November 2022

Jarenlang maakte Reuselnaar Harrie Coppens (74) fietsreizen over de hele wereld. Hij legde daarbij niet alleen vele kilometers af, maar verkende ook zijn grenzen. Door zijn avonturen te vertellen wilde hij graag anderen inspireren om dat ook te doen. Maar nu hij de gevreesde ziekte ALS onder de leden heeft, is terugkijken op die mooie reizen het enige wat hij nog kan doen. In een serie verhalen neemt hij de lezer mee terug naar zijn avonturen.

deel 23 China en Vietnam (2017)


Na een lange voorbereiding vlieg ik samen met Henk Lamers en Frans Geerts rechtstreeks naar Gunagzhou in China. Hierna volgt nog een binnenlandse vlucht naar Lijang, de startplaats van onze tocht die ons uiteindelijk naar Vietnam moet leiden. In Nederland is het herfstvakantie en in China vertrekken we per fiets vanaf de luchthaven, op weg naar ons eerste hostel. We hebben vooraf al onze overnachtingsplekken door moeten geven in het kader van de visumaanvraag, de Chinezen laten niets aan het toeval over.
Op de eerste dag fietsen komen we al snel aan in Baisha Village waar de Naxi-stam nog op authentieke wijze leeft. Ze wonen in lemen huizen en er is overal veel houtsnijwerk. Als we langs een muziekkraampje lopen worden we uitgenodigd om mee muziek te maken. Natuurlijk schuiven we aan en de bekkens klonken er nog nooit zo hard, wat meteen veel bekijks trekt. Er stromen meteen Chinese toeristen toe om van ons foto’s te maken, alsof wij de attractie zijn.
We zijn dan nog steeds vlakbij de stad Lijang, een stad met 1 miljoen inwoners en nog een mooi oud stadshart. We zien daar nog een standbeeld van Ho chi Minh, de grote Noord Vietnamese leider.
De volgende dag maken we een uitstapje met een busje van het hotel naar de Tijgersprongkloof. Hier stroomt de Yangtze rivier en die is echt indrukwekkend. Met daverend geluid slaan de golven op de rotsblokken uiteen, het schijnt hier de diepste kloof ter wereld te zijn, maar volgens mij hoorden we dat ook al bij de Grand Canyon in de VS. Veel Chinese toeristen willen met ons op de foto, wat we als vreemd ervaren.
De volgende dag stappen we weer op de fiets, waar we eigenlijk voor gekomen zijn. We rijden in één ruk naar 2400 mtr hoogte waar dichte mist hangt. Bibberend van de kou nuttigen we er onze noodelsoep, het enige wat er te krijgen is. Pas als de volgende dag de mist optrekt zien we de schoonheid van het landschap pas echt. We fietsen langs het water en ruiken de wierookstokjes die hier gebrand worden.
In Dali staat nog een rustdag gepland die we benutten met een bezoek aan de oud stad Dali waar we met de bus naar toe gaan. We zien meisjes en vrouwen in klederdracht die fotogeniek voor ons poseren. In Dali mogen er vanwege sterke smog (3,3 miljoen inwoners) alleen elektrische brommertjes rijden.
De bus brengt ons ook verder naar de volgende startplek, de stad Yunnan met 6,6 miljoen inwoners. Voordat we hier weer op de fiets stappen bezoeken we nog het Stone forrest geological park, een stenen woud met rotsformaties die in 280 miljoenjaar (!) ontstonden. Er zijn veel uitgehouwen trapjes en het is indrukwekkend wat we zien.
Vanaf Kumming fietsen we daarna langs het Fuxian Lake door authentieke dorpjes waar ze nog leven als 100 jaar geleden. We zien vissers die op straat hun netten herstellen en na 145 km komen we bij ons volgende hotelletje. Eten bestellen verloopt via de vertaal-app en even later worden we op straat aangesproken door een leraar die goed Engels spreekt. Hij neemt ons mee de school in, waar de leerlingen zich een voor een aan ons voor moeten stellen, om zo ook hun Engels te oefenen.
Als we weer onderweg zijn en enkele uren gefietst hebben vragen we lukraak met handgebaren of we bij een boerderijtje wat kunnen eten. Ze begrijpen het meteen en komen meteen in actie voor ons. Als we ze willen betalen weigeren ze dat absoluut.
Zo rijgen de dagen zich aan elkaar. Op weg naar de Vietnamese grens zien we veel bananenplantages en we rijden er een afdaling van wel 37 km door het Daweishan National park. Zo’n 60 km voor de grensovergang worden we al tegengehouden door de politie die al onze tassen binnenste buiten keert. De grens over komen blijkt een hele toer waar we wel een hele dag mee bezig zijn, maar uiteindelijk rijden we in Vietnam het gebied van de Black Monh binnen nabij het stadje Sapa. We beginnen er meteen met een beklimming van 35 km langs de rijstterrassen. We maken in Sapa kennis met de vriendelijk Vietnamezen en nemen een extra rustdag om een en ander te bezoeken. Daarna rijden we verder via de Tram Ton Pas, met 1900 meter de hoogste bergpas van Vietnam. Vanuit het plaatsje Pa so rijden we daarna zo’n 100 kilometer langs de rivier Nam Na en zien onderweg hanengevechten. In Dien Bien Phun nemen we de tijd om het oorlogsmonument te bezoeken (het markeert de start van de Vietnamoorlog) en moeten in de afdalingen alert zijn op  loslopende buffels en wilde varkens. Iets voor Hanoi passeren we een plek waar een bruiloft wordt gevierd en we worden er prompt uitgenodigd voor het feest. We gieten de wodka en later de baccardi achterover en dansen mee op de vloer. Maar het bruidspaar zelf zien we niet, die zijn dan al naar bed.
Als we uiteindelijk wereldstad Hanoi bereiken (7,6 miljoen inwoners) waar we tussen de brommertjes door laveren komt het einde in zicht. Hochi Minh krijgen we hier helaas zelf niet meer te zien want het mausoleum waar hij gebalsemd opgebaard ligt is die dag gesloten.
Na 4 weken fietsen stappen we weer op het vliegtuig met in gedachten de woorden van de Chinese wijsgeer Confusius: DE WEG ZELF IS JE BESTEMMING