Gouden bruidsparen Reusel-De Mierden bijeen
Bij Smolders twee bruiloften in een jaar

November 2025


Vijftig jaar geleden werd er nog volop getrouwd met als gevolg dat er nu, vijftig jaar later, veel gouden paren zijn. In Reusel-De Mierden ging dit kalenderjaar 66 maal de vlag hiervoor uit, een groot deel daarvan was afgelopen week aanwezig bij een uitgebreide terugblik. Onder de gouden paren de broers Ad en Toon Smolders die in 1975 kort na elkaar het ouderlijke nest verlieten. Ad bleef in eigen dorp waar hij de iets jongere Koos Hermans tegenkwam, Toon kwam in Hoogeloon terecht waar hij de twee jaar jongere Nel tegen kwam. De broers hebben niet alleen gemeen dat ze uit hetzelfde nest komen, ze wilden beiden boer worden en beiden hebben een voorliefde voor paarden.
In 1975 was het samenwonen nog veelal taboe, waardoor de gemiddelde leeftijd bij het trouwen op 26 jaar (mannen) lag en 24 bij de vrouwen. De geijkte route was verliefd-verloofd-getrouwd en van een huwelijksreis was slechts zeer zelden sprake. De populaire kleuren in huis waren dat jaar bruin, groen en oranje en Nederland was met 13,6 miljoen inwoners nog vrij overzichtelijk. Dat de VN dat jaar uitriep als jaar van de vrouw ontging nog velen, maar in de vijftig jaar die volgden manifesteerden de vrouwen zich maar al te goed.
Dat weet ook Nel Smolders, de vrouw van Toon. “Als ik naar het buitenland wil voor een vakantie of om een van de wedstrijden van mijn zoon bij te wonen (Harrie Smolders) ben ik niet van mijn man afhankelijk,” zegt ze. ,,Zo was ik vorig jaar met mijn dochter in Parijs bij de Olympische spelen terwijl Toon thuis voor de buis zat.”
En dat hij bij wedstrijden van zijn zoon voor de buis zit, dat is een zekerheid want hij probeert er niets van te missen. “Paarden zijn echt geweldig, ik was er al verzot mee toen ik nog jong was. Natuurlijk bouwden we ook pyramides met de KPJ maar zodra wij trouwden en zelf iets op konden bouwen waren daar beslist paarden bij.”
Datzelfde geldt ook voor Ad die op zijn veeboerderij altijd voldoende ruimte had om ze te stallen. Maar in tegenstelling tot zijn broer was de paardenhouderij bij hem hobbymatig terwijl Toon er succesvol mee fokte.
“Maar ja,” zegt Toon. “Als oudere broer leek ik in de wieg gelegd om de boerderij van mijn vader over te nemen, maar binnen het gezin werd dat toch aan de jongere Ad gegund. Ik zou makkelijk op andere wijze de kost kunnen verdienen. Met hard werken is dat zeker gelukt, daarom zitten we nu gezellig samen aan tafel.”
Ook hun beide vrouwen wisten altijd goed de handen uit de mouwen te steken. Allereerst met de zorg voor hun kinderen, bij Toon en Nel 2 en bij Ad en koos 4. Koos over haar werk op de boerderij: ik was vooral de boerin tussen de varkens. Ad was regelmatig van huis bij paarden evenementen, nou ik vond het niet erg om thuis te blijven. Ik verveel me nooit.”
Ook Nel toonde haar onafhankelijkheid, al heeft ze soms we haar zorgen, maar dat is vooral als haar zoon op topniveau in de piste rijdt en het spannend is of hij alle balken laat liggen. Ze ziet nu met trots haar vijf kleinkinderen opgroeien waarbij er ook enkelen bijzonder geïnteresseerd zijn in de paardenhouderij.
Ad en Koos hebben met tien kleinkinderen veel aanloop van het kleine grut en ze kunnen iets meer genieten nu hun zoon het boerenbedrijf voortzet.
Als ze beiden terug kijken op een halve eeuw samen wil Toon nog wel even terug komen op zijn huwelijksdag, nu vijftig jaar terug. “We dachten dat we alles goed gepland hadden, zo hadden we het beddengoed vóór in de auto verstopt. Maar toen we bij ons huisje in Lage Mierde aankwamen voor de huwelijksnacht, bleken mijn vrienden alle deuren gebarricadeerd te hebben met tegels.  Maar was jij daar ook niet bij?” vraagt hij met een vragende blik naar zijn broer