Deel 10
22 juni
Vandaag rijden we Noorwegen weer uit en betreden we Zweedse bodem. We zijn 22 dagen in Noorwegen geweest en het land heeft ons echt wel verrast. We kwamen vriendelijke Noren tegen en veel blije camperaars. Men heeft het in dat land goed voor elkaar met uitstekende voorzieningen voor de vakantiegangers. Er zijn hier ontelbare watervallen, de een nog mooier dan de ander en het ruige landschap maakt blijvend indruk op ons. Achteraf hadden we nog wel wat Noordelijker dan Alesund kunnen rijden, daar hadden we voldoende tijd voor. Maar van de andere kant was het een bewuste keuze om niet al te veel kilometers af te leggen. Meestal in de ochtend 1 tot 2 uurtjes rijden en daarna een activiteit of rustig aan doen Tot nu toe hadden we geluk met het weer en ook in het verkeer en op de weg zat er tot nu toe niets tegen.
In Zweden rijden we tot Trandstand waar we via de NKC-app een lieflijk camperplekje vinden. Aan een brede rivier (het lijkt op een meertje) ligt een plekje waar enkele campers kunnen staan. Er is een overkapping met een brede tafel met twee lange banken om te zitten. Er ligt een gastenboek en een doos vol kaarsjes. Handdoeken en kussentjes. Voor de overkapping ligt een vuurplaats met daarop een rooster voor de bbq en verder op het terrein nog twee (kamp)vuurplaatsen.
Meteen als we de camper gesteld hebben beginnen we hout te sprokkelen en proberen we de vlam erin te krijgen. Dat valt in het begin nog niet mee, maar met wat creativiteit lukt het toch. En als we eenmaal een goede vlam hebben lukt het vrij goed om dat zo te houden. Ik sprokkel nog meer hout en Marian houdt het vuur brandend, we braden enkele worstjes die we nog hebben liggen.
Later op de middag arriveren nog twee andere Nederlandse stellen, waardoor het toch weer die Nederlanders zijn die dit soort plekjes vinden. We schrijven een leuke bijdrage in het gastenboek en rijden verder naar Falun.
24 juni
Elk land heeft zijn eigen feestdagen. Zo vieren wij in NL op 5 mei de bevrijding van de Duitsers, de Belgen in november nog altijd de bevrijding van de eerste wereldoorlog en is voor de Russen 1 mei de grote dag van de arbeid. In Zweden is 24 mei een feestdag in verband met Midsummer. Scholen zijn gesloten en alle bedrijven dicht. Zelfs de receptie op onze camping was een dag niet bemand! Wij gebruiken de feestdag om naar het dorpje Torsang te gaan, aan de andere kant van het Runmeer. De tocht ernaar toe (22 km) is via gravelpaden langs het meer: erg mooi.

In Torsang verzamelen alle bootjes uit de omgeving op het water om uiteindelijk twee traditionele boten te begeleiden. Op een van de boten zitten violisten en de vrouwen in klederdracht dragen mooie bloemenkransen. Als de twee lange roeiboten stoppen gaan ze aan land en lopen in optocht naar een terrein. Daar krijgen de bloemenkransen een plaatsje en wordt er gezongen en gedanst. Na afloop vervolgen we onze tocht rond het Runmeer, uiteindelijk hebben we 55 km nodig om de ronde af te maken.
Omdat de weersvooruitzichten hier goed zijn en het plekje alles in zich heeft om van elk moment te genieten, boeken we nog enkele dagen bij op onze camping.
25 juni
Als je Nederland zegt, zeg je Elfstedentocht: Hollandser kan het niet. Maar toch vonden de meeste Elfstedentochten buiten Nederland plaats: als alternatieve tocht omdat het in ons eigen land simpelweg niet meer voldoende vriest. Zo reed ik in 2014 samen met mijn maten Frank v Schaijk en Maarten vd Pas de alternatieve Elfstedentocht in Zweden. Op het Runmeer in het plaatsje Falun reden we onze 200 km tocht (ter voorbereiding ook nog een 100 km) waarmee we deze op het palmares bij konden schrijven.
Van de tocht zelf herinner ik me nog erg veel, van de start in het donker om 7.00 uur tot de kopgroep waar ik me 15 minuten later al in bevond. Uiteindelijk ook de sprint waarbij ik als derde eindigde. Maar de herinnering bleef ook door een mooie foto die bij de training genomen werd, met een idyllisch huis op de achtergrond. Dit huis wou ik graag nog eens opzoeken.
Toen we in Falun arriveerden stonden we eerst even op een parkeerplaats en verkenden van daaruit per fiets de omgeving. We reden naar het schiereiland bij het Runmeer waar het befaamde gele huisje staat en we verkenden het centrum van Falun. We besloten snel de camper te halen voor 2 dagen op de camping bij het Runmeer. Ik begin met een zwempartij (fris maar wel lekker).
Om de foto van het Pipi-huis nogmaals vanuit dezelfde positie te maken gaan we een dagje met de kano op pad. We varen daarbij dezelfde route die ik in 2014 op het ijs reed (zie strava). Na afloop ga ik nog even in het meer zwemmen, terwijl Marian haar plekje gevonden heeft in de hangmat tussen twee berkebomen.
Tussendoor verkennen we nog even de route naar de kopermijn die het dorpje Falun bekendheid gaf, de Falu Gruva.



Wil je meer van onze avonturen volgen? Kijk dan regelmatig op de website verhalenuitdekempen.nl of meld je aan bij onze polarsteps