‘Dromen zijn bedrog’, zong ooit iemand. Maar wat is een droom eigenlijk en wat gebeurd er? Waar komt deze onbestuurbare hersenactiviteit vandaan?
Ik probeer een tijd lang mijn dromen op te schrijven in de hoop er iets wijzer van te worden.



31 maart 2020 (2)

Opgelicht

We zitten met zijn tweeën in een ruimte waar meer mensen zitten te wachten. Er gebeurd weinig en het duurt lang. Zijn we ergens naar op weg of moeten we bij iemand zijn? We hebben enkele tassen bij ons, dus waarschijnlijk zijn we op reis.
Er liggen enkele folders op tafel waar eet- en drinkwaar wordt aangeprezen. We kijken er niet aandachtig naar, hebben op dit moment nog niets nodig.
Dan komen er twee vrouwen binnen met een mandje waarin producten liggen, het blijken broodjes te zijn.
‘Ik neem zo’n broodje,’ hoor ik naast me zeggen. Ik zie hoe ze haar hand op steekt en de dames staan vrijwel meteen naast haar. ‘Een broodje alstublieft,’ zegt ze. Een van de dames pakt een servetje en draait daar een soort van worstenbroodje in, ze wacht tot er iets van gegeten is.
‘Dat is dan 32 euro,’ zegt ze. Nu heeft ze ineens mijn belangstelling. 32 euro?’ reageer ik verbaasd. ‘Waar slaat dat op?’
Ik neem een folder die voor me op tafel ligt, daar staan gerechten en broodjes tot een max van 12 euro aangeprezen. Ik besef dat we er ingetuind zijn. Deze vrouwen horen helemaal niet bij de gelegenheid waar wij zitten, het zijn ordinaire oplichters en wij zijn te naïef geweest om dat meteen op te merken. Ik weeg de kansen af. Gewoon betalen en doen of er niets aan de hand is, zou het simpelste zijn, maar dan komen we tegemoet aan een stel oplichters. Inmiddels zijn alle ogen van de andere aanwezigen op ons gericht.
‘Dan hoef ik het niet hoor ik langs mij zeggen,’ maar ze heeft er al van gegeten. Ik besef dat we zwak staan en begin een gesprek met de dames. Dat escaleert vrijwel meteen want ze beginnen hard te roepen en stennis te maken.
‘Zullen we maar gewoon maar betalen?’  hoor ik naast mij. Het is tegen mijn principes, ik wil er niet aan meewerken. ‘Kom, we zijn weg, ze zoeken het maar uit,’ zeg ik en pak mijn spullen. Als we weglopen hoor ik een boel kabaal achter mij…..


NB
Oplichters zijn er helaas nog steeds, ook in NL. Zelf kregen we er ooit een keer mee te maken toen we net getrouwd waren. Als begin twintigers woonden we in ons mooie kleine huisje, tot de bel ging. Of we messen wilden slijpen. Nu hadden we bij ons trouwen messen gekregen, die waren niet al te scherp. Ik meende meteen het voordeel te zien en wilde er wel enkele aanbieden. Ik bracht de mannen zes messen uit de bestek lade en hij begon ze in zijn busje te slijpen. ‘Dat is dan honderd gulden,’ zei de man, terwijl hij de messen nog in zijn hand hield.
Je leert altijd van dit soort situaties, het was ook een periode dat kees van deer Spek nog in de schoolbanken zat en van een programma als Opgelicht hadden we nog nooit gehoord.
Maar goed, we leren er altijd weer van..