Unieke verzamelingen binnenkort naar nieuwe bestemming
Martin van Gisbergen kijkt opgeruimd terug

December 2021


Voor iedereen die geboren wordt staat één ding vast: er komt ook een moment om afscheid te nemen van het leven. Doorgaans is dat moment en de aanleiding ongewis en wordt er vooraf nog niet al te veel over gesproken. Maar wat als je weet dat door een ernstige ziekte het einde nadert en je al nadenkt over wat je achterlaat?
Voor Martin van Gisbergen (60) uit Lage Mierde is dat moment gekomen. Zijn artsen hebben de behandelingen gestaakt en zelf is hij realistisch genoeg om te weten wat dat betekent. Maar wat gebeurt er met je verzamelingen als je een leven lang verzameld hebt?
In een drieluik kijkt hij samen met Harrie Wenting nog één keer naar zijn verzamelingen en de bestemming die hij daarvoor voor ogen heeft.
Wat gebeurt er met zijn uitgebreide archief over de Tilburgse kermis waar hij elk nieuwsfeit, elke nieuwsfoto en wetenswaardigheid vanaf 1851 in een meterslang archief heeft staan?
Of met de tientallen kerstgroepen die hij al vanaf zijn jeugd bij elkaar bracht?
Of met de honderdduizenden foto’s van De Mierden en Hulsel waar hij eerder al exposities mee vulde en waar dat nog vele malen zou kunnen. Dan hebben we het nog niet over het talloze historische beeldmateriaal van oude films, zijn munten- en postzegelverzameling waar menig verzamelaar en filatelist zijn voor vingers af zou likken of de complete reeks van 360 Suske en Wiske boeken.
deel 1: de kermis
‘De meester op school wist al, met de kermis is hij te laat’
Martin van Gisbergen zijn passie voor de kermis

Op Tilburg kermis is er elk jaar een expositie over de geschiedenis van die kermis in een spiegeltent. Iedereen kan zich daar vergapen aan de nostalgische attracties, maar wat maar weinigen daar zien is dat een van de personen die hier veel in betekende in Lage Mierde woont. Nu hij het leven los moet laten, wil Martin van Gisbergen ook een goede bestemming voor zijn kermisarchief dat hij in dertig jaar tijd opbouwde.
“Ik was nog maar een menneke en als ik van huis naar school liep zag ik op woensdag de kermiswagens arriveren. Met grote ogen keek ik naar de materialen die een voor een uitgeladen werden en zo opgebouwd werden tot de attracties. De draaimolen, de zweef en de botswagens. Ik was er niet weg te slaan en vergat dat ik naar school moest. Na enkele jaren wist de meester het wel: Is Martin er niet? O ja, de kermis is weer aan het opbouwen”. Als Martin vertelt over zijn kermisgevoel lichten zijn ogen weer even op. Zijn dagen brengt hij nu voor het grootste deel door in het ziekenhuisbed in zijn woonkamer, maar de uren en dagen dat hij altijd op zolder werkte aan de kermisarchieven zijn niet op duizend handen te tellen. " Ik weet niet wat mij trok," blikt hij terug. "Het uitladen van alle onderdelen en het in elkaar zetten, ook aan het einde weer het afbreken. Daartussenin boeide het mij minder, zo ging ik niet meer dan leeftijdgenoten in de attracties. Nee, ik sprak liever met de kermisexploitanten en leerde zo al op jonge leeftijd de familie Regter kennen die in ons dorp met meerdere attracties stond."  Het duurde niet lang of de jonge Martien breidde zijn hobby uit en ging ook kijken bij de opbouw van de kermis in andere dorpen, zo kwam hij uiteindelijk ook in Tilburg terecht. "Ja, Tilburg was natuurlijk de ultieme kermis. Niet alleen voor mij, het had het predicaat 'grootste van de Benelux' .Ik begon ook foto's te maken van alles wat ik tegenkwam, die foto' s rangschikte ik al meteen in mappen, wat het begin werd van een lijvig archief. Gaandeweg ging ik ook dingen opzoeken van vroeger. Oude publicaties en foto's, zo verkreeg ik alle informatie die maar beschikbaar was vanaf 1851. Dat was een tijd dat er nog bokswedstrijden plaatsvonden op de kermis."  In 1989 viel het ook de familie Regter op dat de toen 28-jarige Lage Mierdenaar veel belangstelling voor hun beroepsgroep had en ze boden hem zelfs een baan aan. Als hij nu terugkijkt is dat het enige in zijn leven dat hij anders had willen doen.
" Ik had een technische opleiding gevolgd en had een goede baan, die wilde ik niet meteen opzeggen. Maar van de andere kant had dat kermisleven een grote aantrekkingskracht op mij." Maar de job werd door een ander ingevuld, waardoor het voor hem een hobby bleef. Hij werd gevraagd zich bij de Stichting Kermiscultuur Nederland aan te sluiten en kwam daar zelfs in het bestuur terecht. Zo leerde hij nog meer exploitanten kennen en breidde zijn scope steeds verder uit. Thuis begon hij ook miniatuurattracties te verzamelen. "Op een gegeven moment had ik zoveel materiaal verzameld over de historie van de Tilburgse kermis dat ik samen met Hennie van Oers uit Waalwijk een expositie wilde organiseren. Die moest dan wel tijdens de kermis plaats vinden. Ik kreeg al meteen wat mensen enthousiast, maar het eerste jaar kwamen we niet verder dan een bankgebouw op de Heuvel en het jaar daarop in een fietsenstalling. Dat is natuurlijk uit het zicht van het grote publiek. Tot de toenmalige wethouder Jansen er lucht van kreeg en er nog een speciale Raadsvergadering aan de kwestie werd gewijd. Het gevolg was dat er op het kermisterrein zelf ruimte vrijgemaakt werd en er later zelfs een spiegeltent beschikbaar kwam om de expositie in te houden (op het Koningsplein). Vanaf dat moment waren we veel beter zichtbaar voor het grote publiek," zegt hij. Het zijn van die korte momenten dat het vuur in zijn ogen weer even opwakkert. Aan zijn uiterlijk is zijn ziekte niet waar te nemen, maar het oordeel van zijn artsen is helder en onverbiddelijk. "Daarom wil ik mijn archief graag een goede bestemming geven," zegt hij berustend. Ik heb met een Tilburger afgesproken dat hij alle mappen van mij overneemt en er goed voor gaat zorgen. Het beeldmateriaal met daaronder duizenden foto' s die ik maakte gaat voor een deel naar de heemkunde, een deel naar de stichting Erfgoed Diessen en een deel naar de Markiezenhof in Bergen op Zoom.”
Maar hoe mooi de kermis ook is en hoeveel het altijd voor hem betekende, Martin zag ook de terugloop en wat hij noemt de teloorgang van de kermis n de dorpen om hem heen. " Als ik alleen nog maar kijk in mijn eigen gemeente Reusel-De Mierden. Daar is nu een tussenpersoon ingezet om attracties te regelen maar als je dan kijkt wat er op de kermis staat is dat diep triest. In Hooge Mierde zou de rups draaien, maar ik wist al lang dat die in datzelfde weekend elders stond. Er waren gewoon geen goede afspraken gemaakt. De kinderen op de dorpen zijn hier de dupe van en dat vind ik wel jammer." 
Maar de oplossing heeft hij al: Hij wil vooral de dorpsraden vragen om zich hier nadrukkelijker mee bezig te houden. "Dat is de enige manier om dit evenement voor elk dorp te behouden," geeft hij nog mee.
Martin van Gisbergen is nu 60 jaar. Binnenkort eindigt zijn leven, maar de kermissen gaan door.

deel 2
Gegrepen door de historie, vastgelegd in foto, film en oude dia' s
Martin van Gisbergen wil de film over de Mierden in de jaren zestig nog graag zien

De klok aan de muur stuurt de secondewijzer in een vast tempo rond terwijl de minuten voorbijkruipen. Maar de twee wijzers en de datumaanduiding op de klok zijn onverbiddelijk. Daar waar een klok normaal vooruitloopt en de tijd aangeeft, is het voor Martin van Gisbergen het bewijs dat met elke tik en met elk uur het einde naderbij komt. Toen in 1994 Heemkundegroep De Mierden werd opgericht was hij er als de kippen bij om er zich aan te melden. Het duurde niet lang of hij publiceerde tal van verhalen in het heemkundeblad Steen voor steen en was betrokken bij grotere en kleinere projecten. Samen met John Meulenbroeks en anderen bracht hij informatie bij elkaar voor een expo’s en themanummers zoals over de oorlog en over Indië. Hij was betrokken bij '100 jaar klooster Lage Mierde' en organiseerde een middeleeuws festival mee. Maar meer nog als bij de geschreven bijdragen lag zijn interesse in foto' s: en dan vooral de foto' s uit het verleden. "Ik had een kameraad en die was neefje van Lage Mierdenaar Janus van Dongen, zodoende kwam ik daar al op jonge leeftijd over de vloer," blikt hij terug vanaf zijn ziekbed. "Janus had al voor de oorlog een fotocamera en legde daarmee het gewone leven om hem heen vast, later filmde hij ook veel. De foto' s waren weliswaar niet van topkwaliteit, maar de onderwerpen waren zeker boeiend, vooral omdat het fotograferen destijds nog geen activiteit voor iedereen was. Ik zag in die tijd wel eens zijn foto' s, maar daar bleef het bij. Tot het moment dat Janus onverwacht overleed en ik een telefoontje kreeg om te kijken of ik iets wilde uit de spullen die hij naliet. Toen ik bij zijn huis aan de Hooge Mierdseweg kwam werd er flink opgeruimd en er stond een vuilcontainer. Ik weet nog steeds niet wat mij dreef om daarin te kijken. Maar toen ik keek zag ik daar een groot deel van al zijn negatieven, dia’s en 8 mm filmbanden. Ik schrok enorm: als dat met de vuilniswagen was meegegaan was er een schat aan informatie en beeldmateriaal verloren gegaan. Ik mocht alles meenemen en ben vrijwel meteen begonnen om alles te inventariseren en ook te digitaliseren. Dat was een enorme klus die me uiteindelijk jaren werk kostte, maar het resultaat mag er zijn. Het zette mij wel aan het denken, want deze fotoverzameling oversteeg de hele heemkunde. Omdat net op dat moment Riny Rovers ook met een omvangrijk fotoproject bezig was (het woningproject de Mierden), besloot ik om samen met haar een aparte stichting op te richten om de toekomst van de foto’s veilig te stellen: Stichting Beeld en geluid Reusel-De Mierden. We hebben vanuit deze stichting al de nodige expo' s kunnen samenstellen.” De negatieven en de films bekeek hij eerst allemaal zelf, daarna werden de films naar een expert  in Eindhoven gestuurd om ze te restaureren. “Het heeft me een flinke cent gekost, maar het resultaat was wel top. Nu zijn twee vrienden van mij (Hans Hendrikx en Gertjan Timmermans, red) bezig om uit die films een compilatie te maken. Het toont het gewone leven in met name Lage Mierde in de jaren zestig en zeventig. De film moet komend voorjaar voor het publiek beschikbaar komen en ik hoop dit nog mee te maken, het zou voor mij een kroon op mijn werk zijn. Zelf heb ik helaas niet mee de puf om nog actief bij te dragen in de samenstelling." Dat hij stilaan steeds meer een expert werd op het gebied van foto' s en ander beeldmateriaal ontging ook anderen niet. Zo kreeg hij voor zijn fotostichting onlangs nog uit de boedel van de overleden hoofdmeester Boerjan (Hooge Mierde) oude filmopnames. Ze tonen zaken als de vierdaagse uit de jaren zestig in Hooge mierde en het jeugvakantiewerk van 1969 tot 1971. "Het is nu nog ruw materiaal en zou eigenlijk ook bewerkt moeten worden tot een geheel," kijkt hij nog even vooruit. "Maar helaas is dit leven voor mij te kort om het allemaal goed af te ronden." Zo blijven er nog tal van zaken op de plank liggen, zo ook de opnames (dia’s) die er in Hooge Mierde werden gemaakt van het optreden van Pussycat toen de carnavalsvereniging tien jaar bestond. Ook heeft hij nog tal van taken die hij nog over moet dragen, zo is hij nog penningmeester van de Heemkundegroep en de fotostichting: naar een vervanger wordt al geruime tijd gezocht, maar een duizendpoot zoals hij is er nog niet gevonden. De foto' s en video' s die hij nalaat blijven bewaard in zijn opgerichte stichting, al het andere historische archief gaat naar Heemkunde de Mierden waar hij zijn sporen in ruim dertig jaar dik verdiende.

deel 3 (slot)
Expositie kerstgroepen mondt uit in gift aan museum
Martin van Gisbergen zwaait zijn laatste verzamelingen uit

"Wij hadden thuis aan de Kloosterstraat een kerstgroep staan waar ik uren naar kon kijken. Ik probeerde me bij elk figuurtje voor te stellen waar hij voor stond en hoe het vormgegeven was. Toen ik een eigen woning kreeg was het daarom vanzelfsprekend dat er bij mij met kerst ook een kerstgroep kwam staan, maar daar bleef het niet bij. Ik ging naar markten en kringloopwinkels waar ik ze vaak voor een habbekrats mee kon nemen. Later legde ik de lat wat hoger en kwam vooral bij antiekzaken, waarvoor ik stad en land afstruinde. Daar betaalde ik wel wat meer, maar de kwaliteit was vaak beter, vaak was de historie ervan ook beter vastgelegd. Zo kwam ik de meest bijzondere kerstgroepen tegen, ik heb er nu zo' n zeventig verschillenden, de oudste dateert al van 1870. Ik vind het enorm fascinerend om uit te zeken waar een bepaalde groep vandaan komt en om te weten te komen welke weg ze afgelegd hebben. Martin deelde ook deze passie met de mensen die hij op zijn pad tegenkwam en in Reuselnaar Peer Tijssen en Peter Antonis uit Poppel vond hij twee liefhebbers die op dezelfde golflengte als hij. Het resultaat van de samenwerking die ontstond is een expositie in museum de Vondhoeve van 22 december tot 9 januari. Bij deze expositie zijn maar liefst 80 verschillende kerstgroepen te zien, groepen die van heel de wereld afkomstig zijn. De openingstijden van De Vondhove: dagelijks van 10.00-20.00 uur. De Vondhoeve is te vinden aan de Vond 49 in Poppel, de toegang is gratis en koffie en erwtensoep zijn er voor een zacht prijsje verkrijgbaar.


In deel 1 (volgende week) kijken we hoe zijn enthousiasme voor de kermis uitgroeide tot het grootste particuliere kermisarchief van Nederland.
In deel 2: Waar begon de interesse voor oude films en foto’s van Hulsel en de Mierden en wat is de toekomst daarvan?
Deel 3 (slot): Waar komen de kerstgroepen bij elkaar en waar zijn die te zien?