November 2022

Jarenlang maakte Reuselnaar Harrie Coppens (74) fietsreizen over de hele wereld. Hij legde daarbij niet alleen vele kilometers af, maar verkende ook zijn grenzen. Door zijn avonturen te vertellen wilde hij graag anderen inspireren om dat ook te doen. Maar nu hij de gevreesde ziekte ALS onder de leden heeft, is terugkijken op die mooie reizen het enige wat hij nog kan doen. In een serie verhalen neemt hij de lezer mee terug naar zijn avonturen.

deel 14 Canada (2012)



Schiphol is opnieuw de plek voor vertrek vanuit Nederland, met dit keer als bestemming Canada. Na een vlucht van 8,5 uur arriveren we in Calgary, we zijn met een groep van veertien wereldfietsers, zowel mannen als vrouwen. We hebben tenten bij om te overnachten en als we de stad verlaten zien we de buitenkant van de Olympische schaatshal waar Yvonne van Gennip ooit haar mooiste momenten had. Al op de eerste dag lopen enkelen van ons vertraging op omdat een Canadees een beer voor ons uit op de weg heeft zien lopen. Voor de zekerheid schaffen we berenspray aan, een spuitbus waar je beren mee op afstand zou moeten kunnen houden.
Ook de volgende dag splitsen we op. Met acht man nemen we een iets langere gravelweg door bosrijk gebied. Op enig moment stoppen we omdat we een dier menen te zien voor ons op het pad. Het blijkt inderdaad een groot dier te zijn, maar wel een wild paard. Daar hoeven we de berenspray niet voor te gebruiken. We rijden verder en komen op een stuk waar het wegdek vol gaten zit waar mijn smalle banden totaal niet op berekend zijn. Het kan niet uitblijven en als ik schrik van een groot overstekend edelhert ga ik onderuit. Met wat schaafwonden kan ik mijn weg vervolgen en pas om 20.00 uur s’
avonds bereiken we de camping waar we willen overnachten.
Er zijn speciale berenboxen om al je etenswaren veilig op te bergen want het wordt afgeraden om iets eetbaars bij je in het tentje te laten liggen. De beren ruiken dit en dit nachtelijke bezoek wil je echt niet! Als we wakker worden zien we de herten dichtbij onze enten grazen en als ik buiten aan tafel zit kruipt er een eekhoorn via mijn broekspijp omhoog. Als we op de fiets zitten voor de volgende etappe begint het al snel te regenen en helaas houdt het de rest van de dag niet meer op. Het is koud en doordat we offroad rijden wordt het steeds zwaarder. We zijn met ons groepje dan ook blij als we aan het einde van de dag de anderen weer zien. We regelen ter plekke een hostel omdat we er niets in zien om in een natte tent te gaan met onze eveneens natte kleding.
Bij de start de volgende dag zien we al de besneeuwde toppen van de Rocky' s, maar in de verte horen we ook de wolven huilen. De tocht gaat verder en de dagen volgen elkaar snel op. We maken veel beklimmingen, zoals de 23km lange klim naar de Sunwapta pas (2065 mtr) en bij Colombia Icefield zetten we de tentjes op bij een gletsjer. Vrijwel overal zien we sporen van beren en we kruisen ook een zwarte beer met haar jongen, waarbij we op gepaste afstand foto' s maken. De uitzichten zijn werkelijk adembenemend en in de Rocky Mountains, met als hoogste top hier Mount Columbia (3750 mtr) torenen ver boven ons uit. Als we een rustdag inlassen neem ik toch nog even de fiets om met een andere deelnemer naar Maligne Lake te gaan. Onderweg zien we mensen die staan te kijken. Er komt een beer uit het struikgewas, die aan de andere kant van de weg loopt als waar wij staan. Voorzichtig, zonder me al te zeer te bewegen probeer ik een foto te maken, waarna de beer afdraait en naar het meertje toe loopt. Op de plek waar we overnachten hebben we informatie gehad hoe we met dit soort situaties om moeten gaan. Duidelijk is dat we de beren en het risico met deze dieren, niet moeten onderschatten. Even later zien we ook een enorm edelhert dat rustig voor ons poseert, Het is een mannetje (een elk) en heeft een enorm gewei. Als we de volgende dag weer met de groep verder rijden maken we een groepsfoto met een gletsjer op de achtergrond. We dalen weer af en komen bij Lake Louise waar de camping beveilig is met een stroomhek en bij een kort uitstapje sta ik toch weer oog in oog met een bruine beer.
De volgende dag rijden door het schitterende Yoho National park, maar door de koude regen kunnen we er niet echt van genieten. Totaal verkleumd komen we 105 km verder aan in een stadje waar we opwarmen in een overdekt winkelcentrum. Jim, onze organisator probeert een hostel te regelen, wat uiteindelijk ook lukt.
De volgende dag breekt de zon weer door en komen we aan in Radium Hot Springs met zijn heet-water bronnen. We naderen al de laatste dag, maar net op die laatste dag gaat het mis. Enkelen van de groep zijn iets eerder vertrokken en met drieën komen we bij een weggeslagen brug waar we niet verder kunnen. Hierdoor moeten we verder het riviertje volgen, maar het paadje dat we volgen wordt steeds slechter. Ik check even of de berenspray voor het grijpen is maar dan komen we bij een waterstroompje waar we echt over moeten. Het is echter ruim een halve meter diep en er zit niets anders op dan de fietsen over te dragen en nat te worden. De voeten worden tot over de enkels in de modder weggezogen en zelfs de fietstassen houden we niet droog. We moeten zelfs moeite doen om door het snelstromende water overeind te blijven. We zien verse sporen van wolven maar het goede nieuws is dat het lekker weer is. We helpen elkaar om de fietsen omhoog te duwen en passeren meerdere omgevallen grote bomen. Uiteindelijk komen we bij een plattegrond op een bord, waarop staat dat het einde van deze route in zicht is. We hebben door alles wat op ons pad kwam in 6,5 uur slechts 27 km afgelegd, maar gelukkig is het daarna 40 km afdalen, terug richting Calgary. Het was een pittige dag, maar levert uiteindelijk ook de mooiste verhalen op. De tour door Canada zit er weer op en als we later op Schiphol uitstappen besluit ik ook dat laatste stukje nog maar naar huis te fietsen, al is het wel jammer dat ik alleen ben en 140 km de wind op kop heb!!