijd om van het pand afscheid te nemen. Annie Merckx-van Dijk heeft de huisdokter jarenlang trouw gediend en zijn verhuizing is ook haar vertrek. Ze is er dan al enkel jaren getrouwd met Jan Merckx en uit de boedel krijgen ze een oud schilderij geschonken. Als Jan bij toeval op de achterzijde kijkt ziet hij <I>Lage Mierde 1933<I>. Hij trekt zijn wenkbrauwen op en gaat op zoek naar het landschap dat de schilder ooit vastlegde. Hij staat perplex als hij merkt dat het een stilleven is uit de omgeving waar hij opgroeide. Het staat voor hem vast dat dit voor hem een waardevol stuk is.
 
Toen twee jaar terug het leven van Arie Zwart opnieuw beschreven werd ging het schilderij uit 1933 weer leven voor Jan en Annie. Het stof werd er nog eens secuur afgehaald en ze namen een besluit: dit schilderij moet voor Lage Mierde behouden blijven. Ze besloten op zoek te gaan naar een instantie of een gebouw in Jan zijn geboortedorp waar ze het gratis aan over wilden dragen.
 
Ontmoetingen
 
Maar om een schilderij weggeven blijkt geen eenvoudige zaak te zijn. Contact met kunstenaar Ger Stallenberg uit Lage Mierde maakte duidelijk dat er eerst nog een restauratie plaats moet vinden. Jan ziet intussen het vergezicht al hangen op een plek in het dorp aan de Raamsloop. ‘Als Lage Mierde nu eens een gebouw had waar jong en oud samen komt’, zo mijmert hij. Maar hoe moet je dat aanpakken, wie moet je benaderen?
Jan en Annie denken er nog over na. Af en toe hebben ze iemand over de vloer en dan komt het schilderstuk weer op tafel. Dan bekijken ze de leuning van het bruggetje en de bomen aan de oever van het beekje. Een zomer in 1933. Een wens in 2007.