‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.


25 Maart 2020

Brandoefening (2)

We staan buiten op een veld, achter een klein bosgebied. Het veld wordt aan de andere kant ook omzoomd met een dunne rij bomen. Om mij heen staan brandweerlieden, ze staan klaar voor een oefening. De setting lijkt die die uit een ver verleden.
Er is net een oefening achter de rug, waarbij de brand snel onder controle was, nu wordt er gewacht op een nieuwe simulatie.
Hé, zegt een van de brandweerlieden, ruik ik daar nu iets?’
Ik steek mijn neus omhoog en inderdaad er is iets van een brandlucht te ruiken, maar er is nog geen rook te zien. Ook de andere brandweerlieden letten scherp op hun omgeving, ze zijn allen gereed om meteen te reageren. ‘Hangt daar rook achter dat bos?’ wijs ik. De man die langs mij staat kijkt in de richting waarin ik wijs. ‘Het zou kunnen maar ik denk het niet,’ zegt hij.
Dan klinkt er gekraak in het bos. We kijken allen tegelijk om en zien een man aan komen rennen. Het is Toon, een oom van mij. Hij kijkt woest uit zijn ogen en heeft een kruiwagen bij zich waar een brandende massa op ligt. Doordat er steeds stukken afvallen laat hij een spoor van vuur achter zich. Nu hangt de rook ineens overal om ons heen en bevinden we ons midden in de brand zelf want overal waar het spul van zijn kruiwagen valt is er ineens een brandhaard. Ik ren naar Toon, want ik heb de indruk dat dit niet de bedoeling is. Dit is geen oefening meer, maar er lijkt iets anders aan de hand te zijn. Ik vlieg hem aan en sla mijn handen om zijn nek, op zijn schouders. ‘Toon, wat doe je?’ vraag ik.
‘Het kan zo niet langer zegt hij. ‘Het is niet normaal meer’.
Ik merk dat hij helemaal doordraait, dit moet stoppen anders gebeuren er ernstige dingen. Ik probeer hem tegen de grond te werken, maar hij is groot en sterk. Gelukkig krijg ik snel hulp van de anderen.
Toon huilt, hij beseft wat hij gedaan heeft, het was niet goed. De branden zijn snel geblust, er hangt alleen een nare geur om ons heen nu en de stemming is ook in mineur.

NB
In het verleden heb ik tientallen brandoefeningen bijgewoond, vaak ook zelf geleid. Ooit een eigen concept van brandoefening ontwikkeld voor bewoners van kleine woongroepen. De samenwerking met de brandweer, als daar sprake van was, verliep altijd perfect. Dat Toon ineens in deze setting opduikt is erg bijzonder…