‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.

24 Maart 2020 (1)

De verhuisde gast

Ik ben op bezoek bij een woongroep op mijn werk en spreek er Nico, een contactpersoon van een cliënt. We hebben een prettig gesprek en nemen daarna weer afscheid van elkaar.
Kort daarna gaat zijn familielid verhuizen naar een andere locatie, waardoor ik hem niet meer zal zien. Gelegenheid om afscheid te nemen is er niet.
Enige tijd later is het niet druk op mijn werk en ik besluit de verhuisde cliënt een keer op te gaan zoeken. Ik kom bij een andere instelling terecht in een soort van middeleeuwse situatie. Mensen wonen er in oude hokjes, beelden zoals ik ze van Roemenië ken. Ik doe navraag waar de cliënt, waar ik naar op zoek ben, zich bevind en mij wordt de weg gewezen. Ik loop via gangen en paden en kom uiteindelijk bij een paadje door een bos. Daar in de verte zie ik de cliënt lopen, zijn contactpersoon is er ook bij. Dat is mooi om die ook nog een keer te ontmoeten. Ik moet goed doorlopen want ik verlies ze bijna uit het oog. Als ze een bocht om gaan ben ik ze even kwijt, ik versnel mijn pas en  dan zie ik waar ze gebleven zijn. Het is een ondergrondse hut, waar ik de cliënt onder het oppervlak zie zitten. Hij maakt een gelukkige indruk. Als Nico mij herkent schudt hij mij enthousiast de hand. ‘Wat fijn dat ik je nog een keer zie,’ zegt hij. Hij vertelt me van de verhuizing en hoe het nu met hem en zijn familielid gaat. Het komt erop neer dat vroeger alles beter was, maar zijn familielid heeft het wel naar de zin en dat vindt hij het belangrijkst. Dan vraagt hij mij naar Jack, een andere kennis van mij. Jack bracht wel eens mooie dingen voor hem mee, of ik nog contact met hem heb?
‘Ja,’ antwoord ik. ‘Ik heb hem bij mijn contacten, ik kan hem nu wel even bellen.’
Terwijl ik in mijn telefoon het nummer van Jack opzoek, kijkt Nico me vol verwachting aan. Ik zie zijn spitse neus in een rond gezicht, van een afstand zie ik dat ook de ogen van zijn familielid me volgen.
In mijn telefoon zitten wat briefjes en pasjes die op de grond vallen als ik Jack zijn nummer opzoek.. Nico helpt me ze weer op te rapen en terwijl ik Jack zijn nummer selecteer kijkt hij me nog steeds hoopvol aan…


NB
Op mijn werk in de zorg had ik lange tijd contacten met Nico. De context om hem heen en de verhuizing herken ik in deze droom totaal niet in, de persoon wel.
De relatie met Jack in dit verhaal is ook helemaal vreemd, hem ken ik van het mountainbiken. Met hem reed ik mooie tochten in Zwitserland en Italië en dwars door Nederland. Mooi hoe een droom mensen met elkaar kan verbinden!