‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.

13 april 2020

De Elfstedentocht

Het is koud en er staat een ontzettende harde, koude en snijdende wind. We rijden met een groepje op het ijs en zijn bezig met de Elfstedentocht. Tot nu toe is de wedstrijd erg goed verlopen, al direct na de start kon ik met de eersten mee en ook nu bevind ik me nog in de kopgroep. Maar gaandeweg bekruipt mij een vreemd gevoel en na enige tijd weet ik wat het is: ik heb geen schaatsen! Ik heb geen enkel idee wat er mis is gegaan, maar dat er iets mis is gegaan wordt me steeds duidelijker. Ik kan zo hard mijn best doen als ik wil, maar zonder schaatsen ben ik natuurlijk nergens. De enige manier waarop ik nu in de kopgroep bij kan blijven is door schaatsbewegingen te maken.
Er zijn ongetwijfeld veel mensen die de wedstrijd volgen, maar niemand weet wat de actuele stand van zaken is, dat weet alleen ik en  de personen die zich met mij in de kopgroep bevinden.
We naderen al het einde en ik voel me supergoed. Ik had vandaag echt de benen om de wedstrijd te winnen en als we aan het laatste stuk beginnen, kan ik het niet laten om een demarrage te plaatsen. Ik kom vrij makkelijk alleen op kop, nu hoeven we alleen nog maar de laatste wenteltrap op (?). Ik maak verwoed schaatsbewegingen met mijn voeten waar geen schaatsen aan zitten. Als ik naar boven kijk zie ik daar de finish al liggen en ver onder mij hoor ik de nummer twee aan komen, ik kan net niet zien wie dat is. Als ik bijna boven ben en nog maar enkele keren rond hoef op de slingertrap, lopen mijn benen helemaal vol. De moed zakt letterlijk in mijn schoenen. Wat heb ik hier te zoeken, een pseudowinnaar? Dit had mijn allermooiste moment kunnen worden, maar nu wordt het helemaal niets. Als ik dadelijk als eerste over de finish kom, zal er euforie zijn, maar hoe groot is de deceptie als men merkt dat ik niet echt win, want ik heb ook geen echte schaatsen?
Mede doordat het moreel totaal weg zakt in het allerlaatste stukje, hoor ik de nummer twee erg dichtbij komen. Ik kijk om en zie nu dat het Hannie Lauwers is. Ze is nog erg fit en maakt een goede indruk. Ik zou ze normaal makkelijk voor kunnen blijven, maar nu laat ik ze langszij komen en mij zelfs voorbij gaan. Vlak achter haar maak ik de laatste cirkel van de wenteltrap af. Vlak voor mij zie ik haar uitzinnig over de finish gaan, waar ik haar meteen in de armen val. Ik zie iedereen vragend kijken waar ik was en waarom ik dan niet gewonnen had? Ik probeer het zo goed als mogelijk uit te leggen, maar het is nauwelijks te snappen. Nee, eigenlijk snap ik het ook niet waarom ik uitgerekend nu mijn schaatsen niet bij me had en hoe ik zonder schaatsen in een kopgroep kon blijven?
Maar goed, ik kan ermee leven dat Hannie de bloemen krijgt, het is haar loon naar werken!

Nb:
Al vanaf 1994 ben ik lid van de Vereniging van de Friesche Elfsteden. De tocht der tochten boeide mij, inspireerde mij en daagde me uit. Ik bekwaamde mij in het schaatsen, kreeg de techniek met de lange ijzers goed onder de knie. Ik kwam in de beginjaren terecht in een systeem van loting voor dé tocht, waarbij je slechts één maal in de twee jaar startgerechtigd was. Bij de laatste tocht in 1997 was ik niet startgerechtigd. Ik kon er niet mee leven en ging ‘kijken’, maar nam de schaatsen voor de zekerheid toch maar mee. Op het eerste zij-slootje na de start, bond ik mijn schaatsen onder en ik reed met de meute mee. Ik was erbij, maar toch ook weer niet echt!
In de jaren daarna verdween die echte tocht steeds meer uit beeld, in 2011 hadden we voor het laatst nog enige hoop. Ik was er conditioneel en qua schaatstechniek helemaal klaar voor, maar het ging net niet door, we reden de tocht toen wel in ons eentje (zie het verslag daarvan bij sport- en reisverhalen).
In 2013 reed ik in Zweden de alternatieve Elfstedentocht , een wedstrijd die me aan bovenstaande droom doet denken, ook hiervan is een verslag terug te vinden.
Dit jaar, afgelopen winter, zou ik voor het eerst in 25 jaar fysiek niet in staat zijn geweest om de tocht af te legen, mocht hij plaats vinden. Met inmiddels permanent startrecht binnen de Friesche Elfsteden zou ik dan weinig aan die startkaart hebben. De jaren dat ik fanatiek aan schaatsen deed en zelfs tal van marathonwedstrijdjes reed, liggen nu achter mij. Het was een mooie periode, de herinneringen zijn er nog wel, net als de dromen daar over…
Hannie was jarenlang een van mijn medewerkers in de zorg. Een fijne vrouw, moeder en inmiddels oma, nu ook met pensioen!