Dre en Lies Timmermans ontdekten gevaarlijk nest vlakbij basisschool Esbeek
Hoornaars bedreigen niet alleen de bijen

April 2024



Met het oplopen van de gemiddelde temperatuur komen er ook planten en dieren in onze natuur voor die voorheen enkel in (sub)tropisch klimaat waargenomen werden. Soms levert dat mooie plaatsjes op, maar vaak zijn de nieuwkomers een directe bedreiging voor de gevestigde soorten. Een zo’n voorbeeld zijn de Aziatische hoornaars die de Europese honingbijen aanvallen en opeten. Maar toen de Esbeekse imkers Lies (70) en Dré  Timmermans (83) ze in hun tuin rond zagen vliegen, gingen ze meteen op onderzoek: waar zit het nest van de hoornaars. Dit bleek nabij de kerk en de basisschool in hun dorp te zitten.
“Echt ik schrok me kapot toen ik zag dat het grote nest boven de hoofden van de schoolkinderen gebouwd was,” zegt Dre Timmermans. Samen met zijn Lies woont hij in huisje weltevree aan de rand van Esbeek. De geboren Hulselnaar bouwde hier ooit samen met zijn Reuselse Lies het eigen liefdesnestje. Ze dragen de natuur een warm hart toen en vooral Lies leerde al van jongsaf alles over de bijen. “Mijn grootvader en later mijn vader waren fanatieke imkers. Daarnaast werden er bij ons aan de keukentafel cursussen voor imkers gegeven. Ik was daar altijd bij en leerde zo al van jongsaf de kneepjes van het vak. In Esbeek was ik de drijvende kracht achter de  bijenkasten , maar ook in Dré bleek een goede imker te schuilen. Ooit hadden we bijenkasten door heel Brabant staan. Ze vlogen op de blauwe bessen in de peel en de koolzaadvelden in de polder. Ook de fruittuinen  van Frits Philips waren vaste plekjes. “
Dré, die altijd in de bouw werkte, legde er grote afstanden voor af en samen oogsten ze honderden kilo’s aan honing per jaar. “Het is een ongelofelijk mooie hobby en het brengt je erg dicht naar de natuur,” zegt Dré. “Daarin hebben we ook onze vast taakverdeling ontwikkeld,” legt Lies veder uit. Dré verzorgt de kasten, maar ik zorg er weer voor dat de honing in de potjes komt. Samen kennen we de ins en outs, ik kan zelfs aan het bijenvolk horen hoe het met ze gaat en wanneer ze honger hebben.”
Maar dan die hoornaars, afgelopen zomer. “We zaten in ons zitje, waarbij we zicht hebben op de kasten,”kijkt Dré terug. “Ineens zagen we er een, die bleef stil voor de opening van een bijenkast hangen. Tot er een bij uit kwam en die werd meteen aangevallen. De hoornaar vermoord de bij meteen en neemt hem mee naar zijn eigen nest.” Maar om te weten waar dat nest was, moesten Dré en Lies als een echte Sherlock Holmes te werk gaan. “We besloten dat we er een aantal levend moesten vangen om die dan elders los te laten,” legt Dré de tactiek uit. “Dan keken we goed welke richting de diertjes opvlogen, dat bleek telkens dezelfde richting te gaan: in de richting van de kerk in Esbeek. In eerste instantie konden we het nest niet vinden, maar toen het blad van de bomen viel, zagen we een grote bol zo groot als een skippybal, in de boom hangen. Later waaide dat nest eruit en konden we het beneden verder bekijken.”
Dré besloot de omgeving, maar ook  de gemeente in te lichten over het gevaar, ook in de hoop dat meer mensen alert worden om het risico in te dammen. “Maar dat viel best tegen,” kijkt hij terug. “Op de school onderkenden ze het risico, maar omdat we in eerste instantie het nest niet vonden, konden we niets beginnen. Vanuit de gemeente kwam er nauwelijks reactie, dat viel wel tegen.” Dré en Lies roepen nu iedereen in Esbeek en omgeving op om goed op te letten en bij een waarneming van Aziatische hoornaars meteen de omgeving en de imkers uit het dorp te waarschuwen. Daarnaast kan een waarneming gemeld worden op waarnemingen.nl waardoor  het risico breder in kaart kan worden gebracht.
De Aziatische hoornaar is dubbel zo groot dan een honingbij, maar altijd nog wel kleiner dan de Europese hoornaar. De gevaarlijke Aziatisch is te herkennen aan zijn zwarte achterlijf en goudgele poten. Dré geeft iedereen die een waarneming doet ook de tip om de diertjes met een schepnet te vangen. Als je ze daarna loslaat kun je zien welke richting ze vliegen, waardoor je ook het nest op kunt sporen. “Nu in het voorjaar wordt elke vliegende hoornaar een koningin die een nieuw volk opbouwt,” doceert Lies. “In het voorjaar bouwen ze een nest onder in een boom, maar later verhuizen ze naar de kruin en kun je ze moeilijker vinden. Dat is ook de fase dat ze het gevaarlijkste zijn.”