Fietsende brandweerman nog lang niet uitgeblust
Peter Timmermans maakt overal een sport van
 
 
Mei 2019
 

 
Ooit kon je vanuit zware en risicovolle beroepen vanaf je 55-ster met pensioen, maar tijden veranderen en ook deze regel werd aangepast. Zelfs brandweermannen mogen na hun 55-ste doorgaan, mits ze de jaarlijkse fitheidstest halen. Voor veel spuitgasten zijn dat vaak pittige testen, maar niet voor Diessenaar Peter Timmermans (59). Bij elke uitruk staat hij vooraan en dat al bijna veertig jaar lang. Hij neemt deel aan brandweerwedstrijden en gaat daar dan per fiets naar toe, soms over meer dan honderd kilometer! Hij benadert dan zo’n wedstrijd alsof hij met de ATB de Oostenrijkse bergen beklimt: vol passie en als het moet met oogkleppen op.
Maar hoe fit hij ook is en aan hoeveel marathon fietswedstrijden hij ook deelneemt, zijn brandweerhelm wordt binnenkort opgeborgen. Wie de goedlachse Diessense brandweerman kent, weet dat er ook na zijn stoppen bij de spuitgasten nog genoeg energie overblijft om meerdere levens mee te vullen. Behalve dat hij nog volle bak werkt als technisch-commercieel medewerker in de agro business, sport hij nog elke dag en heeft energie voor tien.
Op zijn Timmers.
“We hadden een wedstrijd met de brandweer in Zuid Holland en ik had die week nog niet veel met de ATB getraind. Ik ben er vanuit Diessen via Zeeland met de fiets naar toe gereden, had 198 kilometer op de teller staan toen ik er aankwam. Ik kon direct mijn brandweerkloffie aantrekken en samen met de andere teamleden aan de wedstrijd beginnen.”
Het is Peter Timmermans ten voeten uit. Als kind al wilde hij brandweerman worden, vanaf zijn 21-ste wás hij het. Wie tegen hem zegt dat iets niet kan of dat het moeilijk wordt, prikkelt hem alleen maar. In één etmaal met de ATB van het noordelijkste puntje van Nederland via bospaden naar de Vaalserberg: hij maalt er niet om. Op zijn 58-ste in één ruk 465 kilometer er doorheen rammelen, binnen de groep waar hij fietst hebben ze er zelfs een naam voor bedacht: op zijn Timmers.
“Iets niet kunnen of opgeven komt in mijn woordenboek niet voor,” zegt hij nuchter. Maar toch begon hij pas na zijn 40-ste om actiever te sporten. “De eerste twintig jaar bij de brandweer, was het één keer per week oefenen en dan regelmatig een uitruk. Elk najaar was er de fitheidstest en op mijn 40-ste besefte ik dat ik aan mezelf moest werken om eraan te blijven voldoen. Ik meldde me aan bij tennis en een wielerclubje en vooral in dat laatste beet ik me vast. Ik ging ATB-wedstrijden rijden tot ver in het buitenland, marathontochten zoals de Swiss Bike masters, de Dolomitie Superbike en de Salzkammergut in Oostenrijk. Het kon mij niet lang of ver genoeg zijn. Het waren niet de podiumplaatsen die op mij wachten, wel kan ik altijd goed in de eerste helft van het peloton finishen. Vanaf die tijd waren de fitheidstesten bij de brandweer een peulenschil. Onlangs reed ik onder zeer barre omstandigheden de Drenthe 200, een ATB-tocht door de Drentse blubber. Minder dan de helft van de 1000 deelnemers bereikten de finish, maar ook hier was stoppen voor mij geen optie: ook weer op zijn Timmers.
Naar de brandweer op zijn Timmers
Bij de brandweerpost Diessen is het sinds jaar en dag zoals in elk ander korps: als je als vrijwilliger te laat op komt bij een uitruk, zijn je collega’s al weg in de eerste auto. Het enige dat je dan kunt doen is wachten op opschaling van de brand voor een tweede auto, of weer naar huis gaan. Om niet het risico te lopen te laat te komen, bedacht hij enkele vernuftige foefjes. Hij maakte aan de achterdeur een voorziening waardoor hij er altijd meteen uit kan. Buiten staat vervolgens altijd een fiets startklaar waarmee hij binnen twee minuten na een melding bij de kazerne is. Ook vanuit zijn werk in het naburige Hilvarenbeek lukte het hem altijd, daar kost het hem wel vier minuten.
Maar ook de brandweer gaat met zijn tijd mee en er is nu een app ontwikkeld die bij houdt hoe vaak iedereen in een eerste uitruk mee kon. De app kan een selectie maken, waardoor ook anderen de kans krijgen een keer vooraan in de auto te zitten.
“Ik snap het dat dit ontwikkeld is,” zegt hij. “Maar de spanning van de opkomst gaat er wel een beetje vanaf.”
In de bijna veertig jaar als brandweerman maakte hij al de nodige calamiteiten mee. De brand bij een gezin met meerdere kinderen, die dankzij de hulp van de brandweer Diessen allen veilig naar buiten konden, staat hem nog bij. De vele ongevallen waar hij met zijn maten bijstand verleende, zal hij niet snel vergeten. Het zijn pittige gebeurtenissen, die hij zeker nog een tijd op zijn netvlies zal hebben.
Maar wat geen fitheidstest bij de brandweer kon bereiken, lukte een klein meisje wel. Sinds kort is hij grootvader geworden, waardoor het kleintje van zijn dochter hem opa mag gaan noemen. Deze gebeurtenis zette hem tot nadenken en hij beseft dat een volgende periode in zijn leven zich aandient.
De fietsende brandweerman verwacht dat hij voorlopig wel zijn ATB-wedstrijden zal blijven rijden, maar op de oefenavond van de Diessense brandweer heeft hij binnenkort zijn vrije avond.
Dan kan opa in de toekomst met zijn kleindochter gaan fietsen en ooit zal ze hem vragen: ‘Opa, wat is op zijn Timmers?’