‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.

11 mei 2020

Geen navigatie.

De motor staat al klaar, net zoals ik en mijn passagier. We gaan een ritje maken en moeten dadelijk doorkrijgen waar we heen moeten. Als de telefoon gaat en ik het adres door krijg, vraagt de persoon, die ik aan de lijn heb, of ik het kan vinden. Ik vermoed van wel, ik kom vaker in deze omgeving. Daarnaast verwacht ik onderweg wel de nodige aanwijzingen te zien.
We beginnen te rijden en de route gaat als een soort van bloedsomloop. Met en boog rijden we weg van het centrale punt, het hart, en nemen de aorta. Eerst omhoog, dan in een grote bocht naar beneden. Dit moet de goede richting zijn, volgens mij ben ik er wel vaker geweest. Ik zie een bord staan en mijn ogen zoeken de informatie. Maar wat ik daarop lees, zegt mij niets. Zit ik wel goed? Ik rijd verder en verder en er komen meer borden. Maar wat ik ook lees, ik zie nergens de bevestiging dat we de juiste richting uitgaan. Toch zou het niet zo moeilijk moeten zijn, de route zou min of meer vanzelf goed gaan. Aan mijn passagier heb ik niets, die kent deze omgeving nog minder dan ik.
Intussen komen er steeds meer afslagen en bij elke afslag wordt de route wat smaller. Ik ben nu de grote buikslagader gepasseerd en kom nu in de buurt van de benen. Nu moet ik toch snel iets zien anders moet ik stoppen om te voorkomen dat ik totaal verkeerd rijd.
Na weer een afslag, die mij totaal niets zegt, stop ik aan de kant van de weg. Ik zoek naar de kaarten die ik bij zou moeten hebben maar vind ze niet. Andere vormen van navigatie, anders dan kaarten, is er nog niet. Het zweet breekt me uit. Ik zou die passagier goed af moeten leveren, maar krijg nu het gevoel dat dit niet tijdig gaat lukken. Ik draai en ik woel, maar dat schiet in dit geval ook niet op….


Nb:
Jarenlang reden wij op vakantie naar het zuiden op het kompas van vooraf opgestelde lijstjes en grote kaarten. De passagier naast mij, worstelde steevast met de boven en de onderkant van de kaarten, op zoek naar wat noord en wat zuid is. Uiteindelijk bereikten we altijd de plaats van bestemming, ook al ging daar onder het rijden wel eens wat discussie aan vooraf.
Als we tegenwoordig naar een verre bestemming rijden, is het enige wat ons kan overkomen dat de navigatie in de auto uitvalt. Maar ook dan is er met de telefoon en de programma’s daarop wel een backup binnen handbereik. Dat alles heel herkenbaar dus, dat geldt niet voor het motorrijden.