Ome Cor gaat in de boeken (1)

 Hilverbode oktober 2015


Soms zijn ze er nog: markante mensen die een verhaal te vertellen hebben. Een zo’n paradijsvogel woont aan de Westerwijk in Diessen, waar hij in een oude varkensstal zijn eigen stulpje bouwde. Cor Penders, bij iedereen bekend als Ome Cor, heeft vele verhalen te vertellen. Het leven dat hij al 93 jaar leidt (!) leverde hem vele wijsheden op, die hij graag met iedereen wil delen. Onlangs opende hij zijn eigen bibliotheek met een boekenstalletje voor zijn woonstee. In een drieluik nemen we een kijkje achter de schermen.

De woonstee van Ome Cor is niet moeilijk te vinden. Tenminste als je de weg een beetje kent in het buitengebied van Diessen. Komende vanuit Esbeek richting Diessen, is het op de Westerwijk het eerste pand aan de linkerkant van de weg. Een woning is zijn woonstee niet echt te noemen, het heeft het uiterlijk van een varkensstal en enkel binnen in de ruimte zie je het verschil. Cor bouwde eigenhandig een keuken en een woon/slaapkamer met daartussenin zijn garage annex werkplaats. Daar staan meerdere woonwagens, in diverse stadia van afbouw. Cor was een groot deel van zijn leven lid van NAR (Natuur-Alternatief-Reizen) wat hem een niet aflatende hang naar woonwagens opleverde. In zijn tuin staat steevast het laatst gereedgekomen exemplaar te koop.

Eenmaal op het erf bij Ome Cor valt zijn buitenzitje op. ‘Sauwelen in ’t prieeltje’ staat er te lezen. Het is precies datgene wat hij het liefste doet. Sauwelen en mensen zijn (levens)verhaal vertellen. In de buitenruimte staan zijn huisdieren ook om zijn aandacht te bedelen. De grote bok en de pony die samen van hetzelfde gras eten en de zes kippen. ‘Ze leggen niet genoeg,’ zegt Cor. ’Ik moet in de supermarkt nog eieren bijhalen.’

Als Cor uitnodigend de deur naar zijn stulpje opent, is er meteen verbazing over zijn standaard outfit. Zijn zwarte schoenen zijn nog alledaags te noemen, zijn steunkousen daarboven duiden op een stukje zorg en verzorging. ‘Daar komt de hulp dagelijks voor langs,’ legt hij uit. ‘Samen met mijn stoma zijn het de hindernissen in mijn leven.’

Boven de steunkousen draagt hij gebreide kniebeschermers om ongemak aan zijn kunstknieën tegen te gaan. Boven de kniebeschermers is nog net een stuk bloot bovenbeen te zien, voordat de pijpen van zijn korte broek beginnen. Met een warm gebreid wollen vest en een platte alpinopet op zijn hoofd, is hij met zijn volle baard een markant figuur. Een persoon die positief in het leven staat, zoals hij dat zelf ook benadrukt. ‘Ik lees ook alleen maar boeken die goed aflopen,’ zegt hij. Het is een kleine verwijzing naar de boeken in zijn nieuwe bibliotheek.

‘Ik zag het elders, zo’n bibliotheek aan de weg,’ zegt hij. ‘Ik heb in mijn leven veel gelezen en bewaarde de meeste van die boeken. Met mijn bibliotheek wil ik dat graag met anderen delen. Iedereen die langs komt mag een boek meenemen, maar ruilen of er gewoon een achterlaten mag ook natuurlijk. En dat allemaal gratis. Zeg nou zelf?’

Cor blijkt in veel zaken een markante man en je kunt je bij hem in veel zaken vergissen. Zijn leeftijd bijvoorbeeld. ‘Ik ben van 1922,’ zegt hij veelbetekenend.

Als je naar de status van het autootje in zijn woonstee vraagt komt er ook een verrassende reactie: ‘afgelopen week weer voor vijf jaar mijn rijbewijs gekregen,’ zegt hij daarover. ‘Ik heb er ook een aanhanger bij, daar haal ik het materiaal op wat ik gebruik bij het maken en opknappen van de woonwagens. Maar sinds kort heb ik ook een aanhanger achter mijn scootmobiel. Zelf gemaakt en super gemakkelijk voor de boodschappen in de lokale super.’

Ook bij de gemeente Hilvarenbeek kennen ze Cor inmiddels en ook daar vallen ze regelmatig van de ene verbazing inde andere.

‘Ik kwam daar voor een woonbestemming van mijn woonstee,’ vertelt hij. ‘Van Westerwijk 12 A hadden ze nog nooit gehoord, sterker nog: ze zeiden dat het niet bestond. ‘Maar ik woon er al twee jaar,’ zei ik tegen de ambtenaar. Hij wist niet wat hij hoorde. Nu schijnen ze het geregeld te hebben dat ik tot mijn dood hier mag wonen. Hoe ze het geregeld hebben weet ik niet, mij een zorg. Ik heb inmiddels wel begrepen dat na mij de deur hier dicht gaat en dat het geen permanente woonbestemming krijgt.

Zo blijft Ome Cor aan de Westerwijk in Diessen.

Omdat zijn kachel ook moet blijven roken was zijn huisbaas bereid om iets met de huurprijs te doen. Het verhoogd zijn dankbaarheid over alles en iedereen alleen nog maar. Nergens is een spoor van verbittering over zijn situatie te horen. Hij beschouwt zijn vrijheid als het grootste goed. ‘Vrijheid is blijheid,’ is dan ook een van de slogans waar hij graag mee strooit.

Ik maak overdag graag ritjes met mijn scootmobiel. Met de auto rijdt je alles voorbij, maar met acht kilometer per uur ziet alles er anders uit,’ zegt hij.

In deel twee van dit drieluik kijken we met Ome Cor terug naar de eerste herinneringen uit zijn leven. Rotterdam in de crisistijd en arbeid in een Duits kamp waar het verlies van een van zijn vingers zijn redding bleek.

In deel drie kijken we met hem naar de liefdes in zijn leven, want ook die waren er.