Vier-meiviering met bijzonder lied

Miep Davids zingt over ervaringen Jappenkamp

 Mei 2018

 

Het koor Becadans met in hun midden Miep Davids

De bezetting en de repressie van de Duitsers in de oorlog was heftig en is bij velen bekend.  Naar de bezetting van de Jappen in Indië, werd vaak neerbuigend gekeken. De slachtoffers daar voelden ook nooit de waardering en het begrip waar ze op hoopten bij terugkomst in Nederland. Midden in een Jappenkamp maakte een Engelse vrouw een lied over haar verblijf daar. Het mocht daar niet gezongen worden, daarom werd het geneuried. Weer terug in Nederland kan Miep Davids (75) uit Hilvarenbeek erover getuigen. En ze kan er als sopraan in het koor Becadans over zingen. Dat doet ze op 4 mei bij de dodenherdenking.

 “Ik was vier jaar toen ik het kamp verliet en heb er daardoor nauwelijks eigen herinneringen aan,” zegt ze over haar verblijf daar vanaf 1942. “Wat me wel bijbleef, is dat we terug in Nederland in een bed moesten slapen. Ik was gewend om op de grond te slapen en wormpjes en dat soort dingen te eten.”

Het verhaal van Miep in Indië, begint al voor haar geboorte. Haar moeder, eerder met de handschoen getrouwd, beseft dat het een verkeerde keuze is. Haar twee dochtertjes zijn in Nederland bij haar ex en haar ouders, als zij in Indië een andere man leert kennen waar ze van in verwachting raakt. Als na de aanval op Pearl Harbor in december 1941 de Jappen ook Indië binnen vallen, worden alle westerlingen geïnterneerd in kampen. De mannen werden meteen van de vrouwen gescheiden, ook de ouders van Miep raken hierdoor gescheiden. Voor haar moeder was het leven niet makkelijk. Er was nauwelijks te eten en de Japanners toonden zich uitermate wrede bezetters. Ze moesten lang in de zon staan en veelvuldig buigen voor hun overheersers. Ook werden ze veelvuldig geslagen. Door haar zwangerschap had haar moeder meer eten nodig, maar dat was er niet.

Toen de kleine Miep in 1942 in het kamp geboren werd, kende ze de eerste jaren naast de Jappen niemand anders dan de meisjes en de vrouwen in het kamp. Ze heeft haar vader éénmaal gezien, toen die met een mannengroep voorbij marcheerde, maar ze was te klein om het zich te blijven herinneren. Haar vader werd tewerk gesteld bij de Birma spoorlijn, waar hij werkte aan de brug over de River Quai, Hij zou dat niet overleven.

“Mijn moeder was een Friezin en was hard voor zichzelf. Ze ontwikkelde een manier van overleven, maar dat betekende na de bevrijding wel dat het haar niet lukte om over de bezettingstijd te vertellen. Daarom heb ik er weinig herinneringen aan, ook al heb ik er vier jaar met haar daar doorgebracht,” kijkt Miep terug. “Ze vertelde nooit iets over de kamptijd en als het gesprek er toch over ging, hulde zij zich in stilzwijgen. Miep heeft daar zelf wel een verklaring voor.

“De ontberingen waren groot en zij zag veel vriendinnen en landgenoten die het niet redden. Ze wist ook nooit hoe het voor haar en haar kind af zou lopen, ook niet of ze haar man ooit nog zou zien. Op het moment dat ze in augustus 1945 bevrijd werden, was het nog niet gedaan met de ellende omdat toen de Indiërs zelf zich tegen de Westerlingen keerden. Moeder moest met de andere Nederlanders in het kamp blijven omdat ze hun leven daarbuiten ook niet zeker waren.”

Na repatriëring in 1946, lonkte het thuisland. Maar waar iedereen hoopte op een uitbundige ontvangst, kwam er een koude douche. De Nederlanders waren net onder het juk van de Duitsers vandaan en er werd neerbuigend neergekeken op de mensen die uit de Oost kwamen. Die hadden niet zo n koude winter meegemaakt.

Miep daarover: “We hadden geen kleding voor de kou waar we in terecht kwamen. Die kregen we van de Nederlandse overheid. Later moest iedereen die tot de laatste cent terug betalen, ook al had niemand iets.”

Miep kwam samen met haar moeder bij haar opa en oma in Den Bosch te wonen, waar ze voor het eerst kennis maakte met haar twee halfzussen.

“Het was voor moeder ook toen nog geen makkelijke tijd. Het leven ging door, haar dochters groeiden op, maar zelf kon ze nergens naar toe met alle ellende die zij nog in zich mee droeg.

Enkele jaren terug hoorde Miep van een lied dat in het vrouwenkamp was gemaakt door een Engelse zendelinge. Haar moeder moet dat lied ook gekend hebben en het samen met de andere geneuried hebben. Zingen was toen ten strengste verboden.

“Het is ontzettend mooi dat dit lied bewaard is gebleven,” zegt Miep. “De Engelse zendelinge was Margaret Dryburgh, die zelf de gevangenschap daar niet overleefd heeft. Het lied dat ze schreef kreeg de naam Captives Hymn en is gebruikt voor de film Paradise Road uit 1996.”

Elk jaar op 15 augustus worden in Den Haag bij het Indië monument de slachtoffers van de bezetting in Indië herdacht, ook daar wordt dit kamplied ten gehore gebracht. Voor Hilvarenbeek is het op 4 mei een primeur, het koor van Becadans, onder leiding van Marijke Schouten, brengt het ten gehore. De ruim zestig zangers en zangeressen zullen niet alleen de woorden van Margret Dryburgh zingen, zij zullen daarbij ook met hun gevoel bij hun koorlid Miep Davids zijn.

Miep bouwde in Nederland een normaal leven op. Ze volgde een opleiding en werkte als secretaresse. Ze kwam naar Hilvarenbeek omdat haar man daar een baan kreeg in het onderwijs. Nu zijn haar twee zoons al uitgevlogen en heeft ze vier kleinkinderen. Maar ergens ver weg in haar herinnering zit een stukje kampleven weggedrukt. Pas op zeer bijzondere momenten komt dat weer een stukje aan de oppervlakte. Ze dankt haar God dat ze nooit de last van toen, in de rest van haar leven gevoeld heeft. Maar ze moest wel verder leven met de wetenschap dat ze daar haar vader verloor en dat het haar moeder tekende voor de rest van haar leven. Die nam al haar herinneringen mee in haar graf, daar is nu niets meer aan te doen.

 

De tekst van het lied:

Vader, in gevangenschap

Richten wij ons gebed tot U

Omring ons immer door Uw liefde

Geef dat wij dagelijks laten zien

Dat zij die op U vertrouwen

Meer dan overwinnaars zijn

 

Geef ons geduld om te verduren

Houdt onze harten zuiver en klaar

Geef ons moed, barmhartigheid

Meer geloof en nederigheid

Bereidheid om naar Uw wil te leven

Of wij nu vrij of gevangen zijn

 

Voor onze natie bidden wij

Wees Gij haar steun in deze tijd

Vergeef haar trots en egoïsme

Leer haar naar Uw gebod te leven

Moge een ieder door Uw genade ervaren

dat ware grootheid van U komt

 

Voor onze dierbaren bidden wij

Wees Gij dag en nacht hun hoeder

Vrijwaar hen van elk gevaar

Houdt alle bezorgdheid verre

Dat zij ons aan Uw zorg toevertrouwen

Weten dat Gij onze smarten deelt

 

Moge de dag der vrijheid dagen

Vrede en recht opnieuw ontstaan

Geef dat volkeren die U beminnen

Over heel de wereld broeders zijn

Door tijden gelouterd, opnieuw geboren

Uw koninkrijk zien komen op aarde