8 juni 2020

Dromen zijn bedrog, toch? Of zijn dromen altijd een afspiegeling wat er zich in jouw brein afspeelt? Een afspiegeling van jouw denken en daardoor een stuk van jouw leven. Met daarin verpakt de (vaak onbewuste) wensen en verlangens, vervlochten met ervaringen uit je eigen verleden. Ik merk dat als ik al mijn dromen de revue laat passeren, ik mijn eigen leven voorbij zie komen. Zo worden mijn dromen een aaneenschakeling tot mijn levensverhaal, gestuurd door een onbewuste activiteit: de dromen!
 
Fiets gestolen
 
Ik kom aan bij een plek waar het erg druk is. Ik ben met mijn fiets, mijn blauwe mountainbike. Ik rijd wat rond en zie dan een aantal bekenden, onder andere Willemien. Ze wijst in de verte waar een aantal bijzondere dingen te zien zijn. Het gebouw ligt tegen de rivier De Maas aan en ik moet me goed inspannen om te zien wat er in de verte te zien is. Oké, best mooi. Ik rijd weer wat verder, tot het einde van het gebouw en daarna nog iets verder. Dan denk ik: het is toch wel bijzonder wat ik zag, misschien moet ik even teruggaan. Ik ben nu aan de voorkant van het gebouw, waar veel fietsen staan, er lopen ook veel jongeren rond. Ik besluit om hier mijn fiets even neer te zetten en nu te voet om het gebouw te lopen, ik heb dan meer mijn handen vrij. Aan de andere kant zie ik opnieuw wat er te zien was (?).Anderen om mij heen zien mij kijken en volgen mijn blik. Ik wijs hen wat er te zien is en leg hen uit waarom ik weet wat daar te zien was, ik hoorde het van Willemien.
Na een poosje slenter ik weer terug naar mijn fiets om verder te gaan. Maar dan zie ik mijn fiets nergens meer. Heb ik me wellicht vergist en die op een andere plek neergezet? Ik loop helemaal om het grote gebouw heen en daarna nog eens en nog eens. Maar waar ik ook kijk, geen blauwe mountainbike. Ik heb er onvoldoende bij stil gestaan, maar het was natuurlijk een erg gewild object voor al die jongeren hier? Ik kijk rond, we moeten hier vast dichtbij een school zijn, misschien heeft iemand de fiets meegenomen en gewoon op school in de stalling geparkeerd. Ik ga te voet op weg naar de school. Onderweg voel ik het fietssleuteltje in mijn zak, dus ik had hem wel op slot gezet.
Bij de school aangekomen, moet ik een van de leraren behoorlijk overtuigen om in de stalling rond te mogen kijken. Ik mag het uiteindelijk, maar waar ik ook kijk, mijn fiets staat er niet.
Nu begin ik me echt zorgen te maken want ik had later vandaag met de fiets naar mijn werk willen gaan. Hoe moet ik dat nu doen? Lukt het mij überhaupt nog om daar op tijd te komen? Of moet ik nu al gaan bellen dat ik later ben?
Ik loop weer terug naar het grote gebouw en een van de eerste dingen die ik zie: mijn fiets. Hoe kan dat nu? Ik breek mijn hoofd er verder maar niet over, ik ben veel te blij dat ik hem weer heb. Ik stap op, en fiets zachtjes om het grote gebouw heen. Daar staat een oude waterpomp, het water loopt er in een grote stenen bak. Ik heb het warm gekregen en bovendien ook nog dorst van al het zoeken. Ik stop even, pomp met de grote ijzeren hengel en houd mijn hoofd onder de wateruitloop. Maar dan stoot ik met mijn knie tegen het muurtje waar de opvangbak voor het water op staat. Het dondert in stukken in elkaar en mensen om mij heen draaien van schrik hun hoofd om. Ik probeer te doen alsof er nets aan de hand is en ik alles onder controle heb. Ik bouw handmatig de stenen stuk voor stuk weer op, zodat ik de bak erop kan zetten.
Er komt een vrouw bij staan die vraagt of ze het water kan drinken. ‘Het is toch maaswater? Vroeger kon je dat niet drinken.’ Als ze van mij hoort dat ik net mijn hoofd onder het water gehouden heb en nog steeds leef, laat ze de pomp ook even lopen en neemt een slokje. Ja, het smaakt haar wel.
Intussen staat het muurtje provisorisch, de bak past er weer op en ik fiets snel weg. Weer een (droom)avontuur rijker.
 
Nb:
Het is een bizarre ervaring om een fiets te missen als die gestolen is, het overkwam mij twee maal in mij leven, een keer vond ik hem terug, de andere keer niet. Paniek en boosheid wisselen elkaar dan af.
Een week terug stonden wij op een punt waar we uitkeken over de rivier de Maas, er ware daar best veel mensen. Wat Willemien op die plek deed blijft een raadsel.
Met de fiets naar mijn werk is ook nog wel een ding, dat deed ik over langere tijd!