Dromen zijn bedrog, toch? Of zijn dromen altijd een afspiegeling wat er zich in jouw brein afspeelt? Een afspiegeling van jouw denken en daardoor een stuk van jouw leven. Met daarin verpakt de (vaak onbewuste) wensen en verlangens, vervlochten met ervaringen uit je eigen verleden. Ik merk dat als ik al mijn dromen de revue laat passeren, ik mijn eigen leven voorbij zie komen. Zo worden mijn dromen een aaneenschakeling tot mijn levensverhaal, gestuurd door een onbewuste activiteit: de dromen!
 
 
18 juni 2020
 
Het gevallen hert
 
We zijn in een gebied met veel meren, waar we vanaf grote hoogte naar beneden springen. We maken een lange val, die wordt opgevangen met een parachute. Als ik bijna beneden ben, zie ik over het water een brug lopen en op die brug ligt een hert. Het ligt er niet helemaal bovenop, maar bungelt er aan de zijkant half af. Het kan blijkbaar niet op eigen kracht terug, waarom dat is kan ik niet zien.
Als ik op het water ben beland en in de boot zit, kan ik het hert boven mij amper nog zien, zo groot is de afstand. Ik vraag de anderen of ze het ook gezien hebben, maar dat blijkt niet zo.
De volgende dag maken we weer de sprong naar beneden, ik ga als eerste. Onderweg passeer ik weer de weg die als een hoge brug over het water loopt. Ik ben enorm verbaasd want het hert ligt er weer. Of nog steeds? Het spartelt nog steeds half over de rand van de brug, het is akelig om te zien.
Zodra ik beneden ben, gebaar ik naar onze Peer die er nog aankomt boven mij. Ik gebaar dat hij naar dat hert toe moet om te kijken of hij kan helpen. Niet wetende wat ik bedoel, kijkt hij rond en dan ziet hij het. Hij heeft nog voldoende hoogte om er naar toe te drijven. Het lukt hem om he hert te bereiken en van onderaf zie ik hem aan de poten sjorren. En ja, er komt beweging in. Maar terwijl ik verwacht had dat het hert over de brug weg loopt, valt hij ineens naar beneden. Het is een lange val, die in het water eindigt. Als hij kopje onder is, is het even doodstil, onze Peer komt er nu ook aan. Dan ineens is het kopje van het dier boven en begint hij te zwemmen. Blij verrast kijk ik hem na, een eind verder drijft een bootje met enkele jongens erin. Als het hert in de buurt van dat bootje komt, slaat hij ineens van paniek op de vlucht. Verbaasd peddel ik naar dat bootje om te kijken wat er gebeurde. Een van de jongens heeft een soort van fluitje in zijn mond dat voor mij geen geluid maakt, maar mogelijk wel geluid produceert waar het hert van in paniek raakt. Misschien is hij daardoor hierboven wel in die situatie gekomen. Ik vraag waar hij mee bezig is en of hij er mee op wil houden. Na wat heen en weer discussiëren gooit hij het fluitje weg en wij peddelen verder. Even later komen we bij de rand van het meer, iemand helpt het vermoeide hertje het laatste stuk naar de kant. Het is de jongen die eerder het fluitje had die helpt. Nu kijk ik hem dankbaar aan. Dat is mooi dat net hij de helpende hand biedt.
 
Nb
Deze droom geeft weinig herkenning in de reëel wereld, parachutespringen heb ik nooit gedaan, met een bootje op het water wel vaker, maar dan weer zonder vallende herten.