November 2022

Jarenlang maakte Reuselnaar Harrie Coppens (74) fietsreizen over de hele wereld. Hij legde daarbij niet alleen vele kilometers af, maar verkende ook zijn grenzen. Door zijn avonturen te vertellen wilde hij graag anderen inspireren om dat ook te doen. Maar nu hij de gevreesde ziekte ALS onder de leden heeft, is terugkijken op die mooie reizen het enige wat hij nog kan doen. In een serie verhalen neemt hij de lezer mee terug naar zijn avonturen.

deel 26 Georgië (2019)


Fietsen in Georgië, met de mountainbike door het Kaukasus gebergte.
“Omdat Poetin vanwege onenigheid met Georgië drie weken voor ons vertrek besloot om vanuit Rusland geen vluchten van en naar Georgië toe te laten en wij een tussenlanding in Moskou hadden geboekt, zijn we nu genoodzaakt om een nieuwe vlucht te boeken. Dus vlieg ik samen met Ton, Maarten, Raymon, Tim en Marly rechtstreeks naar Tbilisi de hoofdstad van Georgië met 1,4 miljoen inwoners.
Nadat ik mijn mobieltje bij aankomst in het hotel uit de vliegtuigstand zet krijg ik een belletje van een Nederlandse mevrouw die zegt dat ik haar tas vanuit de luchthaven heb meegenomen en zij heeft die van mij bij zich. Het enige verschil tussen de tassen is dat mijn naam en telefoonnummer op het label staat waardoor zij mij kan bereiken. Nadat haar man de (fiets) tassen had omgeruild hoef ik de
komende weken niet in haar jurkje rond te fietsen(!) Vanuit Tbilisi reizen we de volgende dag vijf uur met de trein naar het vertrekpunt van de mountainbike track in Zugdidi. De treinkosten zijn slechts 15 lari (€ 4,80) p/p en de fiets mag mee voor 5 lari (€ 1,60) Nadat we op de groentemarkt wat bananen hebben gekocht beginnen we aan de beruchte ‘Hike-a-Bike’ route. De route loopt via single tracks
en een keienpad langs een afgelegen huis waar we appels en peren toegestopt krijgen. De bidons vullen we uit een waterput, altijd goed voor het koken van de maaltijd of het filteren voor drinkwater. Het is op de onverharde beklimmingen met
35 graden erg warm. De volgende lange steile helling van 17% is gelukkig wel verhard. Na enig zoeken vinden we een geschikte kampeerplaats. Maar omdat de politie ons al een tijdje in de gaten houdt vragen we hun toch maar even of we hier mogen kamperen. Ze hebben er geen probleem mee dus plaatsen we de tentjes naast een eeuwenoude stenen wachttoren. Toch komt de politie ’s avonds nog even ter controle langs. Om half negen beginnen we de volgende dag met een zeer lange klim. We fietsen door een geweldig mooie natuur met loodrechte rotswanden en veel watervallen. Ook passeren we vaak onverlichte tunnels waarbij het opletten is voor auto’s. Na 1400 hoogtemeters komen we na 70 km op een camping. Als de eigenaresse hoort dat we uit Hollandia komen begint ze meteen over Sandra. Sandra Roelofs uit Terneuzen, getrouwd met President Michiel Saakasjvili, was jarenlang - tot 2013 – The First Lady of Georgia. Als presidentsvrouw heeft zij ontzettend veel voor de bevolking gedaan door o.a. het opzetten van ontwikkelingsprojecten. De camping eigenaresse raakt niet uitgepraat over Sandra. Van fietsmaat Gerard Verhoeven uit Terneuzen hoorde ik al dat hij regelmatig met haar vader fietst. Eigenlijk is het een camping in aanbouw nog zonder sanitaire voorzieningen. Dit betekent, zodra we de tentjes hebben opgezet, de heren in hun blootje naast elkaar met een bak koud water uit de tuinslang zich ‘open en bloot’ kunnen gaan wassen. Marly, de echtgenote van Tim en enige vrouw in het gezelschap, blijft daarbij gedisciplineerd in haar tentje zitten. Het is altijd weer een verassing wat er in het restaurant op tafel komt. Deze keer duurt het ontzettend lang maar dan is de maaltijd ook overvloedig. Steeds worden de glazen – met wijn van het huis – bijgevuld waardoor we even daarna in de slaapzak snel in slaap vallen. Als we vandaag foto’s maken van de talloze wachttorens fietst een stelletje uit Polen, ook met vakantiebepakking, ons voorbij.
Zij rijden in dezelfde richting als wij maar blijven wèl op de harde weg. We rijden de historische provincie Svanetië binnen. Het is een landschap met hoge besneeuwde pieken van over de 4000 meter, Alpenweides en prachtige kleine traditionele dorpjes. Het symbool van Svanetië zijn de stenen wachttorens die je overal in het landschap ziet staan. Soms wel vijftien in één dorpje. Deze torens waren opvangplekken in geval van invasie of andere calamiteit maar ook vanwege de hoge sneeuw in de winter. We fietsen door naar Mestia, de hoofdstad van deze provincie, waar we in het centrum van de toeristische stad een camping vinden. Hier komen veel backpackers bijeen. De camping in Mestia is behoorlijk luidruchtig. Als de bouwvakkers van de buren na de gehele middag lawaai maken uiteindelijk klaar zijn met slijpen en zagen, begint even daarna de discomuziek van de overburen op
volletoeren tot diep in de nacht te draaien. Daarna komen de blaffende honden en tenslotte houden twee dames, die met veel plezier hun tentje midden in de nacht naast die van ons gaan opzetten, ons van de broodnodige nachtrust af. Vannacht onweer met bliksem maar gelukkig is het weer droog als we de tent gaan inpakken.
Raymon geeft te kennen dat hij vandaag niet kan fietsen vanwege maagklachten, nadat hij gisteren als enige niet had gekookt en een pizza was gaan halen. Als hij weer beter is gaat hij ons met een taxibus volgen. Eenmaal op de fiets begint het weer te regenen maar in de voormiddag trekken de
wolken open om plaats te maken voor de zon. Er hebben vanwege de regen enkele aardverschuivingen plaatsgevonden op onze route waardoor we even moeten wachten tot de
bulldozers de weg hebben vrijgemaakt. Na een lange klim duiken we het onverharde bos in.
Aanvankelijk kunnen we nog redelijk fietsen maar dat houdt op bij een gehuchtje. Een smal paadje bezaaid met stenen rotsblokken en daarlangs een houten hekje gaat steil omhoog.
Ik kan niet geloven dat we daar omhoog moeten. Hier is zelfs niet te lopen. Toch gaan we proberen om de zware fietsen met bagage omhoog te sleuren. Zelfs met een binnenband om de schouder en bagagedrager is dit bijna niet te doen. Tien stappen trekken en duwen, uitblazen en weer verder. Op het einde gaat het niet meer en gaan we elkaar helpen om de fietsen over de rotsen naar boven te duwen. Ook bij de afdaling van het keienpad is het balanceren om overeind te blijven of gaan lopen met aangetrokken remmen. Het kon dan ook niet uitblijven dat er iets ging gebeuren. Ton rijdt op een steen, kan zijn evenwicht niet bewaren en valt in het ravijn. Gelukkig blijft hij op vijf meter liggen. Zelf heeft hij weinig schade opgelopen, maar zijn bagagedrager is ontzet. Met een stevige tak kan deze weer rechtgebogen worden. Het is de zwaarste dag tot nu toe. Steeds even fietsen maar vooral veel lopen en trekken aan de fiets. Na de gehele dag zo bezig te zijn, van half negen ’s morgens tot
zeven uur ’s avonds, hebben we na 10,5 uur, 35 km (!) afgelegd en zijn we gestegen naar 2.000 meter. We rijden door talloze dorpjes waar de tijd heeft stilgestaan. Bij de volgende doorsteek hebben we geluk, er ligt een soort steigerplank over het riviertje dat we met hulp van elkaar kunnen overbruggen.
Even daarna zien we in de diepte het boerendorpje Adishi liggen met zijn vele wachttorens waar we gaan overnachten. Bij een boer kunnen we op zijn erf de tentjes neerzetten. We hebben van hieruit een magnifiek uitzicht op de met sneeuw bedekte berg Janga, met 5.049 meter de op één na hoogste berg van Georgië. Diep onder ons zien we de rivier lopen. Er ontstaat enige hilariteit wanneer een aantal koeien het erf op komt rennen en bijna een tent meenemen. We beginnen de nieuwe dag met een lange puinafdaling, daarna gaan we weer klimmen. Op de doorgaande zand/grindweg komen we hier regelmatig een busje met toeristen tegen. Het is belangrijk om de talloze waterplassen te mijden omdat je niet weet hoe diep het gat er onder is. Als we van een helling komen staat er onderaan vaak
een riviertje te wachten waar we toch doorheen moeten. Soms voorzichtig maar vaak ook op snelheid om niet halverwege af te moeten stappen. De schoenen verdwijnen hierbij meestal geheel onder water wat dan weer voor de hele dag natte voeten oplevert. Als we eenmaal op de harde weg komen, rijden we over verkeersdrempels die gemaakt zijn van bomen die door de lengte zijn doorgezaagd. Zo kan het dus ook. We eindigen vandaag in het historische dorpje Ushguli dat 6 maanden per jaar in de sneeuw begraven ligt en dat in 1996 door Unesco werd uitgeroepen tot Werelderfgoed. Tot voor kort waren de wegen zo woest en onvoorspelbaar dat het dorp in wezen cultureel in de middeleeuwen
bleef. De wegen zijn nog steeds behoorlijk gevaarlijk. Met 2100 meter hoogte staat het bekend als het hoogste permanent bewoonde dorp van Europa. Omdat we vroeg zijn maken we een wandeling door dit dorp. We lopen door de smalle steegjes en straatjes die met keitjes en stenen gelegd zijn, aangevuld met dikke koeienvlaaien. De paarden en koeien zwerven hier vrij door de straten en laten wel eens wat vallen. We zien een mix van ruïnes, oude houten huizen, en tientallen prachtige wachttorens. Het dorp geeft je het gevoel alsof je honderd jaar terug stapt in de tijd. Er is ook een museum dat laat zien hoe het in het verleden was maar dat verschilt niet zo veel van het heden. Ook hebben we van hieruit een schitterend uitzicht op de gletsjer van de Shkhara berg, met 5.201 meter de hoogste berg van Georgië. De volgende dag beginnen we met een lange zware beklimming van 12 % over een keienpad. Vanaf de start lopen er twee honden met ons mee. Als ze door het territorium van andere honden komen is het even vechten waarna ‘onze’ honden vervolgens op hun rug gaan liggen waarna ze weer door mogen. We moeten in de klim alles geven om op de fiets te kunnen blijven en als er dan ook nog een hond voor mijn wiel loopt en ik daardoor onderuitga heb ik het wel even gehad met die honden. Een stuk verder verandert het landschap in een overweldigende tuin vol
prachtige bloeiende bloemen. We zijn maar enkele kilometers verwijderd van Rusland als we even stoppen en in de verte de witte ijskap van de Russische berg Gora Dykhtau zien met een top
van 5.204 meter. Met de zon erop is het een schitterend gezicht. Vervolgens gaat het pad over in een glibberige afdaling vol keien waar het water naar beneden stroomt. Daarna lopen we door een dikke modderweg omdat ze hier weer met bulldozers aan het werk zijn. Ik hoor Marly vloeken, zij kan het
niet rechthouden en valt vol in de modder. Eindelijk komen we uit het bos en meteen dient zich een restaurantje aan waar we graag gebruik van maken. Ook de honden kunnen nu, na ons 3,5 uur te hebben gevolgd, even uitrusten. Ons overtollig brood geven we aan de honden. Zodra we proberen weg te sluipen zijn ze weer klaarwakker en vliegen overeind. Eenmaal op de harde weg houden ze ons niet meer bij en blijven in het dorpje achter, altijd beter dan in de bossen achterlaten. We eindigen in Lentekhi waar we een rustdag nemen zodat Raymon de volgende dag weer kan aansluiten. Hij laat weten dat hij met een taxibusje naar ons toekomt. Als we zien dat de tafel overvloedig gedekt staat met eten wordt er nog een tafel bijgezet die ook wordt opgediend. Dit kunnen we echt niet allemaal
op. De rustdag wordt gebruikt voor de nodige reparaties aan de fiets en om kleding te wassen. Ook gaan we het dorp te voet verkennen. Hier in het winkeltje ligt naast de pinautomaat een houten telraam dat nog steeds wordt gebruikt. Over verleden gesproken! Regelmatig komen we vrachtwagens en personenbusjes tegen met een Nederlandse tekst erop.
Zo zien we bijvoorbeeld op een busje staan: De Jong personenvervoer.nl. Dit zijn allemaal ingevoerde Nederlandse auto’s. Met de nieuwe dag verandert het landschap steeds weer. Nu fietsen we door een ontzettend mooie kloof met een kabbelend riviertje. We stoppen even voor een verfrissing bij een afgelegen winkeltje. Nadat het woord Hollandia is gevallen begint men weer over Sandra. Dat weten we nu wel. Bobby, de mooie grote witte hond die voor de deur ligt, gaat keurig poseren als we een foto van hem maken. Na een lange, mooie maar ook warme klim eindigen we in het toeristische kuuroord Sairme. Hier komen de mensen voor hun gezondheid en drinken het geneeskrachtige Sairme mineraal- en termaal water. Waar wij onze flessen water in de winkel kopen zie je hier iedereen met lege flessen rondlopen om die bij de bron te vullen. Door de vele bezoekers zijn alle hotels volgeboekt en kunnen we na lang zoeken een overnachting regelen in een Guesthouse even buiten het centrum. Omdat hier niemand een woordje over de grens spreekt gaat dit via een jongetje van 10 jaar die op school enkele woordjes Engels heeft geleerd. Na een goede nachtrust samen met Ton op de kamer, kijk ik ’s morgens verwonderd naar buiten. Ik meende toch zeker aan het geluid te horen, dat vannacht alle bomen waren omgezaagd! Blijkt het Ton te zijn geweest. Na de asfaltklim van gisteren gaat de klim vandaag weer gewoon door. Deze keer is het een lastige onverharde beklimming van 22 km over 4,5 uur dat steeds hoger gaat tot een hoogte van 2600 meter. Omdat we nu in de wolken fietsen is het zo mistig dat we bijna geen hand voor de ogen zien. Op de top zit
alles potdicht. Jammer van het uitzicht waarvan we nu niets te zien krijgen. Er staat boven alleen maar een tafel met banken onder een afdak waar we ons brood kunnen opeten. Met slechts 8 graden is het ook behoorlijk koud. Voorzichtig en behoedzaam dalen we af. Toch kan Maarten zich niet inhouden en als hij dan ook nog in een bocht binnendoor Marly wil inhalen gaat het goed mis. Hij gaat onderuit.
Nadat zijn verwondingen zijn verzorgd gaan we weer door. Langzaam komen we onder de wolken uit en is het uitzicht grandioos. Omdat er geen slaapgelegenheid is zetten we de tent op. Het grasveldje dat een camping moet zijn mag die naam niet dragen omdat er totaal geen voorzieningen zijn. Toch moeten we er een klein bedrag voor betalen. De grote witte hond op de camping is het vriendje van
Raymon. Als Raymon de koekjes achter zijn rug verstopt, is dat de hond niet ontgaan en is hij er snel mee weg. We komen regelmatig politieauto’s tegen. Ook als ze rustig rijden hebben ze het zwaailicht aan staan. Kwestie van gewoonte zullen we maar zeggen. Één kilometer na de start in Aspindza geeft Marly te kennen dat het niet meer gaat om vandaag weer de fiets langdurig omhoog te duwen. Eigenlijk heb ik het ook wel gehad. We besluiten om de groep te splitsen.
Tim, Maarten en Ton nemen de onverharde track en samen met Marly en Raymon ga ik via de asfaltweg naar Vardzia. Wij hebben een rustige fietsdag en bezoeken onderweg nog een kasteel en een terrasje. Hier komen we een Nederlander tegen die al 10 maanden met de fiets onderweg is. Even bijkletsen dus. Bij aankomst in het hotel komt er juist een Duitser met de fiets aangereden. Hij is al 3 jaar onderweg om de wereld rond te fietsen. De anderen, die de off-road pad volgen, komen laat binnen en hebben een ontzettend zware dag gehad waarbij ze ondermeer door een meter hoog stuikgewas moesten lopen. Ook was Ton omsingeld door drie valse Tushettaanse herdershonden die gefokt en getraind zijn om wolven op afstand van schapen te houden of zelfs aan te vallen, maar Ton werd gered door zijn Dazer. Een Dazer is een ultrasonisch apparaatje met een hoge pieptoon dat voor mensen nauwelijks- of niet hoorbaar is maar honden op afstand houdt. De volgende dag gaan we de bekende grotwoningen van Vardzia Cave bezoeken. De fascinerende grottenstad is eigenlijk een uitgebreid kloostercomplex. In 1185 is men begonnen met het uithakken van de eerste grotten om plaats te bieden aan Georgische -orthodoxe monniken en werd verder uitgebouwd als bescherming tegen de Mongolen. De Monastery bestond uit meer dan zesduizend appartementen in dertien verdiepingen. De stad omvatte een kerk, een troonzaal een complex irrigatiesysteem met bewaterde terrasvormige landbouwgronden. Op het hoogtepunt woonden er liefst 50.000 mensen. De enige toegang tot het complex was door enkele goed verborgen geheime tunnels. Een aardbeving verwoestte ongeveer twee derde van de stad in 1283, waardoor de grotten van buitenaf zichtbaar werden en wat leidde tot de instorting van het irrigatiesysteem. Uren lopen en klimmen we over de vele stenen trapjes naar de uitgehouwen woningen. Ongelooflijk hoe dit tot stand is gekomen. Na een goede nachtrust beginnen we aan een negen kilometer lange klim en passeren vele boerengehuchtjes. Hier liggen blokken van koeienmest keurig opgestapeld tot torentjes en muurtjes om te drogen. In de winter gaan ze deze blokken gebruiken om de kachel brandend te houden. Plotseling kunnen we niet verder. Het grindpad is afgesloten vanwege een aardverschuiving. Zware bulldozers schuiven de enorme rotsblokken van de weg het ravijn in. Zodra ze ons zien wordt er even
gestopt met de werkzaamheden zodat wij voorzichtig met de fietsen langs het uiterst smalle paadje kunnen manoeuvreren. Één misstap en je stort zo naar beneden. Even verderop veranderd de omgeving totaal. De bergen verdwijnen en voor het eerst zien we een relatief vlak uitgestrekt landschap zonder bomen. Hier wonen ontheemde Armeense Gemeenschappen in grasoverdekte traditionele woningen. Het is oogsttijd en het hooi moet van het land. De boeren zijn hier met
de hele familie koren en roggen aan het maaien. Meestal gebeurt dit nog handmatig met Zicht en Mathaak zoals vroeger bij ons. We eindigen vandaag bij het mooie Lake Paravani dat een oppervlakte heeft van 37,5 km. Het is de thuisbasis van semi-nomadische Turkse herders. Een prachtige plaats om de tent op te zetten. Als de zon eenmaal achter de bergen aan de overkant van het meer verdwijnt wordt het op deze hoogte van 2073 meter al snel koud, dus gauw de slaapzak in. ’s Morgens schijnt de zon al vroeg over de bergen waardoor wij er ook vroeg uit zijn. Vervolgens fietsen we door een verlaten ‘spook’ dorpje met vervallen huizen. Hier is echt niemand meer te zien. Soms zien we er nog tanks en andere defecte legervoertuigen staan die de Russen hebben achtergelaten na de laatste oorlog van 2008. Omdat we de komende dagen in een onbewoonde wereld gaan fietsen en geen eten en drinken meer zullen tegenkomen vullen we alle bidons, flessen en waterzak bij de dorpsbron. We kunnen het daarna filteren of koken om het voor ons drinkbaar te maken. In het glooiende landschapontdekken we een veldje dat pas gemaaid is dus ideaal om de tent op te zetten. In dit uitgestrekte land komen nu steeds meer, zeer grote kuddes schapen, koeien en geiten op enige afstand langs ons tentje op weg naar de stal. Een magnifiek gezicht. Ook komt er nog een herder te paard langs die wil weten wat we gaan doen. Verder eeuwige stilte om ons heen.
Vandaag beginnen we met een ontzettend zware en lange klim. Kunnen we aanvankelijk nog enigszins fietsen even daarna moeten de fietsen toch echt omhoog worden getrokken. We klimmen tussen twee rotsbergen door waarbij we elkaar soms gaan helpen om omhoog te komen. Dit is niet leuk meer. Uren zijn we met de fietsen aan het ploeteren en sleuren waarbij we vaak stilstaan om op adem te komen. Eindelijk zijn we dan boven. Het uitzicht op al de andere bergen is fenomenaal. Zelden zo’n mooi landschap gezien. Er waait op deze hoogte een frisse wind en met een temperatuur van slechts 6,8 graden gaan we snel naar beneden. De afdaling is mede door de talloze keien te gevaarlijk om te fietsen dus met aangetrokken remmen lopend en glijdend naar beneden. Soms kunnen we even fietsen maar dat eindigt meestal bij een riviertje waar we dan door moeten. Bij
het op afstand passeren van een boerderijtje hoor ik honden blaffen die steeds dichterbij komen. Ik denk dat ik ze wel achter me kan laten door in de afdaling de remmen een beetje los te laten. Ik schrik van de hond die nu naast me loopt en heb de snelheid niet meer onder controle. Zodra ik ga remmen word ik gelanceerd en vlieg over kop. Buiten zinnen zoek ik een steen en gooi die naar de hond. Mis.
Als de anderen de snijwond op mijn knie verzorgen die ik vorige week had opengehaald en nu weer openligt komt de hond, zich van geen kwaad bewust naast me liggen.
Van Raymon die al een stukje verder was gefietst hoorde ik daarna, dat een echtpaar dat we enkele dagen eerder hadden ontmoet en ook deze track volgt, door een hond was gebeten en naar het ziekenhuis moest. De afdaling vergt het uiterste van ons en onze fietsen. Modder (poelen), diepe geulen, stromend water, rotsige stenen en lossen keien gecombineerd met zeer steile stukken, maken het een bijna hachelijke onderneming. Onder het wateroppervlak van de modderpoelen kan je niet zien hoe diep het is en waar de keien liggen.
Vandaag de fiets 90% tegen de berg omhoog moeten sleuren en 10% stapvoets omlaag balancerend waarbij bij mij het aantal valpartijen van vandaag op vijf komt, een record. Drie keer moet ik mijn stuur weer recht zetten. Dit is mijn zwaarste (fiets) dag ooit. Met de nodige schaafwonden bereiken we na 9 uur en 35 km (!) de asfaltweg. Wat een genot is het om weer normaal te fietsen. Omdat ik te weinig water bij me had waardoor ik slechts af en toe een slokje water kon nemen in de brandende zon, ben ik blij dat we nu een restaurantje tegenkomen waar ik mijn dorst kan lessen. We komen aan in de stad Gori. Steeds worden we doorverwezen voor een slaapgelegenheid maar na anderhalf uur zoeken vinden we een geheel nieuw verbouwd Guesthouse.
Ondanks de vermoeide dag kan ik vanwege het luidruchtige gesnurk van mijn kamergenoot niet in slaap komen. Dus sleur ik mijn matras naar de hal waarna ik even later snel in slaap val. Omdat we vandaag maar een relatief korte afstand gaan overbruggen vertrekken we wat later waardoor we eerst de stad gaan verkennen. Hier in het centrum staat het geboortehuis van Joseph Stalin (1878-
1953) en is er ook een museum aan hem geweid. Voor het museum staat de treinwagon waar Stalin in de zomer van 1945 naar de Potsdam-conferentie in Duitsland reed. Stalin was tot zijn dood een kwart eeuw de communistische dictator van de Sovjet-Unie waarbij miljoenen Russen het leven lieten. Toen Stalin stierf kwam er een einde aan het leven van een deels vurig bewonderde, maar door de rest ook zeer gevreesde leider. Vanaf de doorgaande weg fietsen we het binnenland in. Het gaat door armoedige dorpjes waar we regelmatig paard met wagen tegenkomen maar soms lopen er ook ezeltjes voor de kar. We overleggen wat te gaan doen omdat het al laat is en we onderweg geen overnachtingen meer zullen tegenkomen. Doorfietsen naar Mtskheta is het advies. Raymon boekt te
plaatse een hotel en we fietsen weer. Zodra we Mtskheta binnenrijden blijkt dit een zeer toeristisch plaatsje te zijn. Aan weerszijden van de weg staat het vol met souvenir kraampjes. Als we een massa mensen in deze smalle straatjes tegemoet komen blijkt dat deze toeristen allemaal uit vakantiebussen komen dus moet er wat te zien zijn.
Nu zien we pas wat deze mensen beweegt om hiernaar toe te komen. Het hotel staat juist tegenover de Svetitschoveli-kathedraal. De Georgisch-orthodoxe kathedraal ter ere van de twaalf apostelen werd in de 11e eeuw gebouwd is al jaren de belangrijkste kathedraal van Georgië. De tempel is omgeven door een ondoordringbare vestingmuur met op het bovenste gedeelte een gevechtsbaan. In 1994 werd de kathedraal aangewezen als werelderfgoed. In de kathedraal zien we prachtige iconen en fresco’s. Zeer indrukwekkend. Als we de volgende dag voor de laatste fietsdag op de fiets stappen krijgen we nog een fles wijn mee, altijd welkom. Er is gekozen om op de harde weg te blijven omdat het anders vandaag weer ontzettend zwaar zou worden. Het enige probleem is hoe komen we de rivier over. Omdat er in Georgië niet wordt gefietst, we zijn in drie weken uitgezonderd buitenlandse vakantiefietsers werkelijk geen fietser tegengekomen, is de enige mogelijkheid om via de snelweg naar de eerste brug te fietsen om daar de rivier over te steken. Hoewel de politie op de snelweg ons voorbij komt kunnen we gewoon door blijven fietsen. Nu nog de stad doorkruisen op naar het hotel waar we drie weken geleden ook verbleven. Omdat we de fietsdozen in bewaring hadden gegeven kunnen we vandaag de fietsen gaan inpakken waardoor we morgen de hele dag de stad kunnen bezichtigen. Op de laatste dag gaan we na het ontbijt de mooie en indrukwekkende Sameba-kathedraal bezichtigen die precies tegenover ons hotel staat. De Kathedraal van de heilige Drievuldigheid van Tbilisi is de belangrijkste kathedraal van de Georgisch-Orthodoxe Kerk in de
Georgische hoofdstad Tbilisi. Binnen hangen er prachtige schilderijen en de plafondschilderingen zijn echt adembenemend om te zien. De ‘s nachts verlichte kathedraal met de gouden toren is vanuit de gehele stad te zien maar ook vanuit ons hotelraam en dakterras. Het gebouw heeft dan ook een
bijzondere unieke uitstraling. In het centrum nemen we de kabelbaan om het kasteel en de ruïnes boven op de berg te bezichtigen. We horen dat vanavond hier in Tbilisi de voetbalwedstrijd Dinamo Tbilisi–Feijenoord wordt gespeeld. Wat een toeval, maar zonder uitpubliek werd het 1:1
Georgië voelt als het oudste land dat ik ooit bezocht heb. De geschiedenis lijkt er ononderbroken te zijn en dat komt vooral door de overal aanwezige uitingen van het Georgisch-orthodoxe geloof. Ushguli en Vardzia zijn twee plaatsen zoals je die niet snel zult aantreffen in West-Europa en zijn bovendien nog onaangetast door het toerisme. Of dat lang zo zal blijven is maar de vraag, want Georgië heeft genoeg cultuurhistorisch erfgoed om uit te groeien tot een zeer gewilde
bestemming.
De 155 km fietstocht van Schiphol naar huis met tegenwind en de hele dag regen is een eitje ten opzichte van de twee uitzonderlijke zware fietsdagen in de afgelopen 3 weken.”