November 2022
Jarenlang maakte Reuselnaar Harrie Coppens (74) fietsreizen over de hele wereld. Hij legde daarbij niet alleen vele kilometers af, maar verkende ook zijn grenzen. Door zijn avonturen te vertellen wilde hij graag anderen inspireren om dat ook te doen. Maar nu hij de gevreesde ziekte ALS onder de leden heeft, is terugkijken op die mooie reizen het enige wat hij nog kan doen. In een serie verhalen neemt hij de lezer mee terug naar zijn avonturen.
deel 16 Kreta (2013)
Fietsen op het Griekse eiland Kreta met leden van ‘De Wereldfietser’.
“Kaliméra, euh…oh ja, ook goeie morgen.
De hoteleigenaresse begroet ons als we, met nog slaap in de ogen, om 06.30 uur gaan ontbijten. We moesten er vroeg uit want om 07.00 uur staat het busje van het hotel klaar om ons naar de Samariakloof te brengen. We hebben er al twee fietsdagen opzitten maar vandaag gaan we door de Samariakloof wandelen.
Wij, An, Fred, Gjalt en ikzelf, zijn drie dagen geleden geland op Heraklion, het vliegveld van Kreta. De andere drie, Jan-Willem, alias Joop Vanepskeuten, Oscar en Frans waren er al een dag eerder. Tilburgse Frans was thuis voor het vertrek nog zo druk bezig met het regelen van zijn zangkoor, dat hij daardoor de vlucht mistte en vanaf Schiphol met de trein naar Maastricht Airport ging om daar een nieuwe vlucht te boeken. Plaatsgenoot Jan van Dooren zou twee dagen later arriveren op het vliegveld van Chania om ons vanaf woensdag te gaan vergezellen. Uiteindelijk vinden we elkaar dus wel, behalve Jim onze vaste organisator, hij kon vanwege familieomstandigheden op het laatste moment helaas niet mee, erg jammer. De komende twee weken gaan we het eiland helemaal rondfietsen.
Tijd om ‘er even in te komen’ kregen we niet op de eerste fietsdag. Het ging meteen 15 km omhoog van zeeniveau naar bijna 500 meter. Met het gewicht van volle bagagetassen aan de fiets was dit wel even wennen. We daalden wat af en we klommen opnieuw. Dit zal het scenario worden de komende weken, steeds klimmen vanaf zeeniveau. De eerste fietstocht eindigde op Elizabeth Camping aan de kust waar de overnachting was gepland in een stacaravan twintig meter van zee. Daarna gingen we in zee het gevecht aan met de wilde golven, waarbij we steeds kopje onder gingen en dus niet konden winnen. Even later genoten we van het overheerlijke eten dat werd verzorgd door Nederlandse bediening op het terras, met uiteraard uitzicht op zee.
Op dinsdag reden we een schitterende route door authentieke dorpjes waar we natuurlijk even neerstreken voor een verfrissing. Ook het gadeslaan in z’n dorpje is een belevenis op zich. Een oudere man wees mij op een nestje jonge zwaluwen onder een goot, dat steeds door een van de ouders van voedsel werd voorzien. Hij attendeerde mij er ook op om er een foto van te maken. Een uniek plaatje. Na 70 km begonnen we aan een stevige beklimming van 30 km naar Omalos, een gehuchtje boven in de bergen op 1100 meter hoogte. Halverwege de beklimming stopten we even bij het enige terrasje van de klim om het vochttekort aan te vullen. Het bleek eenieder goed te doen om even een schaduwrijk plekje in deze hitte op te zoeken. Volgens An zou het 43 graden in de zon zijn. Omdat onze route gedeeltelijk een onverharde gravelweg is moesten we steeds de talloze zwerfkeien ontwijken om niet onderuit te gaan. Eenmaal aangekomen bij hotel Exari bleek dat we werden verwacht omdat Jim deze locatie voor twee nachten had gereserveerd.
Nu gaan we dus door de Samariakloof wandelen.