De erfenis van Clara Rozijn

Mierdse ruïne inzet planschadevergoeding
ED 2007
 
Clara Rozijn mag de herbouw van haar boerderijtje aan de Neterselsedijk in Lage Mierde zelf niet meer meemaken. Precies tien jaar na haar dood doen de erfgenamen een nieuwe poging om het oude optrekje te herbouwen. Het verzoek voor een vergoeding vanwege planschade na het intrekken van de bouwvergunning, houdt aanstaande dinsdag de commissie grondgebied bezig.
Het boerderijtje aan de Neterselsedijk is al jaren een markant voorkomen in het straatbeeld op de weg van Lage Mierde naar Netersel. Het pand werd oorspronkelijk bewoond door Lage Mierdenaar Jan Steenbreker die zijn nicht Clara Rozijn van Westelbeers naar Lage Mierde haalde om voor hem te zorgen. Haar zorg werd vorstelijk beloond want bij het overlijden van haar oom erfde ze de complete boerderij.
Clara kon echter niet lang genieten van haar nieuwe bezit omdat de boerderij in verval raakte. Voor de oude stenen was nog geen cement gebruikt waardoor de muren een voor een omvielen: slechts één buitengevel die later werd gebouwd overleefde alle stormen.
Clara zat er niet mee en trok zich terug in een van de bijgebouwen. Vanuit het kippenhok zag ze het leven aan de Neterselsedijk aan zich voorbij trekken. Toen ze in 1977 een vergunning kreeg om de boerderij te herbouwen maakte ze daar geen gebruik van. Toen de gemeente Hooge en lage Mierde tien jaar later constateerde dat er nog steeds geen begin was gemaakt met het ruimen van de bouwval en het bouwen van een huis, werd de boerderij niet meer als woning in het bestemmingsplan opgenomen. In 1989 volgde nog een verzoek om te gaan bouwen maar toen daar niet op gereageerd werd volgde het intrekken van de vergunning en daardoor ook van de bestemming wonen: een opmerkelijke actie voor Clara die hierdoor het recht op wonen in haar eigen huis leek te verliezen
Toen Clara Rozijn in 1993 overleed realiseerden haar neven en nichten, als meest directe familieleden, dat hen een fortuin ontglipte. Ze vroegen al in 1994 toestemming om de boerderij alsnog te herbouwen maar het verzoek werd afgewezen omdat het de toenmalige gemeente Hooge en Lage Mierde niet duidelijk was of de nazaten van Clara als belanghebbenden konden worden aangemerkt.
In de tien jaar die er verstreken na haar dood vermaalden storm en regen de restanten van de boerderij tot een onooglijke ruïne. Een oude waterput geeft nog de plek op de binnenplaats aan en het kippenhok toont de plek waar Clara haar laatste dagen telde. Struikgewas overwoekerde de stenen en het werd er stil.