Meer ruimte voor meer extensieve landbouw.
Voor Cyriel Hendrikx en zijn collega’s liggen er veel uitdagingen


Mei 2023

Veehouder Cyriel hendrikx

"Als ik op mijn bedrijf aan alle wensen en eisen van de overheid moet voldoen heb ik aanzienlijk meer grond nodig dan de 51 hectare die ik nu heb," zegt Cyriel Hendrikx, veehouder uit Baarschot. Hij was afgelopen week een van de agrariërs die met een inkijkje op zijn bedrijf aangaf wat er speelt op het boerenerf. De boeren hebben nu zelf hun kijk op de ontwikkelingen op papier gezet en aangeboden aan de wethouders uit zes gemeenten langs de Kempengrens.
"Toen mijn vader in de jaren zeventig van de vorige eeuw ging boeren stond ons bedrijf nog in Diessen," blikt Cyriel terug. "Door de oprukkende bebouwing kregen we een kans om opnieuw te beginnen aan de rand van Baarschot. Daar tegen de bossen van de Utrecht reikten de bomen tot in de hemel, maar nu liggen net op deze plek zo dichtbij de natuur de bedreigingen."
Cyriel kwam in een maatschap met zijn vader en nam uiteindelijk in 2018 het hele bedrijf over. Met 350 koeien en ruim vijftig hectare grond dacht hij jaren vooruit te kunnen, maar de nieuwste inzichten halen hem nu in. Hem wordt gevraagd elk jaar een deel van zijn gronden braak te laten liggen een deel in te richten met een rustgewas en bufferstroken aan te houden. Terwijl hij rekende met vijfendertigduizend liter melk per hectare, wordt er nu al gesproken over tienduizend liter. Dat alles maakt dat er meer grond nodig is om hetzelfde resultaat te bereiken.
"En dan weten we dat er wereldwijd een grote behoefte is aan dierlijk eiwit," kijkt hij vooruit. Wij leveren als sector een belangrijke bijdrage aan voedselzekerheid, mogen we dan ook vragen om wat zuiniger te zijn op onze landbouwgronden? Elke meter die er meer naar natuurontwikkeling gaat levert minder ruimte op om de koeien gras te laten eten. Als boeren op de ene locatie stoppen, kan dan de vrijkomende grond niet aangewend worden voor de extensivering op een ander veebedrijf? Nu zien we dat veel gronden een totaal andere bestemming krijgen, van zonnepanelen tot akkerbouw. Persoonlijk denk ik dat we met innoveren nog veel kunnen winnen. Uiteindelijk melk ik nu per koe het dubbele aantal liters dan mijn vader toen hij het bedrijf overnam van zijn vader."
Cyriel is een van de boeren die input leverde aan de visie die ook de boeren uit Hilvarenbeek en omgeving op papier zetten. Nu is hij benieuwd naar de reacties van de bestuurders: wat gaan ze met de aanbevelingen doen en gaat het ergens toe leiden?
“De toekomst zal het leren,” kijkt hij met open blik vooruit.

Agrariërs uit de regio presenteren hun visie met een 10-punten plan

Met de overhandiging van hun tien belangrijkste actiepunten aan de wethouders van zes grensgemeenten in en rond De Kempen, willen de boeren niet langer passief afwachten hoe hun lot wordt bepaald. Maar de puzzel die tot een oplossing moet leiden is niet makkelijk te leggen, zo beseffen zij zelf ook. 
Om aan alle wensen van de huidige veehouders in de zes gemeenten van de kempengrens te voldoen en om alles uit te voeren naar de huidige normen, komen de boeren samen zo'n 5000 hectare grond tekort. Het is een van de stellingen die wethouder Piet Machielsen te horen kreeg bij de presentatie van de boeren-visie.
De ZLTO Kempengrens omvat de vijf Kempengemeenten en daarbij nog Hilvarenbeek, de basis voor hun gepresenteerde speerpunten komen uit een enquête onder de leden. Die leden hebben al het groene licht gegeven voor de speerpunten die wat hen betreft moeten leiden tot een toekomstbestendige land- en tuinbouw in hun gebied dat ze als Kempengrens aanduiden.
“Eén van de problemen  waar we tegenaan lopen is dat we met dertien partijen om tafel zitten, maar dat er maar één van die partijen de boeren zelf vertegenwoordigt," zegt Ben Beerens, de voorzitter van ZLTO Kempengrens. "In plaats van dat de twaalf overige partijen ons enkel opdragen wat we moeten doen, zou het prettig zijn als er wat meer met ons gepraat wordt, zodat wij ook onze input kunnen leveren. Wij hopen dat de presentatie van het tienpuntenplan met daarin onze visie een eerste aanzet is."
“Maar dan wordt het wel ingewikkeld welke boer wij aan tafel hebben zitten," zegt wethouder Stef Luijten van Bergeijk. “De belangen van de veeteelt en de akkerbouw kunnen behoorlijk verschillen, moeten we dan voor elke specialisatie een andere persoon uitnodigen?"
Beerens beseft dat Luijten hier een punt heeft en een echte oplossing heeft hij hiervoor nog niet. "Nu kopen akkerbouwers grond op die vrij komt als een veebedrijf stopt. Beter was het als die grond toegevoegd zou worden aan de veeteelt, zodat ze aan meer extensieve teelt kunnen doen," zegt hij. In de tien speerpunten willen de boeren dat ze de huidige gronden die ze hebben ook houden met daarop nog eens 5000 extra hectares. Elk bedrijf moet zelf zijn eigen transitie kunnen kiezen, maar met ruilen (een integraal ruilproces) moet ook voordeel behaald kunnen worden. Het faciliteren van de boeren blijft maatwerk en intensieve veeteelt moet naast de intensieve land- en tuinbouw kunnen blijven bestaan. Als er met nieuw groen nieuwe natuur bij komt gelden voor dat gebied wat de boeren betreft de oude uitgangspunten. Verder moeten oplossingen via innovatie mogelijk blijven en moet het hele proces met kleine stappen in een realistisch tijdspad uitgezet worden.
"Het is een pluspunt dat de agrariërs in de regio zelf deze stap zetten," zegt Janus Schippers, voorzitter van de Brabantse ZLTO. "Maatwerk betekent vooral met de ondernemers zelf aan tafel gaan. Laten we minder over de boeren praten, maar meer met hen," roept hij op.
"Dit is een goed begin en we zullen de uitnodiging om verder aan tafel te gaan zeker oppakken," zegt Joep van de Ven, wethouder in Oirschot. ,,Maar vergeet niet dat veel regels en eisen groter zijn dan De Kempen alleen. Er zijn nationale regels en Europese eisen waar we aan moeten voldoen en er moet wel wat gebeuren, dat alles maakt het tot een complexe puzzel."