De wet van Pipi

December 2020

Vele jaren terug was Pipi Langkous de hoofdpersoon in een (gelijknamige) populaire kinderserie. Ik ken de serie nog uit mijn eigen jeugd, maar ik herinner me ook dat mijn eigen kinderen er jaren later naar keken. Het Zweedse meisje, naar een boek van de Zweedse Astrid Lindgren, had avonturen waar menig kind van droomde. Ze was zelfstandig want ze leefde zonder ouders. Was stoer, had een eigen paard en zelfs een aapje en ze beleefde de meest malle avonturen. Maar Pipi was ook onverschrokken. Ze deed alles wat andere kinderen van haar leeftijd niet zouden durven, waarschijnlijk lag dit mede aan de basis van haar succes. Welk kind wil niet zijn grenzen verleggen?
Maar lang nadat Pipi via de tv elke huiskamer in keek is er één ding blijven hangen: haar lijfspreuk.
De term ‘Ik heb het nog nooit gedaan dus ik denk dat ik het kan’ is een heel bijzondere. Er lijkt een tegenstrijdigheid in te zitten, maar het toont vooral de onverschrokkenheid van het meisje. Afgelopen week was ik weer op weg om te werken in de directe zorg in een verpleegtehuis waar ik nog niet eerder was geweest. Waar moet ik naar binnen, hoe is het met de toegang geregeld en kan ik goed opzoeken welke zorg bij welke client hoort? Op weg naar deze opdracht dacht ik even terug aan Pipi en dan vooral haar lijfspreuk. Wat zou ik me zorgen moeten maken als zo’n meisje een voorbeeld was voor alle kinderen van haar leeftijd: Onverschrokken!
Ruim zes uur later kon ik vaststellen dat het nog steeds werkte. Het was niet nodig om me zorgen te maken. Met geduld en gezond boerenverstand kom je een heel eind. Ik sluit weer een ochtend ochtendzorg af, waarbij alle bewoners kundig verzorgd en uit hun bed zijn. Ze hebben hun ontbijt en s middags de lucht genoten en op meerdere plaatsen nog een praatje gemaakt.
Daarom:

Ik had het nog nooit gedaan, en het bleek dat ik het kon!