Megaklus voor Theo Bleumer bij oorlogsrevue
 
Oktober 2019
 

 
Koorleider Theo Bleumer uit Hulsel leverde een mooie prestatie met de muzikale bijdrage aan de oorlogsrevue En we duiken nie mèr onder. De productie werd maar liefst zeven maal opgevoerd in manege de Meulenhaoi in Reusel. Voor dirigent Bleumer, die met zijn 45-koppig koor een grote inbreng heeft, was het een megaklus.
et originele stuk van de oorlogsrevue, werd al direct na de oorlog opgevoerd, in een tijd dat nog alle rollen door mannen vervuld werden. Om zijn gelegenheidskoor samen te stellen deed Bleumer, die al jaren koorleider is bij meerdere koren, een brede oproep. Er meldden zich zangers van koren uit Hulsel, Hooge Mierde, Lage Mierde en Reusel, maar er waren ook aanmeldingen van zangers zonder ervaring.
“We begonnen met audities en het samenstellen van de verschillende stemmen in het koor,” zegt Bleumer. “Parallel daaraan liep ook het bewerken en herschrijven van de oorspronkelijke muziekstukken, al hebben we nog wel zoveel mogelijk de originaliteit bewaard.”
Ook voor de teksten van de toneelspelers vond een bewerking plaats, door Reuselnaar Jan Maas. Hij herschreef een aantal scenes, waarbij de meest gewelddadige episodes geschrapt werden.
De zangers begonnen al in februari van dit jaar te oefenen, aanvankelijk nog zonder de toneelspelers. Vanaf augustus stond iedereen in manege de Meulenhaoi en kwam zang en toneel samen. Er zijn diverse spelers die nog een dubbelrol kregen, wat het soms nog wat ingewikkelder maakte.
Nadat de definitieve keuzes voor de stukken bij zowel het toneelspel als het muzikale deel gemaakt waren konden de uitvoeringen beginnen. Aanvankelijk waren er vijf gepland, maar al snel kwamen er twee bij vanwege de grote belangstelling. Op dit moment is alles al tot de laatste stoel uitverkocht.
“Net na de oorlog bracht deze productie genoeg geld op om de kerk helemaal te laten restaureren,” blikt Bleumer terug. “Nu zijn we al blij als we alle kosten voor de productie eruit hebben.”
Het publiek was bij de eerste uitvoeringen de grote winnaar en klapte de handen blauw voor spelers en vooral de zangers. Met name de slotliederen die net na de bevrijding veel gezongen werden, gingen er bij het publiek goed in.