November 2022

Jarenlang maakte Reuselnaar Harrie Coppens (74) fietsreizen over de hele wereld. Hij legde daarbij niet alleen vele kilometers af, maar verkende ook zijn grenzen. Door zijn avonturen te vertellen wilde hij graag anderen inspireren om dat ook te doen. Maar nu hij de gevreesde ziekte ALS onder de leden heeft, is terugkijken op die mooie reizen het enige wat hij nog kan doen. In een serie verhalen neemt hij de lezer mee terug naar zijn avonturen.

deel 19 Thailand (2015)


19-Thailand 2015

Samen met Henk Lamers en Henk van Steensel stap ik begin januari in een airbus met als bestemming Bangkok, de hoofdstad van Thailand. Als we daar uitstappen valt de hitte als een warme deken over ons heen. We starten met onze eerste etappe op een weg met diverse mooie pagodes waar we onderdoor rijden. Henk Lamers heeft de routes uitgezet die we met gps kunnen volgen.
Het is meteen erg druk op de weg met een oneindige stroom aan scootertjes. We stoppen de eerste dag na 132 km om de volgende dag door te stomen naar de grens met Cambodja. Er staat een lange rij mensen te wachten die de grens over moeten en als wij aan de beurt zijn staat de douanebeambte met zijn handen open. Naast de verplichte 30 dollar verdwijnt er 100 bath in zijn zakken en even later staat ook de volgende met zijn handen open. Het is tegen onze principes, maar ja, met principes fiets je hier niet ver. We betalen de gevraagde fooien en rijden verder om na 150 km een hotelletje te zoeken.
De tempels die we onderweg zie zijn adembenemend mooi zoals die van Sisophon. Tientallen monniken houden er de wacht rond het gebouw. In Siem Reap bezoeken we de tempels van Angkor Wat. Deze tempel geldt als het grootste religieuze bouwwerk ter wereld en we zijn zeer onder de indruk. Als we weer verder fietsen vallen twee dingen op. De mensen zijn zeer vriendelijk tegen ons en overal worden we begroet. Het tweede is dat er op veel plekken aan de weg gewerkt wordt en hierdoor merk ik een gat in de weg te laat op. Ik ga onderuit en de inhoud van mijn stuurtas komt op straat terecht. Ik heb tal van schaafwondjes die we voorzichtig van steentjes ontdoen. Na de wonden verzorgd te hebben kunnen we weer verder.
De volgende dag (en dagen) besluiten we al om zes uur s morgens te vertrekken, om de verwachtte hitte voor te blijven. We dragen mondkapjes vanwege het vele stof op de weg en zien vier brommertjes waarmee maar liefst 12 varkens tegelijk vervoerd worden. We zien een aapje die over probeert te steken en tal van rubberplantages. Maar als we in Tuol Seng het genocide museum bezoeken maakt dat pas echt indruk. We zien de martelkamers van het regime van Pol pot die miljoenen burgers het leven kostte, er wordt zelfs gesproken dat een op de vier Cambodjanen afgemaakt werd door het toenmalige regime.
Voorbij de stad Phnom Penh rijden we langs de Mekong Delta, een rivier met een lengte van maar liefst 4909 km. We steken via een bijzondere brug de rivier over (Prek Tamak Bridge) en proberen te communiceren met de lokale bevolking. Als we af willen rekenen in een restaurantje zoek ik op hoe ik ‘ik wil afrekenen’ uit moet spreken. Het blijkt Som Kutloei te zijn, een uitdrukking die bij ons trio goed is voor enkele associaties. We bezoeken onderweg een oorlogsmuseum waar we een echte guillotine zien en komen bij Tay Ninh, de grensovergang met Vietnam. Na de nodige plichtplegingen aan de grens krijgen we in Vietnam de eerste klim. We zijn daar nog maar amper aan begonnen als ik lek rijd. Een enorme spijker doorboort meerdere keren zowel de binnen- als buitenband en ook Henk v Steensel staat met hetzelfde euvel aan de kant. We komen bij een resort in een bosgebied waar we een dag rust nemen. Op die rustdag gaan we met een bootje een rivier op, maar het bootje blijkt niet waterdicht waardoor Henk L moet hozen om te voorkomen dat we zinken.
Als we de volgende dag weer fietsen horen en zien we tal van vogels, maar als we een groepje olifanten zien grazen stoppen we om dat wat beter te bekijken. De dieren liggen met een poot aan een ketting, waardoor duidelijk is waarom ze daar blijven staan.
De route op weg naar de kust bij Da Lat is bepaald niet vlak en we rijden verder dan gepland om zo tijd over te houden om een rustdag in te lassen. De routes gaan verder dan 150 km, maar al met al is het goed te doen. Als we nabij Vung Tau de kust bereiken zitten we op een terrasje waar de eigenaar zijn gitaar erbij haalt en het behoorlijk gezellig wordt.
Daarna rijden we verder zuidwaarts, in de richting van Ho Chi minh City, het vroegere Saigon. Daar ligt het eindpunt van onze trip. We hebben in totaal 2141 km afgelegd en nadat we bij een lokale dozenman drie dozen hebben laten maken om onze fietsen in te verpakken voor de vlucht, is de druk van de ketel. We hebben dit mooie avontuur toch maar mooi samen gedaan. Alle drie al de status van opa bereikt en samen goed voor 200 jaren. Mooi toch??